BRUSSEL – De Green Deal van de Europese Unie is een van de meest succesvolle en transformerende beleidskaders van het blok en biedt een duidelijk pad naar volledige duurzaamheid tegen het midden van de eeuw. Maar opkomende uitdagingen, zoals een geopolitiek landschap dat steeds meer tegenstellingen kent en snel escalerende klimaat- en biodiversiteitscrises, vragen om een herijking van de Green Deal om ervoor te zorgen dat deze zijn doelen kan bereiken.
Er zijn drie manieren om het raamwerk te versterken. De eerste is om de strijd tegen de klimaatverandering af te stemmen op de inspanningen om de EU concurrerender te maken. De energieprijzen van Europa, die na de inval van Rusland in Oekraïne omhoog zijn geschoten tot een onhoudbaar niveau, zijn de hoofdoorzaak van het afnemende concurrentievermogen van de EU. De invasie en de daaropvolgende ontwrichting van de Russische aardgasleveringen hebben aangetoond dat de voortdurende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen de klimaatverandering verergert en een direct risico vormt voor de economische toekomst van Europa. De EU-lidstaten betalen momenteel twee keer zoveel voor aardgas als de Verenigde Staten en andere landen.
Om concurrerend te blijven, moeten de Europese landen hun energiesystemen sneller koolstofvrij maken. Het succes van het RePowerEU-plan van de EU, dat Europa’s afhankelijkheid van Russisch gas snel verminderde, laat zien dat dit haalbaar is. Maar als de EU geen zinvolle stappen onderneemt om haar afhankelijkheid van grote hoeveelheden olie en vloeibaar aardgas te verminderen, riskeert ze slechts een gedeeltelijke decarbonisatie, waardoor ze blootgesteld blijft aan volatiele energieprijzen.
Door een EU-brede, tien jaar durende inspanning te leveren om Europa’s energiesystemen en industrieën koolstofvrij te maken, kan het concurrentievermogen van het blok aanzienlijk worden verbeterd. Door voort te bouwen op het EU-initiatief Fit for 55, met name het emissiehandelssysteem (ETS), zouden beleidsmakers de nodige regelgevings- en investeringskaders kunnen vaststellen om de overgang naar schone energie te versnellen en tegelijkertijd de turbulente energiemarkt de komende jaren het hoofd te bieden.
Hiervoor moeten de 27 lidstaten van de EU hun voorkeur voor het handhaven van een afzonderlijk industriebeleid overwinnen. Met een Green Deal 2.0 kan de politieke en financiële macht van de lidstaten worden geconsolideerd in één Europees industrieel transitieplan.
Om dit transitieplan te laten werken, moet het worden uitgebreid naar regio’s als het Middellandse Zeegebied en Oekraïne, die cruciaal zijn voor het leveren van voldoende koolstofarme energie en grondstoffen. Regionale samenwerking op het gebied van energie kan ook helpen om twee andere grote uitdagingen voor de EU aan te pakken: migratie en de toetreding van Oekraïne.
De tweede manier om de Europese Green Deal te versterken is het bevorderen van een rechtvaardige transitie naar een koolstofarme economie. Beleidsmakers moeten niet alleen de verschuiving naar schone energie versnellen, maar ook maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft, zeker niet tegen de achtergrond van de hoge inflatie en de aanhoudend hoge kosten van levensonderhoud.
Tot nu toe heeft de European Green Deal met succes vertrouwd op herverdelingsmechanismen, zoals inkomenssteun en subsidies, om de grotere ongelijkheid te verzachten die meestal gepaard gaat met economische transformaties. Maar herverdeling is niet genoeg voor een rechtvaardige energietransitie. Een Green Deal 2.0 moet de nadruk leggen op solidariteit en radicale hervormingen doorvoeren op de woning- en energiemarkt om huishoudens met een laag inkomen en kleine en middelgrote ondernemingen in staat te stellen volledig deel te nemen aan een snel koolstofarm wordende economie.
Pre-distributieve beleidsinstrumenten, zoals onderwijs, beroepsopleiding, stadsplanning en openbaar vervoer, moeten een centrale rol spelen in de volgende fase van Europa’s energietransitie. De European Green Deal gaat immers niet alleen over de herverdeling van inkomen en rijkdom, maar ook over de eerlijke verdeling van hoop, kansen en welzijn.
