zizek35_ YASUYOSHI CHIBAAFP via Getty Images_sudan war YASUYOSHI CHIBA/AFP via Getty Images

Wereldwijd kapitalisme en eeuwigdurende oorlog

LJUBLJANA – Als je op zoek gaat naar een figuur die het beste de ergste neigingen van ons wrede tijdperk vertegenwoordigt, zijn de eerste namen die in je opkomen Yahya Sinwar (de leider van Hamas in Gaza), Benjamin Netanyahu, Kim Jong-un of Vladimir Poetin. Maar dat komt vooral omdat we gebombardeerd worden met nieuws over deze leiders. Als we de lens breder maken om rekening te houden met gruwelijkheden die de westerse mainstream-media grotendeels negeren, dan vallen degenen die de burgeroorlog in Soedan voeren nog meer op. De nieuwe krijgsheren van het land geven blijk van schokkende wreedheid en onverschilligheid ten opzichte van hun eigen mensen (of de mensen die in de gebieden wonen die zij controleren), onder meer door systematisch de toevoer van humanitaire hulp te belemmeren en een exorbitante hoeveelheid daarvan voor zichzelf te houden.

De situatie in Soedan legt een mondiale economische logica bloot die in andere gevallen verborgen is gebleven. In 2019 wierpen wijdverspreide demonstraties de oude dictator van het land, Omar al-Bashir, omver, wiens bewind tenminste de schijn van vrede en stabiliteit had opgehouden na de afscheiding van Zuid-Sudan (een overwegend christelijk land dat nu verwikkeld is in zijn eigen burgeroorlog). Na een korte overgangsfase en hernieuwde hoop op democratisering brak er een meedogenloze oorlog uit tussen twee islamitische krijgsheren: generaal Abdel Fattah al-Burhan, de leider van de Sudanese Armed Forces (SAF) die nog steeds nominaal staatshoofd is, en Mohamed Hamdan Dagalo (of Hemedti, wat ‘kleine Mohamed’ betekent), de commandant van de Rapid Support Forces (RSF) en een van de rijkste mannen van het land.

De RSF zit achter enkele van de ergste wreedheden van het huidige conflict, waaronder het bloedbad in Khartoem op 3 juni 2019, toen ruim 120 demonstranten werden gedood, honderden gewond, duizenden vrouwen verkracht en veel huizen geplunderd. Meer recentelijk hebben de troepen van Dagalo een nieuwe cyclus van geweld ontketend op 15 april 2023, toen ze een grootscheepse aanval lanceerden op SAF-bases in het hele land, waaronder in de hoofdstad Khartoem.

Hoewel beide partijen zich vaag uitspreken vóór democratie, neemt niemand dergelijke beweringen serieus. Wat ze eigenlijk bedoelen is: ‘Eerst moeten we de oorlog winnen, daarna zien we wel.’ Dit is een begrijpelijk standpunt. Voor alle betrokkenen is een overwegend welwillende dictatuur zoals die van Paul Kagame in Rwanda misschien wel het beste waar je realistisch gezien op kunt hopen.

Wat de zaken nog ingewikkelder maakt, is de rol van externe krachten. Zo hebben de Russische Wagner Group, het Libische Nationale Leger (onder leiding van Khalifa Haftar) en de Verenigde Arabische Emiraten naar verluidt de RSF voorzien van militaire voorraden, helikopters en wapens op een schaal waardoor de RSF nu beter bewapend is dan de SAF. Ondertussen is de SAF op zoek gegaan naar zijn eigen geldschieters, niet in de laatste plaats China.

Maar de RSF heeft nog een groot voordeel: Dagalo controleert een regio met overvloedige goudreserves waarmee hij alle wapens kan kopen die hij nodig heeft. We worden zo herinnerd aan een trieste waarheid waar veel ontwikkelingslanden mee te maken hebben: natuurlijke hulpbronnen zijn net zo goed een bron van geweld en armoede als van vrede en welvaart.

