bremmer27_ai iStock / Getty Images Plus

Wat wereldwijd AI-beleid moet doen

NEW YORK – Hoewel kunstmatige intelligentie ons al tientallen jaren stilletjes helpt en de vooruitgang de laatste jaren steeds sneller gaat, zal 2023 de geschiedenis in gaan als een ‘big bang’-moment. Met de komst van generatieve AI is de technologie doorgebroken in het populaire bewustzijn en geeft ze het publieke debat vorm, beïnvloedt ze investeringen en economische activiteiten, wakkert ze geopolitieke concurrentie aan en verandert ze allerlei menselijke activiteiten, van onderwijs tot gezondheidszorg en kunst. Elke week is er wel een nieuwe adembenemende ontwikkeling. AI gaat niet meer weg en de veranderingen gaan steeds sneller.

De beleidsvorming gaat bijna net zo snel, met de lancering van nieuwe toezichthoudende initiatieven en fora die proberen in te spelen op het moment. Maar hoewel de huidige inspanningen van de G7, de Europese Unie en de Verenigde Staten bemoedigend zijn, is geen van deze initiatieven universeel en vertegenwoordigt ze de wereldwijde gemeenschap. Doordat de ontwikkeling van AI wordt aangestuurd door een handvol CEO’s en marktspelers in slechts een paar landen, is de stem van de meerderheid, met name uit het Mondiale Zuiden, afwezig in de discussies over governance.

De unieke uitdagingen die AI met zich meebrengt vragen om een gecoördineerde mondiale benadering van governance, en slechts één instituut heeft de inclusieve legitimiteit die nodig is om zo’n antwoord te organiseren: de Verenigde Naties. We moeten AI-governance goed aanpakken als we het potentieel ervan willen benutten en de risico’s ervan willen beperken. Met dat in gedachten is het High-level Advisory Body on AI van de VN opgericht om analyses en aanbevelingen te doen om het wereldwijde tekort aan governance te adresseren. Het adviesorgaan bestaat uit een groep van 38 personen uit de hele wereld, met een diversiteit aan achtergronden op het gebied van geografische herkomst, sekse, discipline en leeftijd, en met expertise uit de sectoren van de overheid, het maatschappelijk middenveld, de private sector en de academische wereld.

We voelen ons bevoorrecht dat we het uitvoerend comité van dit adviesorgaan mogen zijn. Vandaag hebben we het tussentijdse verslag van de groep gepubliceerd, waarin vijf beginselen worden voorgesteld voor het verankeren van AI-governance en het aanpakken van verschillende onderling samenhangende uitdagingen.

In de eerste plaats: omdat de risico’s in de diverse mondiale contexten verschillen, zijn voor elke situatie oplossingen nodig die daarop zijn afgestemd. Maar dat betekent dat we moeten erkennen hoe rechten en vrijheden in gevaar kunnen worden gebracht door specifieke keuzes op het gebied van ontwerp, gebruik (en misbruik) en governance. Het niet constructief toepassen van AI – wat we ‘missed uses’ noemen – kan bestaande problemen en ongelijkheden nodeloos verergeren.

In de tweede plaats moet AI worden bestuurd in het algemeen belang, omdat het een middel is voor economische, wetenschappelijke en sociale ontwikkeling en omdat het mensen al helpt in het dagelijks leven. Dat betekent dat rekening moet worden gehouden met doelstellingen op het gebied van gelijkheid, duurzaamheid en maatschappelijk en individueel welzijn, maar ook met bredere structurele kwesties zoals concurrerende markten en gezonde innovatie-ecosystemen.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

In de derde plaats moeten de nieuwe toezichthoudende kaders in verschillende regio’s worden geharmoniseerd om de mondiale uitdagingen op het gebied van AI-governance effectief aan te pakken. In de vierde plaats moet AI-governance hand in hand gaan met maatregelen om de handelingsbekwaamheid te handhaven, en de privacy en de beveiliging van persoonsgegevens te beschermen. Tot slot moet AI-governance worden verankerd in het VN-handvest, de internationale wetgeving op het gebied van mensenrechten en andere internationale afspraken waarover wereldwijd brede consensus bestaat, zoals de Sustainable Development Goals.

Om deze beginselen in de context van AI te bevestigen, moeten enkele hardnekkige uitdagingen worden overwonnen. AI is gebaseerd op enorme hoeveelheden rekenkracht, gegevens en – uiteraard – specifieke menselijke talenten. De mondiale governance moet nadenken over hoe we deze drie kunnen ontwikkelen en hoe we kunnen zorgen voor brede toegang tot alle drie. Het moet ook aandacht besteden aan de capaciteitsopbouw voor de basisinfrastructuur die het fundament vormt van het AI-ecosysteem, zoals betrouwbare breedband en elektriciteit, met name voor het Mondiale Zuiden.

Er zijn ook grotere inspanningen nodig om het hoofd te bieden aan zowel bekende als nog onkenbare risico’s die kunnen voortvloeien uit de ontwikkeling, de toepassing of het gebruik van AI. Over AI-risico’s wordt heftig gediscussieerd. Terwijl sommigen zich richten op mogelijke scenario’s die het einde van de mensheid inhouden, maken anderen zich meer zorgen over de schade die mensen hier en nu wordt berokkend; maar er is weinig onenigheid over het feit dat de risico’s van onbeheerste AI onaanvaardbaar zijn.

Goede governance is verankerd in solide bewijs. We voorzien de behoefte aan objectieve beoordelingen van de staat van AI en het traject dat het doorloopt, zodat burgers en overheden een solide basis hebben voor beleid en regelgeving. Tegelijkertijd zou een analytisch obsevatorium dat de maatschappelijke impact van AI beoordeelt – van het verdwijnen van banen tot bedreigingen voor de nationale veiligheid – beleidsmakers kunnen helpen om de immense veranderingen die AI offline teweegbrengt bij te houden. De internationale gemeenschap zal een capaciteit moeten ontwikkelen om zichzelf te controleren, onder meer door toezicht te houden op en te reageren op potentieel destabiliserende incidenten (zoals grote centrale banken doen bij financiële crises) en door het faciliteren van verantwoordingsplicht en zelfs handhavingsacties.

Dit zijn slechts enkele van de aanbevelingen die we doen. Ze moeten worden gezien als een bodem, niet als een plafond. Ze zijn vooral een uitnodiging aan meer mensen om ons te vertellen wat voor soort AI-governance zij zouden willen zien.

Als AI zijn mondiale potentieel wil waarmaken, zijn er nieuwe structuren en vangrails nodig om ons allemaal te helpen ervan te profiteren terwijl het zich ontwikkelt. Iedereen heeft belang bij een veilige, rechtvaardige en verantwoordelijke ontwikkeling van AI. De risico’s van niets doen zijn ook duidelijk. Wij geloven dat wereldwijde AI-governance essentieel is om de aanzienlijke kansen te benutten en de risico’s te beheersen die deze technologie biedt voor elke staat, gemeenschap en individu, nu en voor de komende generaties.

Ian Bremmer, Carme Artigas, James Manyika en Marietje Schaake zijn lid van het uitvoerend comité van het High-level Advisory Body on Artificial Intelligence van de VN.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/d4QVOXHnl