boskin73_ Spencer PlattGetty Images_march inequality Spencer Platt/Getty Images

De ongelijkheid en de onvrede daarover

STANFORD – De ongelijkheid heeft de laatste jaren steeds meer publieke aandacht gekregen. Dit is op allerlei plekken tot uiting gekomen, in pauselijke encyclieken en economische boekwerken van Franse socialisten, maar ook in technische, academische debatten en het taalgebruik van politici en deskundigen. De gezondheids- en economische gevolgen van de COVID-19-pandemie hebben de zorgen er alleen maar groter op gemaakt.

Maar over welk aspect van de ongelijkheid moeten we ons eigenlijk zorgen maken? Er is ongelijkheid op het gebied van de kansen, maar ook op dat van de resultaten; er is algemene ongelijkheid, maar ook als het gaat om de verdeling van de inkomsten. Moeten we ons meer zorgen maken over absolute of relatieve posities – over mobiliteit of over stabiliteit? Wat is echt belangrijker, de verdeling van de economische taart, of het niveau en de groei van de levensstandaard?

In China is de ongelijkheid de afgelopen vier decennia enorm toegenomen, ook al zijn honderden miljoenen mensen er uit de bittere armoede getrokken. In de Verenigde Staten ligt het bbp na belastingen per hoofd van de bevolking momenteel 50 procent hoger dan in het minder ongelijke Denemarken en Zweden, waar met hogere belastingen enorme sociale stelsels worden gefinancierd. Van de Amerikaanse staten heeft Californië het hoogste armoedecijfer als je rekening houdt met de 20% hogere gemiddelde gezinsgrootte en de 15% hogere kosten van levensonderhoud.

https://prosyn.org/vD4qVUFnl