MADRID/BOSTON – De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP28) die momenteel in Dubai plaatsvindt, zal van doorslaggevend belang zijn voor het Loss and Damage Fund dat tijdens COP27 werd opgericht, omdat regeringen het eens moeten worden over de manier waarop het nieuwe fonds operationeel zal worden gemaakt en zal worden gefinancierd. Maar net zo belangrijk is de eerste mondiale inventarisatie (GST), die de voortgang van landen zal beoordelen bij het behalen van de doelen van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015.
Een voorlopig rapport over de GST, dat in oktober werd uitgebracht, is teleurstellend, terwijl de meest recente World Energy Outlook van het Internationaal Energieagentschap laat zien dat het kooldioxideniveau wereldwijd zijn piek nog moet bereiken. Dit betekent dat als we onze klimaatdoelstellingen willen halen, we de transitie naar schone energie moeten versnellen en de uitstoot van broeikasgassen dringend moeten verminderen. Maar terwijl we hiervoor ongetwijfeld het enorme financieringstekort voor het klimaat moeten dichten, moeten beleidsmakers ook de wijdverspreide staatsschuldenproblemen oplossen.
Het Debt Relief for a Green and Inclusive Recovery Project, dat gebruik maakt van gegevens van het VN-Ontwikkelingsprogramma en het Internationaal Monetair Fonds, schat dat 69 landen onmiddellijke schuldverlichting nodig hebben, waarvan 61 landen minstens 812 miljard dollar schuld hebben die moet worden geherstructureerd in alle categorieën van schuldeisers. Bovendien werd in een werkdocument van het IMF berekend dat slechts zeven van de 29 lage-inkomenslanden die een schatting van hun aanpassingsbehoeften hebben ingediend, voldoende begrotingsruimte hadden om aan die behoeften te voldoen en hun emissiereductiedoelstellingen, ook bekend als nationaal vastgestelde bijdragen (NDC’s), te halen. Nu de kosten van de schuldendienst in 2024 zullen stijgen, zullen veel landen meer uitgeven aan rentebetalingen dan aan gezondheidszorg of onderwijs.
Zolang de schuldencrisis in het Mondiale Zuiden voortduurt, zullen veel opkomende markten en ontwikkelingseconomieën niet kunnen investeren in genderbewuste koolstofarme ontwikkeling. Dit zou deze landen op hun beurt kwetsbaarder maken voor klimaatschokken en fiscale instabiliteit, en zou ook het doel om de opwarming van de Aarde te beperken tot 1,5° Celsius, het doel van het klimaatverdrag van Parijs, in de weg staan.
Om de verwevenheid tussen schulden en klimaat tijdens COP28 en daarna aan te pakken, moeten beleidsmakers zich richten op drie doelstellingen: een meer inclusief en efficiënt schuldherstructureringsproces; meer financiering tegen gunstige voorwaarden; en uitbreiding van de omvang en het mandaat van de multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s).
Om te beginnen moet het Common Framework van de G20 worden hervormd om ervoor te zorgen dat alle klimaatgevoelige landen, inclusief middeninkomenslanden, in aanmerking komen voor schuldverlichting. Hoewel het Common Framework is begonnen met het bieden van verlichting, waren recente schuldherstructureringsovereenkomsten bescheiden in omvang en werden ze pas bereikt na langdurige onderhandelingen die het probleem alleen maar verergerden. Toekomstige overeenkomsten moeten zorgen voor aanzienlijke verlichtingsmaatregelen die landen in staat stellen om de economische groei te stimuleren en hun klimaatdoelstellingen te halen, in plaats van ze alleen maar terug te brengen naar eerdere bezuinigingsniveaus of ze te helpen de volgende crisis af te wenden.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
In de tweede plaats is de behoefte aan meer concessionele financiering nog nooit zo duidelijk geweest. In oktober, tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten van de Wereldbank en het IMF in Marrakesh, merkte IMF-directeur Kristalina Georgieva op dat de rentetarieven zich in een ‘hoger-voor-langer-tijdperk’ bevinden. Dit komt op hetzelfde moment dat landen het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, die zeer gevoelig zijn voor de kosten van kapitaal, moeten versnellen. Bovendien is gebleken dat klimaatkwetsbaarheid de kosten van schulden opdrijft en de toegang tot financiering beperkt.
