CAMBRIDGE – Het concept van degrowth spreekt sinds kort tot de verbeelding van academici, activisten en politici – vooral in de rijke landen – die zich zorgen maken over ecologische duurzaamheid en sociaaleconomische rechtvaardigheid. In mei vorig jaar organiseerde het Europees Parlement een Beyond Growth-conferentie. Sindsdien heeft een stroom van artikelen (onder meer in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften) de opkomst gedocumenteerd van deze eens zo marginale beweging, die oproept om groei van het bbp als doel los te laten, het gebruik van energie en materialen te verminderen, en economische activiteiten te richten op menselijk welzijn.
Maar ondanks het enthousiasme van haar aanhangers mist de degrowth-beweging een coherente theorie van verandering en is daarom een doodlopende weg. Hoewel de idealen die ten grondslag liggen aan de beweging en aan sommige van haar voorstellen, zoals universele toegang tot publieke diensten en een garantie op groene banen, krachtig resoneren, zijn haar overkoepelende doelen politiek onpraktisch. Omdat degrowth een alles-of-niets-strategie is, zou zij bovendien de voortgang van het klimaatbeleid belemmeren.
Om te beginnen is degrowth gebaseerd op het idee dat ‘het systeem’ schuldig is aan onze klimaatproblemen, wat impliceert dat de oplossing bestaat uit het afschaffen van het kapitalisme. In deze context zien voorstanders gestage vooruitgang in de richting van de doelen van de beweging, zoals kortere werktijden of gerichte verboden op zeer vervuilende activiteiten, niet als een stap in de goede richting; integendeel, ze interpreteren dergelijke veranderingen als een manier voor beleidsmakers om het huidige systeem te verdedigen tegen kritiek. Met andere woorden, hervorming is antirevolutionair.
Op internationaal niveau vraagt degrowth om een actieve inkrimping van de rijke economieën en een vrijwillige overdracht van middelen naar het Mondiale Zuiden. Ondanks abstracte overwegingen van sociale rechtvaardigheid zou dit een politieke non-starter zijn: wanneer er minder middelen beschikbaar zijn, worden landen juist minder vrijgevig, en zeker niet vrijgeviger. Zelfs nu de geavanceerde economieën weer groeien, is het moeilijk gebleken om voldoende financiering te vinden voor het Loss and Damage Fund dat vorig jaar operationeel werd op de VN-conferentie over klimaatverandering in Dubai.
Op maatschappelijk niveau dringen degrowthers aan op een collectief moreel ontwaken. Als mensen de schade van het huidige economische model maar volledig zouden begrijpen, zo luidt de gedachte, dan zouden ze snel een ascetische levensstijl omarmen. Ze zouden afzien van vlees, vliegen, SUV’s en andere koolstofintensieve producten en diensten.
Maar hoewel de pleitbezorgers van degrowth zich een verlichte samenleving voorstellen, is wedden op de morele verbetering van de mensheid een slechte gok. Zoals filosoof Emrys Westacott heeft aangetoond, prediken de meeste wereldreligies, waaronder het christendom, het boeddhisme, de islam en het confucianisme, al heel lang een eenvoudig leven. Gezien de toestand van de planeet kunnen we er gevoeglijk vanuitgaan dat deze oproepen tot matiging weinig hebben gedaan om de niet aflatende drang naar consumptie te beteugelen. Verwachten dat een morele revolutie een structurele transformatie op gang zal brengen is als het wachten op Godot.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Het is zelfs zo dat een reactie tegen het huidige tempo van de klimaatmaatregelen – die verre van toereikend zijn – al aan kracht wint, met nationalistische partijen die in verschillende aanstaande verkiezingen de angst voor een groenere levensstijl uitbuiten. In deze context lijkt het idee dat een snelle ommekeer onder de rijken degrowth-beleid haalbaar zou maken, nog onrealistischer.