Tot slot moet de EU haar inzet voor biodiversiteit opnieuw bevestigen. Het biodiversiteitskader van de Green Deal heeft de afgelopen maanden te kampen gehad met aanzienlijke tegenslagen, aangezien de toegenomen angst voor een boerenopstand de Europese Commissie ertoe heeft gedwongen diverse verordeningen en bepalingen te schrappen of uit te stellen. Hoewel de schade aan de algehele klimaatdoelstellingen van de EU beperkt is gebleven, onderstreept het gemak waarmee essentiële maatregelen werden geschrapt dat het raamwerk onvoldoende gericht is op biodiversiteit, vooral in vergelijking met de klimaat- en energiecomponenten.
Het energiekader van de Green Deal heeft geen vergelijkbare uitdagingen gekend, zelfs niet bij de stijgende kosten voor levensonderhoud en kapitaal. Dit komt omdat de energietransitie tastbare economische voordelen biedt voor de samenleving, bedrijven en huishoudens, dankzij het effectieve koolstofprijsmechanisme van het ETS. Het behoud van biodiversiteit heeft daarentegen niet zo’n economische onderbouwing en is in plaats daarvan afhankelijk van een beperkte politieke wil.
Maar er is een sterk economisch argument voor biodiversiteit. Simpel gezegd: de huidige manier om een boom te gelde te maken is door hem om te hakken en te verkopen. Door via het ETS een monetaire waarde toe te kennen aan de koolstof die door bomen is opgeslagen, kan een Green Deal 2.0 bebossing winstgevend maken.
Een bloeiend milieu kan een cruciale rol spelen in de klimaatmitigatie en -adaptatie, en zou dienovereenkomstig gewaardeerd moeten worden. Daarom ontwikkelt de Europese Commissie een ETS-achtig instrument voor de landgebruiksectoren met behulp van haar Carbon Removal Certification-framework, dat een Green Deal 2.0 zou kunnen faciliteren. Als we eenmaal inzien dat het behoud van biodiversiteit niet alleen een morele en gezondheidskwestie is, maar ook een slimme bedrijfsstrategie, kunnen we de juiste richting inslaan.
Frans Timmermans, voormalig vicevoorzitter van de Europese Commissie, is medevoorzitter van het wereldwijde convenant van burgemeesters voor klimaat en energie.
BRUSSEL – De Green Deal van de Europese Unie is een van de meest succesvolle en transformerende beleidskaders van het blok en biedt een duidelijk pad naar volledige duurzaamheid tegen het midden van de eeuw. Maar opkomende uitdagingen, zoals een geopolitiek landschap dat steeds meer tegenstellingen kent en snel escalerende klimaat- en biodiversiteitscrises, vragen om een herijking van de Green Deal om ervoor te zorgen dat deze zijn doelen kan bereiken.
Er zijn drie manieren om het raamwerk te versterken. De eerste is om de strijd tegen de klimaatverandering af te stemmen op de inspanningen om de EU concurrerender te maken. De energieprijzen van Europa, die na de inval van Rusland in Oekraïne omhoog zijn geschoten tot een onhoudbaar niveau, zijn de hoofdoorzaak van het afnemende concurrentievermogen van de EU. De invasie en de daaropvolgende ontwrichting van de Russische aardgasleveringen hebben aangetoond dat de voortdurende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen de klimaatverandering verergert en een direct risico vormt voor de economische toekomst van Europa. De EU-lidstaten betalen momenteel twee keer zoveel voor aardgas als de Verenigde Staten en andere landen.
Om concurrerend te blijven, moeten de Europese landen hun energiesystemen sneller koolstofvrij maken. Het succes van het RePowerEU-plan van de EU, dat Europa’s afhankelijkheid van Russisch gas snel verminderde, laat zien dat dit haalbaar is. Maar als de EU geen zinvolle stappen onderneemt om haar afhankelijkheid van grote hoeveelheden olie en vloeibaar aardgas te verminderen, riskeert ze slechts een gedeeltelijke decarbonisatie, waardoor ze blootgesteld blijft aan volatiele energieprijzen.
Door een EU-brede, tien jaar durende inspanning te leveren om Europa’s energiesystemen en industrieën koolstofvrij te maken, kan het concurrentievermogen van het blok aanzienlijk worden verbeterd. Door voort te bouwen op het EU-initiatief Fit for 55, met name het emissiehandelssysteem (ETS), zouden beleidsmakers de nodige regelgevings- en investeringskaders kunnen vaststellen om de overgang naar schone energie te versnellen en tegelijkertijd de turbulente energiemarkt de komende jaren het hoofd te bieden.
