CAIRO – De kloof tussen de middelen die nodig zijn om de broeikasgasemissies tegen 2050 tot nul terug te brengen en de middelen die momenteel beschikbaar zijn, bedraagt biljoenen dollars – en groeit nog steeds. Nu veel ontwikkelingslanden en opkomende economieën terrein verliezen in de nasleep van de pandemie, moet er publiek en privaat kapitaal worden gemobiliseerd om de mitigatie- en aanpassingsinspanningen te versnellen. Maar dit vereist van regeringen geloofwaardige plannen om de wereldwijde duurzaamheidsdoelen te bereiken, om dit beleid zelf te ontwerpen en uit te voeren, en om ervoor te zorgen dat de kosten en baten van hun strategieën eerlijk worden verdeeld.
De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering in Egypte (COP27) van afgelopen november, ook wel de ‘implementatie-COP’ genoemd, legde de basis voor een eerlijker en robuuster klimaatfinancieringssysteem. De ‘leidraad’ van de conferentie riep de internationale gemeenschap op om een transformatieve agenda te bevorderen die oog heeft voor de nationale prioriteiten van ontwikkelingslanden en zorgt voor eerlijke toegang tot financiële en technische middelen. De definitie van klimaatrechtvaardigheid omvatte ‘billijke toegang tot kwalitatieve en kwantitatieve klimaatfinanciering’ die rekening houdt met de ‘historische verantwoordelijkheid voor klimaatverandering’ en ‘veerkrachtige ontwikkelingstrajecten ondersteunt, waarbij niemand wordt achtergelaten.’
Met dit in gedachten lanceerde Egypte tijdens COP27 zijn investeringsprogramma Nexus of Water, Food, and Energy, dat een praktisch en repliceerbaar model biedt voor een rechtvaardige netto-nultransitie via het NWFE-concept van ‘landenplatforms.”’ Deze platforms zijn bedoeld om landen te helpen staatscapaciteiten op te bouwen en benadrukken het belang van de eigen verantwoordelijkheid van ontwikkelingslanden (of ‘ownership’ in hulp-parlando).
NWFE (uitgesproken als ‘nuafiy,’ wat Arabisch is voor ‘beloften nakomen’) bouwt voort op de verbintenissen die Egypte is aangegaan in het kader van het klimaatverdrag van Parijs van 2015, en is bedoeld om financiële steun aan te trekken voor de ontwikkelingsagenda van het land en tegelijkertijd de klimaatmaatregelen te versnellen. Tot de belanghebbenden behoren multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s) zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, de Europese Investeringsbank en de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank.
Het NWFE-platform integreert diverse water-, voedsel- en energieprojecten met hoge prioriteit – allemaal geselecteerd door de Egyptische regering – met een totale waarde van 14,7 miljard dollar. De projecten zijn gericht op het vervangen van bestaande inefficiënte thermische energiecentrales door hernieuwbare energie; het verbeteren van de aanpassing van kleine boeren aan de klimaatrisico’s; het moderniseren van landbouwpraktijken om de efficiëntie van irrigatie te vergroten en gewasopbrengsten te verhogen; het versterken van de veerkracht van kwetsbare regio’s; het creëren van waterontziltingscapaciteit; en het opzetten van systemen voor vroegtijdige waarschuwing.
Door gebruik te maken van innovatieve financieringsmechanismen om overheidsmiddelen, technische bijstand en particuliere investeringen te mobiliseren, wil Egypte zijn partnerschappen met de MDB’s en andere ontwikkelingsstakeholders inzetten om zijn klimaatagenda te versnellen. Dit zou de groene transitie van het land ondersteunen en laten zien dat klimaatactie en economische ontwikkeling hand in hand kunnen gaan. Egypte kan ook een beroep doen op deze partnerschappen om het land te helpen bij de geleidelijke afschaffing van ‘bruine’ olie, gas en mineralen. Met gedeeltelijke concessionele financiële steun van de Verenigde Staten kan het land bijvoorbeeld werknemers die in de fossiele brandstoffensector werken omscholen (of met pensioen sturen).
Maar het meest innovatieve instrument is misschien wel de schuld-voor-klimaat-ruil, waarbij Egypte gedeeltelijke schuldverlichting krijgt van bijvoorbeeld Duitsland in ruil voor toezeggingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit soort prestatiegerelateerde financiële instrumenten zou veel ontwikkelingslanden en opkomende landen de kans kunnen bieden om hun schuldenlast te verlagen of goedkope fondsen te verkrijgen. Door ontwikkelingshulp te koppelen aan vooruitgang op het gebied van een gemeenschappelijk mondiaal doel, zouden dergelijke swaps ook belangrijk kunnen blijken bij het verzachten van de ergste gevolgen van de klimaatverandering.
