qian11_Peter CharlesworthLightRocket via Getty Images_chinafamilyplanning Peter Charlesworth/LightRocket via Getty Images

De economische fundamenten van de successen en mislukkingen van het Chinese communisme

EVANSTON – ʻDe afgelopen honderd jaar heeft de [Communistische Partij van China] het Chinese volk verenigd en geleid bij het schrijven van het prachtigste hoofdstuk uit de duizenden jaren lange geschiedenis van de Chinese natie,ʼ verklaarde president Xi Jinping bij de viering van de honderdste verjaardag van de CPC, in een toespraak waarin de rol van de partij bij het aansturen van Chinaʼs succes, met inbegrip van de economische opkomst van het land, werd benadrukt. Maar de economische staat van dienst van de CPC geeft in feite een gemengd beeld, en zelfs degenen die dit erkennen zien vaak over het hoofd dat haar successen en mislukkingen berusten op dezelfde economische fundamenten.

Xi heeft gelijk dat China onder het leiderschap van de CPC een ʻhistorische sprongʼ heeft gemaakt van een van de armste landen ter wereld, met ʻrelatief achtergebleven productiekrachten,ʼ naar een midden-inkomensland met de op een na grootste economie ter wereld. Wat hij er niet bij vermeldde is dat deze staat van dienst ontsierd wordt door grote mislukkingen, zoals de Grote Sprong Voorwaarts (1958-ʼ62), die heeft geleid tot de grootste hongersnood in de geschiedenis van de mensheid, en decennia van strenge wetten op het gebied van de gezinsplanning, die hebben bijgedragen aan een escalerende demografische crisis.

Het vermogen van de CPC om op doeltreffende wijze middelen te mobiliseren heeft haar in staat gesteld op grote schaal te voorzien in publieke goederen die de ontwikkeling hebben helpen aanjagen. De partij heeft met name vanaf het begin van de jaren vijftig massaal geïnvesteerd in volksgezondheid en onderwijs. Als gevolg daarvan bereikte China een van de snelste stijgingen van de levensverwachting na de geboorte ooit, van 35-40 jaar in 1949 tot 77,3 jaar nu. Ook de leerlingenpercentages stegen enorm, van 20 procent tot bijna 100 procent in het lager onderwijs, en van 6 procent tot ongeveer 88 procent in het middelbaar onderwijs. Het alfabetisme steeg van 20 procent in 1949 tot 97 procent nu.

https://prosyn.org/83AHLdMnl