Maar er is voldoende ruimte om de concessionele financiering op te schalen. Van 2021 tot 2022 waren goedkope schulden en subsidies op projectniveau goed voor slechts elf procent van de totale klimaatfinanciering, volgens het Climate Policy Initiative. De Wereldbank heeft in het kader van haar ‘Evolution Roadmap’-initiatief aangegeven dat ze de concessionele kredietverlening zal uitbreiden tot buiten de kring van de armste landen, om de noodzakelijke klimaatinvesteringen te financieren. Andere MDB’s moeten deze aanpak volgen en hun aandeelhouders moeten meer kapitaal inbrengen om dit mogelijk te maken, zodat regeringen toegang krijgen tot betaalbare financiering die andere prioriteiten niet verdringt.
Bovendien moeten de MDB’s groter worden en beter toegerust worden om de goedkope langetermijnfinanciering te bieden die klimaatgevoelige landen nodig hebben. De Wereldbank heeft een stap in deze richting gezet door maatregelen te nemen om de balans te optimaliseren en zo de omvang van haar leningen de komende tien jaar met vijftig miljard dollar te vergroten, maar dat is niet genoeg. Andere MDB’s moeten concrete plannen voor kapitaaluitbreiding opstellen en bij de presentatie daarvan aan hun raden van bestuur aangeven hoe een nieuwe injectie van middelen hen in staat zal stellen om ontwikkelingslanden tegen lage kosten te financieren en gedurfder in te zetten op transformatie-investeringen.
De MDB’s moeten niet alleen hun leencapaciteit vergroten, maar ook de schuldarchitectuur hervormen. De Wereldbank heeft bijvoorbeeld een schuldpauzeclausule opgenomen in nieuwe en bestaande leenovereenkomsten, waardoor 45 kleine eilanden en landen die te maken krijgen met kwalificerende gebeurtenissen hun rentebetalingen en aflossingen kunnen uitstellen. Maar de leningen van alle crediteurenlanden zouden zo’n clausule moeten bevatten. Het zou ook in het belang van de aandeelhouders van de MDB’s zijn om het schuldherstructureringsproces te verbeteren: een verlengde schuldencrisis betekent eenvoudigweg dat de MDB’s langer concessionele financiering zullen moeten verstrekken, aangezien die gebonden is aan schuldindicatoren.
De GST op COP28 zal zeker tot de conclusie komen dat de wereld ver achterblijft bij de doelstellingen van het verdrag van Parijs. Er is versnelde actie nodig – op het gebied van de klimaatfinanciering, de wereldwijde beleidscoördinatie en de inzet van hernieuwbare energie – maar hoge schuldniveaus staan dit nu in de weg. Veelzeggend is dat Egypte, de gastheer van de COP van vorig jaar, in zijn herziene NDC expliciet opmerkte dat de afbetaling van schulden de klimaatambities van het land beperkte.
De G20-regeringen en internationale financiële instellingen moeten erkennen dat een zware schuldenlast de klimaatcrisis kan verergeren. Het mobiliseren van financiële middelen op een ongekende schaal is weliswaar belangrijk, maar moet worden aangevuld met maatregelen om de zware staatsschuldenlast aan te pakken. We mogen hopen dat de GST, door beleidsmakers te dwingen de confrontatie aan te gaan met de gevaarlijk trage vooruitgang van de wereld in de richting van netto-nul-emissies tijdens COP28, de politieke wil en het vertrouwen zal opwekken die nodig zijn om de in elkaar grijpende problemen van schuldproblemen en opwarming van de Aarde aan te pakken.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
MADRID/BOSTON – De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP28) die momenteel in Dubai plaatsvindt, zal van doorslaggevend belang zijn voor het Loss and Damage Fund dat tijdens COP27 werd opgericht, omdat regeringen het eens moeten worden over de manier waarop het nieuwe fonds operationeel zal worden gemaakt en zal worden gefinancierd. Maar net zo belangrijk is de eerste mondiale inventarisatie (GST), die de voortgang van landen zal beoordelen bij het behalen van de doelen van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015.