Zoals in een rapport uit 2018 van de G20 Eminent Persons Group on Global Financial Governance wordt opgemerkt, heeft collectieve actie via landenplatforms het vermogen om publieke en private investeringen te ontsluiten voor klimaatbestendige en duurzame ontwikkeling. Dergelijke investeringsplatforms kunnen verschillende vormen aannemen. Just Energy Transition Partnerships (JETP’s) bijvoorbeeld – voor het eerst geïntroduceerd tijdens de COP26 in Schotland in 2021 – zijn bedoeld om particulier kapitaal te richten op doelstellingen voor het koolstofarm maken van de energiesector. Sinds de lancering in Zuid-Afrika zijn er ook JETP’s opgericht in Indonesië, India, Vietnam en Senegal.
Het NWFE-initiatief van Egypte biedt een nuttig model voor de manier waarop ontwikkelingslanden en opkomende landen de uitvoering van hun nationale klimaatagenda’s kunnen versnellen in overeenstemming met de mondiale prioriteiten. Door de coördinatie tussen binnenlandse en externe belanghebbenden aan te moedigen, kunnen dergelijke programma’s helpen de informatiekloof te overbruggen, gemeenschappelijke normen vast te stellen en het aantal financierbare projecten te verhogen.
Maar het succes van het platform staat of valt met binnenlandse handelingsbekwaamheid, transparantie en verantwoordelijkheid bij het beheer van deze partnerschappen. Het belangrijkste is dat de groene transitie als rechtvaardig moet worden gezien om duurzaam te kunnen zijn. Voorspelbaarheid is vooral belangrijk voor de armen, en eerlijkheid is essentieel om op de lange termijn publieke steun te krijgen voor klimaatmaatregelen. Om deze doelen te bereiken, moeten regeringen het voortouw nemen op het gebied van de klimaatfinanciering. De netto-nultransitie hangt ervan af.
Vertaling: Menno Grootveld
CAIRO – De kloof tussen de middelen die nodig zijn om de broeikasgasemissies tegen 2050 tot nul terug te brengen en de middelen die momenteel beschikbaar zijn, bedraagt biljoenen dollars – en groeit nog steeds. Nu veel ontwikkelingslanden en opkomende economieën terrein verliezen in de nasleep van de pandemie, moet er publiek en privaat kapitaal worden gemobiliseerd om de mitigatie- en aanpassingsinspanningen te versnellen. Maar dit vereist van regeringen geloofwaardige plannen om de wereldwijde duurzaamheidsdoelen te bereiken, om dit beleid zelf te ontwerpen en uit te voeren, en om ervoor te zorgen dat de kosten en baten van hun strategieën eerlijk worden verdeeld.
De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering in Egypte (COP27) van afgelopen november, ook wel de ‘implementatie-COP’ genoemd, legde de basis voor een eerlijker en robuuster klimaatfinancieringssysteem. De ‘leidraad’ van de conferentie riep de internationale gemeenschap op om een transformatieve agenda te bevorderen die oog heeft voor de nationale prioriteiten van ontwikkelingslanden en zorgt voor eerlijke toegang tot financiële en technische middelen. De definitie van klimaatrechtvaardigheid omvatte ‘billijke toegang tot kwalitatieve en kwantitatieve klimaatfinanciering’ die rekening houdt met de ‘historische verantwoordelijkheid voor klimaatverandering’ en ‘veerkrachtige ontwikkelingstrajecten ondersteunt, waarbij niemand wordt achtergelaten.’
Met dit in gedachten lanceerde Egypte tijdens COP27 zijn investeringsprogramma Nexus of Water, Food, and Energy, dat een praktisch en repliceerbaar model biedt voor een rechtvaardige netto-nultransitie via het NWFE-concept van ‘landenplatforms.”’ Deze platforms zijn bedoeld om landen te helpen staatscapaciteiten op te bouwen en benadrukken het belang van de eigen verantwoordelijkheid van ontwikkelingslanden (of ‘ownership’ in hulp-parlando).
