nye238_Kevin DietschGetty Images_biden kishida Kevin Dietsch/Getty Images

Japan's strategische imperatief

CAMBRIDGE – Afgelopen december kondigde de Japanse premier Fumio Kishida de meest ambitieuze uitbreiding van de militaire macht van Japan aan sinds de oprichting van de Japanse Zelfverdedigingsmacht in 1954. De Japanse defensie-uitgaven zullen stijgen naar twee procent van het bbp – het dubbele van de één procent die sinds 1976 gold – en een nieuwe nationale veiligheidsstrategie beschrijft alle diplomatieke, economische, technologische en militaire instrumenten die Japan de komende jaren zal gebruiken om zichzelf te beschermen.

Met name zal Japan het soort langeafstandsraketten aanschaffen dat het land eerder had afgezworen, en zal het met de Verenigde Staten samenwerken om de kustverdediging rond de ‘eerste eilandketen’ voor de kust van China te versterken. Vorige maand hebben Kishida en de Amerikaanse president Joe Biden in Washington, na Kishida’s diplomatieke rondreis langs verschillende andere G7-landen, een nauwere samenwerking op defensiegebied aangekondigd. Tot de factoren die deze veranderingen teweegbrachten behoren de toegenomen assertiviteit van China tegenover Taiwan en vooral de inval van Rusland in Oekraïne, die een nieuwe generatie eraan heeft herinnerd hoe militaire agressie eruitziet.

Natuurlijk zijn sommige buurlanden van Japan bang dat Japan zijn militaristische houding van de jaren dertig weer in ere herstelt. Toen de voorganger van Kishida, Abe Shinzō, de grondwettelijke interpretatie van zelfverdediging uitbreidde tot collectieve verbintenissen met Japanse bondgenoten, wakkerde hij zowel binnen de regio als in sommige segmenten van de Japanse samenleving bezorgdheid aan.

https://prosyn.org/ZlZkRX3nl