Een voorlopig rapport over de GST, dat in oktober werd uitgebracht, is teleurstellend, terwijl de meest recente World Energy Outlook van het Internationaal Energieagentschap laat zien dat het kooldioxideniveau wereldwijd zijn piek nog moet bereiken. Dit betekent dat als we onze klimaatdoelstellingen willen halen, we de transitie naar schone energie moeten versnellen en de uitstoot van broeikasgassen dringend moeten verminderen. Maar terwijl we hiervoor ongetwijfeld het enorme financieringstekort voor het klimaat moeten dichten, moeten beleidsmakers ook de wijdverspreide staatsschuldenproblemen oplossen.
Het Debt Relief for a Green and Inclusive Recovery Project, dat gebruik maakt van gegevens van het VN-Ontwikkelingsprogramma en het Internationaal Monetair Fonds, schat dat 69 landen onmiddellijke schuldverlichting nodig hebben, waarvan 61 landen minstens 812 miljard dollar schuld hebben die moet worden geherstructureerd in alle categorieën van schuldeisers. Bovendien werd in een werkdocument van het IMF berekend dat slechts zeven van de 29 lage-inkomenslanden die een schatting van hun aanpassingsbehoeften hebben ingediend, voldoende begrotingsruimte hadden om aan die behoeften te voldoen en hun emissiereductiedoelstellingen, ook bekend als nationaal vastgestelde bijdragen (NDC’s), te halen. Nu de kosten van de schuldendienst in 2024 zullen stijgen, zullen veel landen meer uitgeven aan rentebetalingen dan aan gezondheidszorg of onderwijs.
Zolang de schuldencrisis in het Mondiale Zuiden voortduurt, zullen veel opkomende markten en ontwikkelingseconomieën niet kunnen investeren in genderbewuste koolstofarme ontwikkeling. Dit zou deze landen op hun beurt kwetsbaarder maken voor klimaatschokken en fiscale instabiliteit, en zou ook het doel om de opwarming van de Aarde te beperken tot 1,5° Celsius, het doel van het klimaatverdrag van Parijs, in de weg staan.
Om de verwevenheid tussen schulden en klimaat tijdens COP28 en daarna aan te pakken, moeten beleidsmakers zich richten op drie doelstellingen: een meer inclusief en efficiënt schuldherstructureringsproces; meer financiering tegen gunstige voorwaarden; en uitbreiding van de omvang en het mandaat van de multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s).
Om te beginnen moet het Common Framework van de G20 worden hervormd om ervoor te zorgen dat alle klimaatgevoelige landen, inclusief middeninkomenslanden, in aanmerking komen voor schuldverlichting. Hoewel het Common Framework is begonnen met het bieden van verlichting, waren recente schuldherstructureringsovereenkomsten bescheiden in omvang en werden ze pas bereikt na langdurige onderhandelingen die het probleem alleen maar verergerden. Toekomstige overeenkomsten moeten zorgen voor aanzienlijke verlichtingsmaatregelen die landen in staat stellen om de economische groei te stimuleren en hun klimaatdoelstellingen te halen, in plaats van ze alleen maar terug te brengen naar eerdere bezuinigingsniveaus of ze te helpen de volgende crisis af te wenden.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
In de tweede plaats is de behoefte aan meer concessionele financiering nog nooit zo duidelijk geweest. In oktober, tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten van de Wereldbank en het IMF in Marrakesh, merkte IMF-directeur Kristalina Georgieva op dat de rentetarieven zich in een ‘hoger-voor-langer-tijdperk’ bevinden. Dit komt op hetzelfde moment dat landen het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, die zeer gevoelig zijn voor de kosten van kapitaal, moeten versnellen. Bovendien is gebleken dat klimaatkwetsbaarheid de kosten van schulden opdrijft en de toegang tot financiering beperkt.
