fischer174_cbies_getty images_transatlantic relationship cbies/Getty Images

Een laatste kans voor het transatlanticisme

BERLIJN – Veel Amerikanen hebben al gestemd, en nog veel meer zullen spoedig naar de stembus gaan in wat ʼs werelds belangrijkste politieke gebeurtenis van het jaar zal zijn. De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 zijn een bepalend moment, in iedere zin van het woord, niet alleen voor de Amerikaanse democratie, maar ook voor het transatlanticisme en de toekomst van het Westen.

Als Donald Trump wordt herkozen zijn er goede redenen om te betwijfelen dat het transatlanticisme de komende vier jaar zal overleven, of dat het Westen op een betekenisvolle manier verenigd zal blijven. Het zou een echte ramp zijn in een toch al rampzalig jaar.

Gelukkig leidt de Democratische uitdager van Trump consequent in de opiniepeilingen, wat inhoudt dat zich snel een kans zou kunnen voordoen om het Westen als geopolitieke speler nieuw leven in te blazen. De vraag is hoe een transatlantische relatie na Trump eruit zou moeten zien. Louter terugkeren naar het tijdperk vóór Trump is geen optie. Er is de afgelopen jaren te veel veranderd aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, inclusief de voornaamste politieke spelers zelf.

Voor de Verenigde Staten kan er geen sprake zijn van een terugkeer naar de status quo ante, waarin Europa op veiligheidsgebied gratis meeliftte. De klacht dat de Europese NAVO-lidstaten niet genoeg hebben bijgedragen aan de gemeenschappelijke defensie is niet alleen voorbehouden aan Trump. Maar de Europeanen zullen op hun beurt niet snel de schok van het presidentschap van Trump vergeten, en zijn al tot het besef gekomen dat ze de komende jaren meer op hun eigen kracht en soevereiniteit zullen moeten vertrouwen.

Voor het geval iemand het mocht zijn vergeten, de ʻdraaiʼ van Amerika naar Azië (en weg van Europa) is al begonnen onder de vroegere president Barack Obama, en niet pas onder Trump, en werd niet door ideologie ingegeven, maar door de objectieve belangen van de VS als mondiale en Pacifische macht. In feite doet die gerichtheid op Azië zich al voor sinds het einde van de Koude Oorlog, en nog meer sinds de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie en sinds de economische, technologische en militaire opkomst van dat land. Deze ontwikkelingen hebben het geopolitieke zwaartepunt van de Atlantische Oceaan naar de Pacific verplaatst.

Bovendien heeft ook Europa zelf zich stilletjes steeds meer naar Azië gewend, nu het in toenemende mate afhankelijk is geworden van China als handelspartner. Maar omdat de Europese Unie geen mondiale politieke speler is geweest, heeft deze draai niet veel aandacht getrokken, laat staan tot een breder strategisch debat geleid. Europa is geen Pacifische macht, dus het fungeert als een soort staart van het Westen in Eurazië.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Maar dit alles zal de komende jaren op dramatische wijze veranderen. Zelfs onder Biden zal China het centrale strategische probleem zijn waar het transatlantische Westen mee te maken heeft. Zullen de relaties tussen China en het Westen worden gekarakteriseerd door confrontatie en ʻontkoppeling,ʼ door handel en samenwerking, of door een ingewikkelde mengeling van beiden?

Vragen over Hong Kong en de Chinese behandeling van minderheden als de Oeigoeren zullen er onvermijdelijk toe leiden dat westerse waarden ook meegewogen worden. En waar het Taiwan betreft zijn er een goede redenen om bang te zijn dat de nieuwe rivaliteit tussen de supermachten zal escaleren tot op het punt van een militaire confrontatie, gezien het feit dat de daden van China in Hong Kong de oude formule (ʻéén land, twee systemenʼ) voor het behoud van vrede en stabiliteit aan weerszijden van de Straat van Taiwan onderuit hebben gehaald.

Het is duidelijk dat de Amerikaans-Europese samenwerking op het gebied van talloze regionale conflicten vernieuwd zal moeten worden. Maar dat zal voor Europa niet vanzelf gaan. Met name in Duitsland zal de federale regering eindelijk haar woorden in daden moeten omzetten als zij het transatlantische bondgenootschap wil versterken en de Amerikaanse neiging tot een isolationistischer buitenlands beleid een halt wil toeroepen.

Met andere woorden: Europa moet op eigen kracht een capabele mondiale speler worden, door de noodzakelijke politieke en militaire capaciteit op te bouwen en deze te integreren in het raamwerk van de NAVO. De Europese leiders (en met name de Duitsers) mogen geen illusies koesteren: een grotere Europese inzet voor de gemeenschappelijke veiligheid zal de prijs zijn die moet worden betaald voor een herstart van het transatlantische bondgenootschap onder een regering-Biden.

Naast China en de defensie-uitgaven zullen de relaties met de VS na Trump gekenmerkt worden door een derde probleem: het streven van de EU naar technologische soevereiniteit en zelfbeschikking. De digitale markt van de EU wordt grotendeels gedomineerd door grote Amerikaanse technologiebedrijven, wat inhoudt dat als de EU data-soevereiniteit wil bewerkstelligen, zij haar eigen platforms, clouds, etc. zal moeten bouwen, en alle providers in Europa aan een eigen regime van toezicht zal moeten onderwerpen.

Europa zal onder meer haar eigen regels en standaarden moeten opstellen, om ervoor te zorgen dat alle data die van Europese burgers en bedrijven zijn in Europa blijven; en het moet haar afhankelijkheid van anderen minimaliseren als het aankomt op de belangrijkste hardware die ten grondslag ligt aan de hedendaagse digitale technologieën. Dit is niet alleen een kwestie van economische concurrentiekracht, maar ook van veiligheid. Er kan niet worden verwacht dat Europese defensie-eenheden afhankelijk zijn van cloud-based computerfaciliteiten die zich buiten Europa bevinden.

Deze kwesties zullen de bron vormen van aanzienlijke transatlantische onenigheid. Maar onder een presidentschap van Biden zullen de Amerikaanse bondgenoten tenminste weer worden behandeld als bondgenoten, en zal het multilateralisme door de VS niet langer minachtend terzijde worden geschoven. De VS zouden zich weer aansluiten bij de rest van de wereld in internationale klimaatverdragen en mondiale instellingen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, en die ontwikkelingen zouden ook enige hoop voor de toekomst bieden.

Maar de Europeanen mogen geen illusies koesteren. Na vier jaar Trump moeten alle betrokken partijen begrijpen hoe het alternatief voor een sterk Noord-Atlantisch bondgenootschap eruit ziet, en wat de prijs van zoʼn alternatief zal zijn. Het mondiale geopolitieke landschap zal rechtstreeks worden beïnvloed door wat er in de transatlantische relaties gebeurt. De rest van de 21e eeuw kan een tijd worden van strijdende supermachten en zich verdiepende instabiliteit, of het toneel zijn van een nieuw machtsevenwicht, waarbij Europa haar gewicht voelbaar maakt binnen een bredere geopolitieke driehoek.

Hoe dan ook zullen de komende stappen van Europa beslissend zijn. Kan de EU de kracht en de visie opbrengen om een mondiale speler te worden in termen van veiligheid en geopolitiek? Ja, maar alleen als het bereid en in staat is om de kans te grijpen die een presidentschap van Biden zou bieden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/3uk6wMbnl