LOS ANGELES – Nu overstromingen, bosbranden, temperaturen van recordhoogte en zoönose ziekten het onmogelijk maken de klimaat- en milieucrisis te negeren, komt de wereld misschien dichter bij een akkoord over het feit dat ernstige schade aan ons natuurlijk milieu meer is dan een zaak voor goodwill-overeenkomsten. Het zou een internationaal misdrijf kunnen worden.
De laatste keer dat een nieuw internationaal strafbaar feit werd ingevoerd, was na de Tweede Wereldoorlog. De Handvesten van Neurenberg en Tokio voegden misdaden tegen de menselijkheid toe aan de bestaande oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede (ʻagressieʼ), en verankerden het idee dat bepaalde daden zo flagrant zijn dat zij, ongeacht wie het directe slachtoffer is, ons allen aangaan. Kort daarna, in 1948, werd een specifiek misdrijf tegen de menselijkheid – genocide – opgenomen in een nieuw verdrag.
We zijn misschien getuige van een vergelijkbaar moment in onze relatie met het milieu. Vorige maand heeft een onafhankelijk panel van internationale juristen een ontwerptekst gepubliceerd waarin het misdrijf ʻecocideʼ wordt gedefinieerd; er zal worden voorgesteld deze tekst op te nemen in het Statuut van het Internationaal Strafhof (ICC). De parallellen zijn duidelijk: door van ecocide een internationaal misdrijf te maken, wordt erkend dat ernstige schade aan ons milieu een misdaad is tegen ons allen, en dat we dit niet langer kunnen overlaten aan regelgeving door individuele staten.
Het panel, bijeengeroepen door de Stop Ecocide Foundation (waarin wij zitting hadden), definieerde de misdaad als volgt: onrechtmatige of moedwillige handelingen die worden gepleegd in de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat door die handelingen ernstige en wijdverspreide dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht.
Er moeten twee drempels worden genomen om van dit misdrijf te kunnen spreken. In de eerste plaats moet het zeer waarschijnlijk zijn dat er ernstige en wijdverspreide dan wel langdurige schade aan het milieu zal worden toegebracht. Ernst is in alle omstandigheden een vereiste, en de waarschijnlijke schade moet ofwel wijdverspreid zijn (zich uitstrekken tot buiten een beperkt gebied, staatsgrenzen overschrijden, of een volledig ecosysteem of een groot aantal mensen treffen), of langdurig (onomkeerbaar of onherstelbaar door natuurlijk herstel binnen een redelijke termijn). Hieronder vallen situaties zoals de toxische verontreiniging van een bevolkingscentrum – een groot aantal mensen, maar een relatief beperkt geografisch gebied – of de vernietiging van een marien ecosysteem, dat weliswaar beperkt van omvang kan zijn, maar voorgoed verloren gaat.
Om aan de tweede drempel te voldoen moet de schade ʻonrechtmatig of moedwilligʼ zijn. In het ideale geval wordt het milieu afdoende beschermd door nationale wetten, en zijn extreme schendingen internationale misdaden. ʻOnrechtmatigʼ heeft betrekking op die situaties. Maar de nationale wetgevingen lopen uiteen, en de internationale milieuwetgeving omvat weinig expliciete verbodsbepalingen. En sommige wettelijk toegestane handelingen die schadelijk zijn voor het milieu zijn maatschappelijk wenselijk: denk maar aan broodnodige huisvestings-, vervoers- of infrastructuurprojecten. In dergelijke gevallen stelt de internationale milieuwetgeving beginselen vast – in de eerste plaats het beginsel van duurzame ontwikkeling – volgens welke staten zich dienen te gedragen. De term ʻmoedwilligʼ in de definitie van ecocide dient een soortgelijk doel en heeft betrekking op wettelijk toegestane handelingen die roekeloos zijn, vanwege de onevenredige omvang van de te verwachten schade.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Om te worden erkend als een internationaal misdrijf naast genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en agressie, moet het misdrijf ecocide de steun krijgen van ten minste twee derde van de ICC-lidstaten (momenteel 123 staten in totaal). Het zal dan van kracht worden voor iedere staat die het ratificeert. Personen in verantwoordelijke posities wier daden aan de definitie voldoen, zullen worden vervolgd door het ICC, of door nationale rechtbanken met rechtsbevoegdheid, en gevangenisstraf krijgen indien zij worden veroordeeld. Dit is een belangrijke verschuiving ten opzichte van de status quo, waar strafrechtelijke sancties ontbreken, op internationaal niveau en vaak ook op nationaal niveau, voor veel van de ergste gevallen van massale milieuvernietiging. In de meeste jurisdicties worden individuen of bedrijven alleen met financiële sancties geconfronteerd.