Hiervoor moeten de 27 lidstaten van de EU hun voorkeur voor het handhaven van een afzonderlijk industriebeleid overwinnen. Met een Green Deal 2.0 kan de politieke en financiële macht van de lidstaten worden geconsolideerd in één Europees industrieel transitieplan.
Om dit transitieplan te laten werken, moet het worden uitgebreid naar regio’s als het Middellandse Zeegebied en Oekraïne, die cruciaal zijn voor het leveren van voldoende koolstofarme energie en grondstoffen. Regionale samenwerking op het gebied van energie kan ook helpen om twee andere grote uitdagingen voor de EU aan te pakken: migratie en de toetreding van Oekraïne.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
De tweede manier om de Europese Green Deal te versterken is het bevorderen van een rechtvaardige transitie naar een koolstofarme economie. Beleidsmakers moeten niet alleen de verschuiving naar schone energie versnellen, maar ook maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft, zeker niet tegen de achtergrond van de hoge inflatie en de aanhoudend hoge kosten van levensonderhoud.
Tot nu toe heeft de European Green Deal met succes vertrouwd op herverdelingsmechanismen, zoals inkomenssteun en subsidies, om de grotere ongelijkheid te verzachten die meestal gepaard gaat met economische transformaties. Maar herverdeling is niet genoeg voor een rechtvaardige energietransitie. Een Green Deal 2.0 moet de nadruk leggen op solidariteit en radicale hervormingen doorvoeren op de woning- en energiemarkt om huishoudens met een laag inkomen en kleine en middelgrote ondernemingen in staat te stellen volledig deel te nemen aan een snel koolstofarm wordende economie.
Pre-distributieve beleidsinstrumenten, zoals onderwijs, beroepsopleiding, stadsplanning en openbaar vervoer, moeten een centrale rol spelen in de volgende fase van Europa’s energietransitie. De European Green Deal gaat immers niet alleen over de herverdeling van inkomen en rijkdom, maar ook over de eerlijke verdeling van hoop, kansen en welzijn.
Tot slot moet de EU haar inzet voor biodiversiteit opnieuw bevestigen. Het biodiversiteitskader van de Green Deal heeft de afgelopen maanden te kampen gehad met aanzienlijke tegenslagen, aangezien de toegenomen angst voor een boerenopstand de Europese Commissie ertoe heeft gedwongen diverse verordeningen en bepalingen te schrappen of uit te stellen. Hoewel de schade aan de algehele klimaatdoelstellingen van de EU beperkt is gebleven, onderstreept het gemak waarmee essentiële maatregelen werden geschrapt dat het raamwerk onvoldoende gericht is op biodiversiteit, vooral in vergelijking met de klimaat- en energiecomponenten.
Het energiekader van de Green Deal heeft geen vergelijkbare uitdagingen gekend, zelfs niet bij de stijgende kosten voor levensonderhoud en kapitaal. Dit komt omdat de energietransitie tastbare economische voordelen biedt voor de samenleving, bedrijven en huishoudens, dankzij het effectieve koolstofprijsmechanisme van het ETS. Het behoud van biodiversiteit heeft daarentegen niet zo’n economische onderbouwing en is in plaats daarvan afhankelijk van een beperkte politieke wil.
Maar er is een sterk economisch argument voor biodiversiteit. Simpel gezegd: de huidige manier om een boom te gelde te maken is door hem om te hakken en te verkopen. Door via het ETS een monetaire waarde toe te kennen aan de koolstof die door bomen is opgeslagen, kan een Green Deal 2.0 bebossing winstgevend maken.
Een bloeiend milieu kan een cruciale rol spelen in de klimaatmitigatie en -adaptatie, en zou dienovereenkomstig gewaardeerd moeten worden. Daarom ontwikkelt de Europese Commissie een ETS-achtig instrument voor de landgebruiksectoren met behulp van haar Carbon Removal Certification-framework, dat een Green Deal 2.0 zou kunnen faciliteren. Als we eenmaal inzien dat het behoud van biodiversiteit niet alleen een morele en gezondheidskwestie is, maar ook een slimme bedrijfsstrategie, kunnen we de juiste richting inslaan.
Frans Timmermans, voormalig vicevoorzitter van de Europese Commissie, is medevoorzitter van het wereldwijde convenant van burgemeesters voor klimaat en energie.