berglof33_BEN STANSALLAFP via Getty Images_USChinaCOP26 Ben Stansall/AFP via Getty Images

De weg van vertrouwen-maar-controle naar netto-nul

BEIJING – De wereld wordt momenteel geconfronteerd met een drievoudige crisis: een pandemie, een noodsituatie op klimaatgebied en onmiddellijke bedreigingen voor de biodiversiteit. Maar in plaats van een versterkt gevoel van solidariteit is er sprake van een toenemend wantrouwen tussen landen en binnen internationale instellingen, als gevolg van het rampzalige falen om de wereld in te enten tegen COVID-19, de verscherpende rivaliteit tussen de Verenigde Staten en China, en de opkomst van nieuwe fysieke en online-veiligheidsdreigingen.

Nergens is dit gebrek aan vertrouwen zorgwekkender dan op het gebied van het klimaatbeleid. Gelukkig is het ook hier dat we kunnen beginnen met het heropbouwen ervan.

Zowel het klimaatverdrag van Parijs uit 2015 als het klimaatpact van Glasgow uit 2021 zijn voor hun uitvoering fundamenteel afhankelijk van groepsdruk. Maar dit is een veel zwakker instrument wanneer twijfel en wantrouwen hoogtij vieren. Chinese klimaatbeleidsmakers zeggen dat hun inspanningen, ongeacht hun bedoelingen, om ideologische redenen worden afgewezen. En veel Aziatische regeringen vragen zich af of een Amerikaanse regering wel geloofwaardige langetermijnbeloften kan doen, gezien de huidige gepolariseerde staat van de Amerikaanse politiek.

De vertrouwenskloof op het gebied van het klimaat is wederzijds. Velen in Europa en Noord-Amerika beschouwden de aankondiging van de Chinese president Xi Jinping in 2020 bij de Verenigde Naties dat China in 2060 koolstofneutraal wil zijn, als een rookgordijn om de aandacht af te leiden van de aanhoudende investeringen van het land in kolengestookte elektriciteitscentrales. De weigering van China om aanvullende klimaatverbintenissen aan te gaan in de aanloop naar de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in Glasgow afgelopen november, werd gezien als een verder bewijs van Chinaʼs ware bedoelingen.

Dit toenemende gebrek aan vertrouwen blijft niet beperkt tot het klimaat. Het komt ook tot uiting in onderinvesteringen in andere mondiale collectieve goederen, zoals de paraatheid voor en reactie op pandemieën. Velen hebben daarom de spanningen van vandaag vergeleken met de uitdagingen van het bereiken van internationale samenwerking tijdens de Koude Oorlog. En hoewel deze analogieën vaak oppervlakkig en misleidend zijn, kan de supermogendhedenstrijd tussen de VS en de Sovjet-Unie belangrijke lessen bevatten voor de manier waarop vandaag het nodige vertrouwen tot stand kan worden gebracht.

De meest relevante les is vervat in de stelregel die ten grondslag lag aan enkele van de belangrijkste gezamenlijke successen van de VS en de Sovjet-Unie. Zoals de Amerikaanse president Ronald Reagan het formuleerde in het kader van de onderhandelingen over wapenbeheersing: ʻVertrouw, maar controleer.ʼ Met andere woorden, elke partij moet de ander vertrouwen, maar ook nagaan of de wederzijdse verbintenissen op basis van overeengekomen criteria worden nagekomen.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Het tegengaan van klimaatverandering gaat uiteindelijk over het redden van de planeet, net als de wens om wederzijdse vernietiging te voorkomen die ten grondslag lag aan de wapenbeheersingsinspanningen in de Koude Oorlog. We hebben een gemeenschappelijk overeengekomen meeteenheid – de uitstoot van broeikasgassen – en een groeiend aantal wetenschappelijke gegevens over kritieke niveaus en omslagpunten.

Transparantie is de kern van de transitie naar een situatie van netto-nul. Alle landen zullen meer openheid moeten betrachten over hun emissies in de gehele economie, willen zij de aangegane verplichtingen kunnen nakomen. Mechanismen voor planning en prijsstelling zijn afhankelijk van de transparantie en verifieerbaarheid van koolstofvoetafdrukken, met name wanneer deze via het financiële systeem lopen. Financiële toezichthouders en raden van bestuur van ondernemingen moeten informatie kunnen verifiëren om de vorderingen van bedrijven op weg naar netto-nul-doelstellingen te kunnen meten.

Maar waar te beginnen? De verrassende aankondiging van China en de VS in Glasgow dat zij zullen samenwerken om de emissies terug te dringen, kan het begin zijn van iets nieuws en spannends. Hoewel de gezamenlijke verklaring opmerkelijk genoeg geen concrete verifieerbare toezeggingen bevat, geeft zij duidelijk aan dat beide landen de ambitie hebben om samen de klimaatcrisis aan te pakken.

De volgende stap zou kunnen zijn dat de VS en China het eens worden over zinvolle verificatiemechanismen en wanneer die moeten worden gebruikt. De belofte van China om de stijging van zijn CO2-uitstoot vóór 2030 een halt toe te roepen, zou zoʼn mijlpaal kunnen zijn. Maar het verificatieproces vereist meer onmiddellijke doelstellingen. De nadruk moet liggen op Chinaʼs geplande transitie naar netto nul tegen 2060 in plaats van op zijn emissiedoelstelling voor 2030. In ruil daarvoor zouden de VS soortgelijke toezeggingen moeten doen volgens een vergelijkbaar tijdschema.

Door een dergelijk emissiecontroleproces op te zetten, kan ook het vertrouwen bij opkomende markten en ontwikkelingslanden worden hersteld. Hun inwoners worden het meest getroffen door een disfunctioneel mondiaal bestuur. Zij zijn degenen die naar de steden moeten migreren vanwege de gevolgen van de klimaatverandering, en die ongevaccineerd blijven tegen COVID-19 omdat rijke landen vaccindoses hamsteren. Pas wanneer de betrekkingen tussen de VS en China verifieerbare tekenen van vooruitgang vertonen, mogen we verwachten dat zij weer vertrouwen beginnen te krijgen in mondiale instellingen.

Multilaterale ontwikkelingsbanken kunnen een belangrijke rol spelen bij het herwinnen van het vertrouwen in de wereld. Met hun ervaring aangaande de toepassing van normen in het veld kunnen deze instellingen helpen de vooruitgang van landen te verifiëren, en ervoor te zorgen dat het resultaat rechtvaardig en inclusief is, vooral voor kwetsbare bevolkingsgroepen in opkomende en ontwikkelingseconomieën. Geloofwaardige verificatie van de vooruitgang bij de transitie naar een situatie van netto-nul kan zo helpen het vertrouwen te herstellen in multilaterale oplossingen voor problemen – van pandemieën en klimaatverandering tot het witwassen van geld en cyberaanvallen – die geen enkel land in zijn eentje kan aanpakken.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/5zPC1m6nl