De politiek van klimaatverandering en milieubeleid is complex, juist omdat er een evenwicht moet worden gevonden tussen de onmiddellijke vraag van mensen naar levenskwaliteit, betaalbare energie en economische zekerheid enerzijds en duurzaamheid op de lange termijn anderzijds. Zoals Ezra Klein van The New York Times het welsprekend verwoordde, probeert de degrowth-beweging ‘de politiek uit de politiek te halen’ en ‘valt zij de gebreken van de huidige strategie aan als niet snel genoeg wanneer de belemmeringen politiek zijn, maar accepteert zij vervolgens niet de belemmeringen voor haar eigen politieke pad voorwaarts.’
In plaats van te proberen de groei te stoppen, moeten we onze groeipatronen herdefiniëren en heroriënteren in de richting van duurzaamheid, zodat we het hardnekkige verlangen om meer te consumeren kunnen verzoenen met de noodzaak om groenere keuzes te maken. Technologische vooruitgang, hernieuwbare energie en een verschuiving naar een circulaire economie bieden manieren om economische vooruitgang af te stemmen op zorg voor het milieu.
De politieke obstakels voor de degrowth-beweging zijn onoverkomelijk en daarom zal de nieuwe bekendheid van deze beweging van voorbijgaande aard zijn. Het meeste wat degrowthers kunnen hopen te bereiken is een paar bevoorrechten aan te zetten tot duurzamere consumptiegewoonten. In de mate dat dit succesvol is, zal de beweging, zij het in bescheiden mate, een bijdrage leveren aan het verminderen van de effecten van de klimaatverandering.
Klimaatdeskundigen herinneren ons er vaak aan dat er geen wondermiddel is tegen de opwarming van de aarde. Het voorkomen van een klimaatcatastrofe vraagt om een veelzijdige strategie met meerdere oplossingen. Maar degrowth is daar niet één van.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In 2024, global geopolitics and national politics have undergone considerable upheaval, and the world economy has both significant weaknesses, including Europe and China, and notable bright spots, especially the US. In the coming year, the range of possible outcomes will broaden further.
offers his predictions for the new year while acknowledging that the range of possible outcomes is widening.
CAMBRIDGE – Het concept van degrowth spreekt sinds kort tot de verbeelding van academici, activisten en politici – vooral in de rijke landen – die zich zorgen maken over ecologische duurzaamheid en sociaaleconomische rechtvaardigheid. In mei vorig jaar organiseerde het Europees Parlement een Beyond Growth-conferentie. Sindsdien heeft een stroom van artikelen (onder meer in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften) de opkomst gedocumenteerd van deze eens zo marginale beweging, die oproept om groei van het bbp als doel los te laten, het gebruik van energie en materialen te verminderen, en economische activiteiten te richten op menselijk welzijn.
Maar ondanks het enthousiasme van haar aanhangers mist de degrowth-beweging een coherente theorie van verandering en is daarom een doodlopende weg. Hoewel de idealen die ten grondslag liggen aan de beweging en aan sommige van haar voorstellen, zoals universele toegang tot publieke diensten en een garantie op groene banen, krachtig resoneren, zijn haar overkoepelende doelen politiek onpraktisch. Omdat degrowth een alles-of-niets-strategie is, zou zij bovendien de voortgang van het klimaatbeleid belemmeren.
Om te beginnen is degrowth gebaseerd op het idee dat ‘het systeem’ schuldig is aan onze klimaatproblemen, wat impliceert dat de oplossing bestaat uit het afschaffen van het kapitalisme. In deze context zien voorstanders gestage vooruitgang in de richting van de doelen van de beweging, zoals kortere werktijden of gerichte verboden op zeer vervuilende activiteiten, niet als een stap in de goede richting; integendeel, ze interpreteren dergelijke veranderingen als een manier voor beleidsmakers om het huidige systeem te verdedigen tegen kritiek. Met andere woorden, hervorming is antirevolutionair.