Maar er is voldoende ruimte om de concessionele financiering op te schalen. Van 2021 tot 2022 waren goedkope schulden en subsidies op projectniveau goed voor slechts elf procent van de totale klimaatfinanciering, volgens het Climate Policy Initiative. De Wereldbank heeft in het kader van haar ‘Evolution Roadmap’-initiatief aangegeven dat ze de concessionele kredietverlening zal uitbreiden tot buiten de kring van de armste landen, om de noodzakelijke klimaatinvesteringen te financieren. Andere MDB’s moeten deze aanpak volgen en hun aandeelhouders moeten meer kapitaal inbrengen om dit mogelijk te maken, zodat regeringen toegang krijgen tot betaalbare financiering die andere prioriteiten niet verdringt.
Bovendien moeten de MDB’s groter worden en beter toegerust worden om de goedkope langetermijnfinanciering te bieden die klimaatgevoelige landen nodig hebben. De Wereldbank heeft een stap in deze richting gezet door maatregelen te nemen om de balans te optimaliseren en zo de omvang van haar leningen de komende tien jaar met vijftig miljard dollar te vergroten, maar dat is niet genoeg. Andere MDB’s moeten concrete plannen voor kapitaaluitbreiding opstellen en bij de presentatie daarvan aan hun raden van bestuur aangeven hoe een nieuwe injectie van middelen hen in staat zal stellen om ontwikkelingslanden tegen lage kosten te financieren en gedurfder in te zetten op transformatie-investeringen.
De MDB’s moeten niet alleen hun leencapaciteit vergroten, maar ook de schuldarchitectuur hervormen. De Wereldbank heeft bijvoorbeeld een schuldpauzeclausule opgenomen in nieuwe en bestaande leenovereenkomsten, waardoor 45 kleine eilanden en landen die te maken krijgen met kwalificerende gebeurtenissen hun rentebetalingen en aflossingen kunnen uitstellen. Maar de leningen van alle crediteurenlanden zouden zo’n clausule moeten bevatten. Het zou ook in het belang van de aandeelhouders van de MDB’s zijn om het schuldherstructureringsproces te verbeteren: een verlengde schuldencrisis betekent eenvoudigweg dat de MDB’s langer concessionele financiering zullen moeten verstrekken, aangezien die gebonden is aan schuldindicatoren.
De GST op COP28 zal zeker tot de conclusie komen dat de wereld ver achterblijft bij de doelstellingen van het verdrag van Parijs. Er is versnelde actie nodig – op het gebied van de klimaatfinanciering, de wereldwijde beleidscoördinatie en de inzet van hernieuwbare energie – maar hoge schuldniveaus staan dit nu in de weg. Veelzeggend is dat Egypte, de gastheer van de COP van vorig jaar, in zijn herziene NDC expliciet opmerkte dat de afbetaling van schulden de klimaatambities van het land beperkte.
De G20-regeringen en internationale financiële instellingen moeten erkennen dat een zware schuldenlast de klimaatcrisis kan verergeren. Het mobiliseren van financiële middelen op een ongekende schaal is weliswaar belangrijk, maar moet worden aangevuld met maatregelen om de zware staatsschuldenlast aan te pakken. We mogen hopen dat de GST, door beleidsmakers te dwingen de confrontatie aan te gaan met de gevaarlijk trage vooruitgang van de wereld in de richting van netto-nul-emissies tijdens COP28, de politieke wil en het vertrouwen zal opwekken die nodig zijn om de in elkaar grijpende problemen van schuldproblemen en opwarming van de Aarde aan te pakken.
Vertaling: Menno Grootveld