NWFE (uitgesproken als ‘nuafiy,’ wat Arabisch is voor ‘beloften nakomen’) bouwt voort op de verbintenissen die Egypte is aangegaan in het kader van het klimaatverdrag van Parijs van 2015, en is bedoeld om financiële steun aan te trekken voor de ontwikkelingsagenda van het land en tegelijkertijd de klimaatmaatregelen te versnellen. Tot de belanghebbenden behoren multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s) zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, de Europese Investeringsbank en de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank.
Het NWFE-platform integreert diverse water-, voedsel- en energieprojecten met hoge prioriteit – allemaal geselecteerd door de Egyptische regering – met een totale waarde van 14,7 miljard dollar. De projecten zijn gericht op het vervangen van bestaande inefficiënte thermische energiecentrales door hernieuwbare energie; het verbeteren van de aanpassing van kleine boeren aan de klimaatrisico’s; het moderniseren van landbouwpraktijken om de efficiëntie van irrigatie te vergroten en gewasopbrengsten te verhogen; het versterken van de veerkracht van kwetsbare regio’s; het creëren van waterontziltingscapaciteit; en het opzetten van systemen voor vroegtijdige waarschuwing.
Door gebruik te maken van innovatieve financieringsmechanismen om overheidsmiddelen, technische bijstand en particuliere investeringen te mobiliseren, wil Egypte zijn partnerschappen met de MDB’s en andere ontwikkelingsstakeholders inzetten om zijn klimaatagenda te versnellen. Dit zou de groene transitie van het land ondersteunen en laten zien dat klimaatactie en economische ontwikkeling hand in hand kunnen gaan. Egypte kan ook een beroep doen op deze partnerschappen om het land te helpen bij de geleidelijke afschaffing van ‘bruine’ olie, gas en mineralen. Met gedeeltelijke concessionele financiële steun van de Verenigde Staten kan het land bijvoorbeeld werknemers die in de fossiele brandstoffensector werken omscholen (of met pensioen sturen).
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Maar het meest innovatieve instrument is misschien wel de schuld-voor-klimaat-ruil, waarbij Egypte gedeeltelijke schuldverlichting krijgt van bijvoorbeeld Duitsland in ruil voor toezeggingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit soort prestatiegerelateerde financiële instrumenten zou veel ontwikkelingslanden en opkomende landen de kans kunnen bieden om hun schuldenlast te verlagen of goedkope fondsen te verkrijgen. Door ontwikkelingshulp te koppelen aan vooruitgang op het gebied van een gemeenschappelijk mondiaal doel, zouden dergelijke swaps ook belangrijk kunnen blijken bij het verzachten van de ergste gevolgen van de klimaatverandering.
Zoals in een rapport uit 2018 van de G20 Eminent Persons Group on Global Financial Governance wordt opgemerkt, heeft collectieve actie via landenplatforms het vermogen om publieke en private investeringen te ontsluiten voor klimaatbestendige en duurzame ontwikkeling. Dergelijke investeringsplatforms kunnen verschillende vormen aannemen. Just Energy Transition Partnerships (JETP’s) bijvoorbeeld – voor het eerst geïntroduceerd tijdens de COP26 in Schotland in 2021 – zijn bedoeld om particulier kapitaal te richten op doelstellingen voor het koolstofarm maken van de energiesector. Sinds de lancering in Zuid-Afrika zijn er ook JETP’s opgericht in Indonesië, India, Vietnam en Senegal.
Het NWFE-initiatief van Egypte biedt een nuttig model voor de manier waarop ontwikkelingslanden en opkomende landen de uitvoering van hun nationale klimaatagenda’s kunnen versnellen in overeenstemming met de mondiale prioriteiten. Door de coördinatie tussen binnenlandse en externe belanghebbenden aan te moedigen, kunnen dergelijke programma’s helpen de informatiekloof te overbruggen, gemeenschappelijke normen vast te stellen en het aantal financierbare projecten te verhogen.
Maar het succes van het platform staat of valt met binnenlandse handelingsbekwaamheid, transparantie en verantwoordelijkheid bij het beheer van deze partnerschappen. Het belangrijkste is dat de groene transitie als rechtvaardig moet worden gezien om duurzaam te kunnen zijn. Voorspelbaarheid is vooral belangrijk voor de armen, en eerlijkheid is essentieel om op de lange termijn publieke steun te krijgen voor klimaatmaatregelen. Om deze doelen te bereiken, moeten regeringen het voortouw nemen op het gebied van de klimaatfinanciering. De netto-nultransitie hangt ervan af.
Vertaling: Menno Grootveld