KOPENHAGEN – De premier van het Verenigd Koninkrijk, Boris Johnson, spreekt niet iedereen evenzeer aan – vooral niet de leiders van de Europese Unie, die afgeschrikt zijn door de Brexit. Maar het Verenigd Koninkrijk is volgende maand gastheer voor de volgende ronde van de wereldwijde klimaatonderhandelingen, COP26, in Glasgow. De EU moet dus haar problemen met Johnson opzij zetten en klaar staan om aan de slag te gaan.
Tot nu toe is de geschiedenis van de wereldwijde klimaatbesprekingen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering een verhaal van twee Europese steden: Kopenhagen en Parijs.
In 2009 kwamen de wereldleiders en hun nationale onderhandelaars bijeen in Kopenhagen om een alomvattend verdrag te sluiten dat de hele wereld zou verplichten tot verregaande maatregelen om de ergste verwoestingen van de opwarming van de aarde te voorkomen. Dat verdrag is er niet van gekomen. Te veel van de grote spelers (en vervuilers) kwamen in Kopenhagen aan zonder haalbare voorstellen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en de EU-leiders bleven in de wandelgangen rondhangen terwijl de Verenigde Staten, China en India een niet-bindende overeenkomst uitwerkten, die veel kwesties onopgelost liet. Vertegenwoordigers van de meest kwetsbare landen keken vertwijfeld toe hoe hun belangen eens te meer op een zijspoor werden gezet.
Een belangrijke politieke misrekening maakte de bijeenkomst in Kopenhagen tot een mislukking: de EU is de kampioen van haar eigen bevolking, maar ook een vitale partner voor de landen die het meest te lijden hebben onder de angstaanjagende gevolgen van de klimaatverandering. Zonder Europees partnerschap – en daarmee bedoel ik échte politieke, praktische en financiële hulp – spelen de meest kwetsbaren geen rol in de onderhandelingen, en hebben zij geen keuze wat betreft de bronnen en voorwaarden van de steun waarover zij kunnen beschikken.
Maar de EU heeft van deze ervaringen geleerd. In 2011 heeft de EU tijdens COP17 in Durban, Zuid-Afrika, het voortouw genomen met een routekaart om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren hun stem kunnen laten horen. Dat initiatief leverde een resultaat op dat vier jaar later de weg vrijmaakte voor het klimaatverdrag van Parijs tijdens COP21.
In 2015, toen de wereldleiders naar Parijs kwamen, speelden de Europeanen opnieuw een leidende rol. De EU hielp bij de vorming van de High Ambition Coalition, een informele groep van ontwikkelde en ontwikkelingslanden die zich inzetten voor het gemeenschappelijke doel van een echte transitie naar een groene economie. Ditmaal gaven de VS en China te kennen dat zij het gemeenschappelijk belang van klimaatactie begrepen. De doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5º Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau werd vastgesteld, en de ontwikkelde landen beloofden de inspanningen van de armste landen te financieren om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en duurzame economische groei tot stand te brengen. Het was aan de grote economieën om snel te handelen, en de voordelen van hun rijkdom en kennis te delen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Het verdrag van Parijs werd ondertekend, en plots zag de toekomst er iets rooskleuriger uit. Maar in de zes jaar die sindsdien zijn verstreken, is de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen wereldwijd blijven stijgen, zelfs in het door de pandemie getekende jaar 2020. Klimaatmodellen zijn verwoestend accuraat gebleken: overstromingen, orkanen, bosbranden en dodelijke hittegolven komen steeds vaker voor en worden steeds heviger. En dit is, zoals we weten, nog maar het begin.
Terwijl de klimaatcrisis ooit werd beschouwd als een probleem voor toekomstige generaties of voor diegenen die al in extreme omstandigheden leven, lijdt nu ook Europa zelf eronder. Duitsers en Belgen komen om bij overstromingen, en extreme temperaturen ontwrichten hele gemeenschappen rondom de Middellandse Zee.
En zo komen we aan in Glasgow. Dit is het jaar waarin alle ondertekenaars van het verdrag van Parijs, na de vooruitgang te hebben geëvalueerd, naar de onderhandelingstafel zouden terugkeren om hun ambities voor maatregelen in eigen land te verhogen en, in het geval van de rijkere landen, steun te verlenen aan armere landen. Maar er wordt niet genoeg nieuw geld geboden. En het besluit van het VK om zijn buitenlandse hulp ter hoogte van 0,7 procent van het bbp omlaag te brengen, enkele maanden voordat het land het voorzitterschap van de COP zou overnemen, is een verkeerd signaal.