Het schoolvoorbeeld is de Democratische Republiek Congo, een land dat al langere tijd vervloekt is door haar reserves aan cruciale mineralen, diamanten en goud. Als het land niet over deze hulpbronnen zou beschikken, zou het nog steeds arm zijn, maar het zou wel een gelukkiger en vreedzamer plek zijn om te leven. De DRC is ook een voorbeeld van hoe het ontwikkelde Westen bijdraagt aan de omstandigheden voor massale migratie. Achter de façade van ‘primitieve’ etnische passies die voor de zoveelste keer exploderen in het Afrikaanse ‘hart van de duisternis,’ kunnen we de onmiskenbare contouren van het mondiale kapitalisme ontwaren.

Na de val van Mobutu Sese Soko in 1997 hield de DRC op te bestaan als een functionerende staat. De oostelijke regio bestaat nu uit een groot aantal gebieden die worden geregeerd door lokale krijgsheren wier legers kinderen inlijven en drogeren, en die zakelijke banden onderhouden met de buitenlandse bedrijven die de minerale reserves van de regio exploiteren. Deze regeling is in het voordeel van beide partners: de bedrijven krijgen mijnbouwrechten zonder staatsbelastingen te hoeven betalen en de krijgsheren krijgen geld waarmee ze wapens kunnen kopen. Veel van deze mineralen komen vervolgens terecht in onze laptops, mobiele telefoons en andere high-tech producten. Het probleem wordt niet gevormd door de ‘wilde’ gewoonten van de lokale bevolking, maar door de buitenlandse bedrijven en de rijke consumenten die hun producten kopen. Als die er niet zouden zijn, zou het hele bouwwerk van etnische oorlogsvoering in elkaar storten.

De DRC is geen uitzondering, zoals blijkt uit de de facto opsplitsing – of beter gezegd ‘Congo-isering’ – van Libië na de interventie van de NAVO en de val van Muammar al-Gaddafi in 2011. Sindsdien wordt een groot deel van het Libische grondgebied geregeerd door lokale gewapende bendes die olie rechtstreeks aan buitenlandse klanten verkopen, wat ons herinnert aan het hardnekkige streven van het kapitalisme om een constante aanvoer van goedkope grondstoffen veilig te stellen. Dit is de reden waarom zoveel staten zuchten onder de vloek van de hulpbronnen en veroordeeld blijven tot hun benarde situatie.

Het tragische gevolg is dat geen enkele partij in lopende conflicten onschuldig of rechtvaardig is. In Soedan is niet alleen de RSF het probleem; beide partijen spelen hetzelfde wrede spel. De situatie kan niet worden versimpeld tot een ‘achterlijk’ volk dat niet klaar is voor democratie, want het gaat echt om de voortdurende economische kolonisatie van Afrika – niet alleen door het Westen, maar ook door China, Rusland en rijke Arabische landen. We moeten niet verbaasd zijn dat Centraal-Afrika steeds meer wordt gedomineerd door Russische huurlingen en moslimfundamentalisten.

Yanis Varoufakis heeft welsprekend geschreven over de overgang van het kapitalisme naar het ‘technofeodalisme,’ zoals blijkt uit de feitelijke monopolies van de Big Tech-bedrijven over hun respectieve markten. In landen als Soedan en de DRC hebben we echter te maken met iets dat dichter bij het feodalisme uit de middeleeuwen staat. In feite zijn beide beschrijvingen waar: we leven steeds meer onder een combinatie van hightech en analoog feodalisme. Daarom is Hemedti – meer nog dan Elon Musk – de ware avatar van ons tijdperk.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Slavoj Žižek, hoogleraar filosofie aan de European Graduate School, is internationaal directeur van het Birkbeck Institute for the Humanities aan de universiteit van Londen en de auteur van het recent verschenen Christian Atheism:How to Be a Real Materialist(Bloomsbury Academic, 2024).

https://prosyn.org/fBTQaV5nl