Het strafbaar stellen van ecocide zou een sterker afschrikkend effect kunnen hebben dan het vooruitzicht van een aanklacht wegens genocide of oorlogsmisdaden, omdat het grotendeels om een bedrijfsmisdrijf gaat. Omdat de waarde van een onderneming sterk afhankelijk is van haar reputatie en het vertrouwen van beleggers, zouden managers veel te verliezen hebben als zij in hetzelfde beklaagdenbankje zouden belanden als een oorlogsmisdadiger (het ICC vervolgt eerder individuele overtreders dan ondernemingen). Alleen al het risico om de indruk te wekken een internationaal misdrijf te hebben begaan, kan de besluitvormers van bedrijven ertoe aanzetten veiliger en duurzamer te werk te gaan. De hoop is dat het afschrikwekkende effect lang voordat de wet van kracht wordt, merkbaar zal zijn, naarmate het vooruitzicht van wetgeving zichtbaar wordt.
Natuurlijk is het helemaal niet zo eenvoudig om vooruitgang te boeken. Het Internationaal Strafhof bevindt zich al in moeilijk vaarwater, en uit de ontwikkelingen in Frankrijk blijkt duidelijk dat binnenlandse ecocide-wetgeving problematisch kan zijn (de onlangs aangenomen wet op het Klimaat en de Weerbaarheid omvat een veel bekritiseerde afzwakking van de term).
Maar er kan en moet brede internationale steun komen voor het misdrijf ecocide. Regeringen – waaronder die van Vanuatu, de Maldiven, Frankrijk, België, Finland, Spanje, Canada en Luxemburg – hebben al belangstelling getoond. En in een aantal landen, waaronder België, Portugal, Brazilië, Frankrijk, Bolivia, Bangladesh, het Verenigd Koninkrijk en Chili, zijn parlementaire moties of wetsvoorstellen ingediend. Landen moeten niet wachten op een catastrofe om de internationale misdaad van onze tijd een halt toe te roepen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
No country wants external developments to drive up its borrowing costs and weaken its currency, which is what the UK is facing today, together with serious cyclical and structural challenges. But if the British government responds appropriately, recent market volatility might turn out to have a silver lining.
urges the government to communicate better what it is doing to boost resilient growth – and to do more.
Ricardo Hausmann
urges the US to issue more H1-B visas, argues that Europe must become a military superpower in its own right, applies the “growth diagnostics” framework to Venezuela, and more.
Now that Donald Trump is returning to the White House, he believes that it is an “absolute necessity” for the United States to have “ownership and control” of Greenland. But as an autonomous Danish territory where the US military already operates, Greenland has no reason to abandon its current political arrangement.
explains why the US president-elect's threats to seize the Danish territory are so dangerous.
Log in/Register
Please log in or register to continue. Registration is free.
LOS ANGELES – Nu overstromingen, bosbranden, temperaturen van recordhoogte en zoönose ziekten het onmogelijk maken de klimaat- en milieucrisis te negeren, komt de wereld misschien dichter bij een akkoord over het feit dat ernstige schade aan ons natuurlijk milieu meer is dan een zaak voor goodwill-overeenkomsten. Het zou een internationaal misdrijf kunnen worden.
De laatste keer dat een nieuw internationaal strafbaar feit werd ingevoerd, was na de Tweede Wereldoorlog. De Handvesten van Neurenberg en Tokio voegden misdaden tegen de menselijkheid toe aan de bestaande oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede (ʻagressieʼ), en verankerden het idee dat bepaalde daden zo flagrant zijn dat zij, ongeacht wie het directe slachtoffer is, ons allen aangaan. Kort daarna, in 1948, werd een specifiek misdrijf tegen de menselijkheid – genocide – opgenomen in een nieuw verdrag.
We zijn misschien getuige van een vergelijkbaar moment in onze relatie met het milieu. Vorige maand heeft een onafhankelijk panel van internationale juristen een ontwerptekst gepubliceerd waarin het misdrijf ʻecocideʼ wordt gedefinieerd; er zal worden voorgesteld deze tekst op te nemen in het Statuut van het Internationaal Strafhof (ICC). De parallellen zijn duidelijk: door van ecocide een internationaal misdrijf te maken, wordt erkend dat ernstige schade aan ons milieu een misdaad is tegen ons allen, en dat we dit niet langer kunnen overlaten aan regelgeving door individuele staten.
Het panel, bijeengeroepen door de Stop Ecocide Foundation (waarin wij zitting hadden), definieerde de misdaad als volgt: onrechtmatige of moedwillige handelingen die worden gepleegd in de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat door die handelingen ernstige en wijdverspreide dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht.