Intussen lijken delen van de Britse regering meer gericht op spektakel dan op inhoud, en de VS en China lijken meer geïnteresseerd in het elkaar uitdagen dan in het focussen op hun respectieve bijdragen aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. De taken voor ʼs werelds twee grootste vervuilers, die samen verantwoordelijk zijn voor bijna de helft van de wereldwijde uitstoot, zijn duidelijk: de VS moeten hun belofte nakomen om klimaatfinanciering te verstrekken, en China moet zijn gebruik van steenkool geleidelijk aan stopzetten. Het een is even belangrijk als het ander.
Maar waar zijn de Europeanen? Weinig of geen EU-regeringen zijn bezig met serieuze diplomatieke inspanningen om de High Ambition Coalition, die van cruciaal belang was voor het succes in Parijs, opnieuw in werking te stellen, en de EU oefent geen echte druk uit op de VS om zijn deel van de jaarlijkse 100 miljard dollar te leveren die aan de arme landen is beloofd om hen te helpen zich aan te passen en te gedijen.
Als COP26 zijn terechte plaats in de geschiedenis wil innemen als het moment waarop de wereld echt besloot te gaan samenwerken om onze grootste bedreiging ooit aan te pakken, moet de EU opstaan. De EU is ʼs werelds rijkste handelsblok, meest gevestigde diplomatieke macht, en toonaangevende voorbeeld van de kracht van tolerantie en eerlijkheid. Als de EU geen sleutelrol speelt, zal COP26 mislukken.
Iedereen, overal ter wereld, zal er baat bij hebben als de EU, haar leiders en haar diplomatieke apparaat nu actie ondernemen om een ramp af te wenden en een overwinning te boeken voor wereldwijde, inclusieve en ambitieuze klimaatmaatregelen. In Glasgow moeten écht geld en échte emissiereducties tot stand komen. De wereld kan zich geen tweede Kopenhagen veroorloven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The Norwegian finance ministry recently revealed just how much the country has benefited from Russia's invasion of Ukraine, estimating its windfall natural-gas revenues for 2022-23 to be around $111 billion. Yet rather than transferring these gains to those on the front line, the government is hoarding them.
argue that the country should give its windfall gains from gas exports to those on the front lines.
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
KOPENHAGEN – De premier van het Verenigd Koninkrijk, Boris Johnson, spreekt niet iedereen evenzeer aan – vooral niet de leiders van de Europese Unie, die afgeschrikt zijn door de Brexit. Maar het Verenigd Koninkrijk is volgende maand gastheer voor de volgende ronde van de wereldwijde klimaatonderhandelingen, COP26, in Glasgow. De EU moet dus haar problemen met Johnson opzij zetten en klaar staan om aan de slag te gaan.
Tot nu toe is de geschiedenis van de wereldwijde klimaatbesprekingen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering een verhaal van twee Europese steden: Kopenhagen en Parijs.
In 2009 kwamen de wereldleiders en hun nationale onderhandelaars bijeen in Kopenhagen om een alomvattend verdrag te sluiten dat de hele wereld zou verplichten tot verregaande maatregelen om de ergste verwoestingen van de opwarming van de aarde te voorkomen. Dat verdrag is er niet van gekomen. Te veel van de grote spelers (en vervuilers) kwamen in Kopenhagen aan zonder haalbare voorstellen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en de EU-leiders bleven in de wandelgangen rondhangen terwijl de Verenigde Staten, China en India een niet-bindende overeenkomst uitwerkten, die veel kwesties onopgelost liet. Vertegenwoordigers van de meest kwetsbare landen keken vertwijfeld toe hoe hun belangen eens te meer op een zijspoor werden gezet.
Een belangrijke politieke misrekening maakte de bijeenkomst in Kopenhagen tot een mislukking: de EU is de kampioen van haar eigen bevolking, maar ook een vitale partner voor de landen die het meest te lijden hebben onder de angstaanjagende gevolgen van de klimaatverandering. Zonder Europees partnerschap – en daarmee bedoel ik échte politieke, praktische en financiële hulp – spelen de meest kwetsbaren geen rol in de onderhandelingen, en hebben zij geen keuze wat betreft de bronnen en voorwaarden van de steun waarover zij kunnen beschikken.