Op internationaal niveau vraagt degrowth om een actieve inkrimping van de rijke economieën en een vrijwillige overdracht van middelen naar het Mondiale Zuiden. Ondanks abstracte overwegingen van sociale rechtvaardigheid zou dit een politieke non-starter zijn: wanneer er minder middelen beschikbaar zijn, worden landen juist minder vrijgevig, en zeker niet vrijgeviger. Zelfs nu de geavanceerde economieën weer groeien, is het moeilijk gebleken om voldoende financiering te vinden voor het Loss and Damage Fund dat vorig jaar operationeel werd op de VN-conferentie over klimaatverandering in Dubai.
Op maatschappelijk niveau dringen degrowthers aan op een collectief moreel ontwaken. Als mensen de schade van het huidige economische model maar volledig zouden begrijpen, zo luidt de gedachte, dan zouden ze snel een ascetische levensstijl omarmen. Ze zouden afzien van vlees, vliegen, SUV’s en andere koolstofintensieve producten en diensten.
Maar hoewel de pleitbezorgers van degrowth zich een verlichte samenleving voorstellen, is wedden op de morele verbetering van de mensheid een slechte gok. Zoals filosoof Emrys Westacott heeft aangetoond, prediken de meeste wereldreligies, waaronder het christendom, het boeddhisme, de islam en het confucianisme, al heel lang een eenvoudig leven. Gezien de toestand van de planeet kunnen we er gevoeglijk vanuitgaan dat deze oproepen tot matiging weinig hebben gedaan om de niet aflatende drang naar consumptie te beteugelen. Verwachten dat een morele revolutie een structurele transformatie op gang zal brengen is als het wachten op Godot.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Het is zelfs zo dat een reactie tegen het huidige tempo van de klimaatmaatregelen – die verre van toereikend zijn – al aan kracht wint, met nationalistische partijen die in verschillende aanstaande verkiezingen de angst voor een groenere levensstijl uitbuiten. In deze context lijkt het idee dat een snelle ommekeer onder de rijken degrowth-beleid haalbaar zou maken, nog onrealistischer.
De politiek van klimaatverandering en milieubeleid is complex, juist omdat er een evenwicht moet worden gevonden tussen de onmiddellijke vraag van mensen naar levenskwaliteit, betaalbare energie en economische zekerheid enerzijds en duurzaamheid op de lange termijn anderzijds. Zoals Ezra Klein van The New York Times het welsprekend verwoordde, probeert de degrowth-beweging ‘de politiek uit de politiek te halen’ en ‘valt zij de gebreken van de huidige strategie aan als niet snel genoeg wanneer de belemmeringen politiek zijn, maar accepteert zij vervolgens niet de belemmeringen voor haar eigen politieke pad voorwaarts.’
In plaats van te proberen de groei te stoppen, moeten we onze groeipatronen herdefiniëren en heroriënteren in de richting van duurzaamheid, zodat we het hardnekkige verlangen om meer te consumeren kunnen verzoenen met de noodzaak om groenere keuzes te maken. Technologische vooruitgang, hernieuwbare energie en een verschuiving naar een circulaire economie bieden manieren om economische vooruitgang af te stemmen op zorg voor het milieu.
De politieke obstakels voor de degrowth-beweging zijn onoverkomelijk en daarom zal de nieuwe bekendheid van deze beweging van voorbijgaande aard zijn. Het meeste wat degrowthers kunnen hopen te bereiken is een paar bevoorrechten aan te zetten tot duurzamere consumptiegewoonten. In de mate dat dit succesvol is, zal de beweging, zij het in bescheiden mate, een bijdrage leveren aan het verminderen van de effecten van de klimaatverandering.
Klimaatdeskundigen herinneren ons er vaak aan dat er geen wondermiddel is tegen de opwarming van de aarde. Het voorkomen van een klimaatcatastrofe vraagt om een veelzijdige strategie met meerdere oplossingen. Maar degrowth is daar niet één van.
Vertaling: Menno Grootveld