Er moeten twee drempels worden genomen om van dit misdrijf te kunnen spreken. In de eerste plaats moet het zeer waarschijnlijk zijn dat er ernstige en wijdverspreide dan wel langdurige schade aan het milieu zal worden toegebracht. Ernst is in alle omstandigheden een vereiste, en de waarschijnlijke schade moet ofwel wijdverspreid zijn (zich uitstrekken tot buiten een beperkt gebied, staatsgrenzen overschrijden, of een volledig ecosysteem of een groot aantal mensen treffen), of langdurig (onomkeerbaar of onherstelbaar door natuurlijk herstel binnen een redelijke termijn). Hieronder vallen situaties zoals de toxische verontreiniging van een bevolkingscentrum – een groot aantal mensen, maar een relatief beperkt geografisch gebied – of de vernietiging van een marien ecosysteem, dat weliswaar beperkt van omvang kan zijn, maar voorgoed verloren gaat.
Om aan de tweede drempel te voldoen moet de schade ʻonrechtmatig of moedwilligʼ zijn. In het ideale geval wordt het milieu afdoende beschermd door nationale wetten, en zijn extreme schendingen internationale misdaden. ʻOnrechtmatigʼ heeft betrekking op die situaties. Maar de nationale wetgevingen lopen uiteen, en de internationale milieuwetgeving omvat weinig expliciete verbodsbepalingen. En sommige wettelijk toegestane handelingen die schadelijk zijn voor het milieu zijn maatschappelijk wenselijk: denk maar aan broodnodige huisvestings-, vervoers- of infrastructuurprojecten. In dergelijke gevallen stelt de internationale milieuwetgeving beginselen vast – in de eerste plaats het beginsel van duurzame ontwikkeling – volgens welke staten zich dienen te gedragen. De term ʻmoedwilligʼ in de definitie van ecocide dient een soortgelijk doel en heeft betrekking op wettelijk toegestane handelingen die roekeloos zijn, vanwege de onevenredige omvang van de te verwachten schade.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Om te worden erkend als een internationaal misdrijf naast genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en agressie, moet het misdrijf ecocide de steun krijgen van ten minste twee derde van de ICC-lidstaten (momenteel 123 staten in totaal). Het zal dan van kracht worden voor iedere staat die het ratificeert. Personen in verantwoordelijke posities wier daden aan de definitie voldoen, zullen worden vervolgd door het ICC, of door nationale rechtbanken met rechtsbevoegdheid, en gevangenisstraf krijgen indien zij worden veroordeeld. Dit is een belangrijke verschuiving ten opzichte van de status quo, waar strafrechtelijke sancties ontbreken, op internationaal niveau en vaak ook op nationaal niveau, voor veel van de ergste gevallen van massale milieuvernietiging. In de meeste jurisdicties worden individuen of bedrijven alleen met financiële sancties geconfronteerd.
Het strafbaar stellen van ecocide zou een sterker afschrikkend effect kunnen hebben dan het vooruitzicht van een aanklacht wegens genocide of oorlogsmisdaden, omdat het grotendeels om een bedrijfsmisdrijf gaat. Omdat de waarde van een onderneming sterk afhankelijk is van haar reputatie en het vertrouwen van beleggers, zouden managers veel te verliezen hebben als zij in hetzelfde beklaagdenbankje zouden belanden als een oorlogsmisdadiger (het ICC vervolgt eerder individuele overtreders dan ondernemingen). Alleen al het risico om de indruk te wekken een internationaal misdrijf te hebben begaan, kan de besluitvormers van bedrijven ertoe aanzetten veiliger en duurzamer te werk te gaan. De hoop is dat het afschrikwekkende effect lang voordat de wet van kracht wordt, merkbaar zal zijn, naarmate het vooruitzicht van wetgeving zichtbaar wordt.
Natuurlijk is het helemaal niet zo eenvoudig om vooruitgang te boeken. Het Internationaal Strafhof bevindt zich al in moeilijk vaarwater, en uit de ontwikkelingen in Frankrijk blijkt duidelijk dat binnenlandse ecocide-wetgeving problematisch kan zijn (de onlangs aangenomen wet op het Klimaat en de Weerbaarheid omvat een veel bekritiseerde afzwakking van de term).
Maar er kan en moet brede internationale steun komen voor het misdrijf ecocide. Regeringen – waaronder die van Vanuatu, de Maldiven, Frankrijk, België, Finland, Spanje, Canada en Luxemburg – hebben al belangstelling getoond. En in een aantal landen, waaronder België, Portugal, Brazilië, Frankrijk, Bolivia, Bangladesh, het Verenigd Koninkrijk en Chili, zijn parlementaire moties of wetsvoorstellen ingediend. Landen moeten niet wachten op een catastrofe om de internationale misdaad van onze tijd een halt toe te roepen.
Vertaling: Menno Grootveld