Maar de EU heeft van deze ervaringen geleerd. In 2011 heeft de EU tijdens COP17 in Durban, Zuid-Afrika, het voortouw genomen met een routekaart om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren hun stem kunnen laten horen. Dat initiatief leverde een resultaat op dat vier jaar later de weg vrijmaakte voor het klimaatverdrag van Parijs tijdens COP21.
In 2015, toen de wereldleiders naar Parijs kwamen, speelden de Europeanen opnieuw een leidende rol. De EU hielp bij de vorming van de High Ambition Coalition, een informele groep van ontwikkelde en ontwikkelingslanden die zich inzetten voor het gemeenschappelijke doel van een echte transitie naar een groene economie. Ditmaal gaven de VS en China te kennen dat zij het gemeenschappelijk belang van klimaatactie begrepen. De doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5º Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau werd vastgesteld, en de ontwikkelde landen beloofden de inspanningen van de armste landen te financieren om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en duurzame economische groei tot stand te brengen. Het was aan de grote economieën om snel te handelen, en de voordelen van hun rijkdom en kennis te delen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Het verdrag van Parijs werd ondertekend, en plots zag de toekomst er iets rooskleuriger uit. Maar in de zes jaar die sindsdien zijn verstreken, is de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen wereldwijd blijven stijgen, zelfs in het door de pandemie getekende jaar 2020. Klimaatmodellen zijn verwoestend accuraat gebleken: overstromingen, orkanen, bosbranden en dodelijke hittegolven komen steeds vaker voor en worden steeds heviger. En dit is, zoals we weten, nog maar het begin.
Terwijl de klimaatcrisis ooit werd beschouwd als een probleem voor toekomstige generaties of voor diegenen die al in extreme omstandigheden leven, lijdt nu ook Europa zelf eronder. Duitsers en Belgen komen om bij overstromingen, en extreme temperaturen ontwrichten hele gemeenschappen rondom de Middellandse Zee.
En zo komen we aan in Glasgow. Dit is het jaar waarin alle ondertekenaars van het verdrag van Parijs, na de vooruitgang te hebben geëvalueerd, naar de onderhandelingstafel zouden terugkeren om hun ambities voor maatregelen in eigen land te verhogen en, in het geval van de rijkere landen, steun te verlenen aan armere landen. Maar er wordt niet genoeg nieuw geld geboden. En het besluit van het VK om zijn buitenlandse hulp ter hoogte van 0,7 procent van het bbp omlaag te brengen, enkele maanden voordat het land het voorzitterschap van de COP zou overnemen, is een verkeerd signaal.
Intussen lijken delen van de Britse regering meer gericht op spektakel dan op inhoud, en de VS en China lijken meer geïnteresseerd in het elkaar uitdagen dan in het focussen op hun respectieve bijdragen aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. De taken voor ʼs werelds twee grootste vervuilers, die samen verantwoordelijk zijn voor bijna de helft van de wereldwijde uitstoot, zijn duidelijk: de VS moeten hun belofte nakomen om klimaatfinanciering te verstrekken, en China moet zijn gebruik van steenkool geleidelijk aan stopzetten. Het een is even belangrijk als het ander.
Maar waar zijn de Europeanen? Weinig of geen EU-regeringen zijn bezig met serieuze diplomatieke inspanningen om de High Ambition Coalition, die van cruciaal belang was voor het succes in Parijs, opnieuw in werking te stellen, en de EU oefent geen echte druk uit op de VS om zijn deel van de jaarlijkse 100 miljard dollar te leveren die aan de arme landen is beloofd om hen te helpen zich aan te passen en te gedijen.
Als COP26 zijn terechte plaats in de geschiedenis wil innemen als het moment waarop de wereld echt besloot te gaan samenwerken om onze grootste bedreiging ooit aan te pakken, moet de EU opstaan. De EU is ʼs werelds rijkste handelsblok, meest gevestigde diplomatieke macht, en toonaangevende voorbeeld van de kracht van tolerantie en eerlijkheid. Als de EU geen sleutelrol speelt, zal COP26 mislukken.
Iedereen, overal ter wereld, zal er baat bij hebben als de EU, haar leiders en haar diplomatieke apparaat nu actie ondernemen om een ramp af te wenden en een overwinning te boeken voor wereldwijde, inclusieve en ambitieuze klimaatmaatregelen. In Glasgow moeten écht geld en échte emissiereducties tot stand komen. De wereld kan zich geen tweede Kopenhagen veroorloven.
Vertaling: Menno Grootveld