dahn1_Mark WilsonGetty Images_USfederalreserve Mark Wilson/Getty Images

Geniet van de zachte landing

BERKELEY – De COVID-19-pandemie creëerde zowel een uitdaging op de korte als op de middellange termijn voor het Amerikaanse economische beleid. De onmiddellijke uitdaging bestond erin de inkomens van de consumenten op peil te houden in het licht van ingrijpende lockdowns, ontwrichtingen van de toeleveringsketen en verschuivingen in het totale aanbod. Dit betekende een evenwicht vinden tussen het vermijden van een depressie en de economie niet zo veel liquiditeit geven dat de inflatie zou stijgen.

De uitdaging op de middellange termijn betrof een bredere, door de crisis veroorzaakte structurele verschuiving van de aankoop van diensten – vooral persoonlijke diensten – naar de aankoop van duurzame goederen. Op het hoogtepunt van de pandemie propten we een paar decennia aan maatschappelijke kennis over het benutten van e-commerce en internet in een tijdsbestek van slechts twee jaar. Een van de conclusies was dat het comfortabeler en logischer was om meer thuis te consumeren. Vandaag liggen de reële uitgaven voor duurzame goederen 38 procent hoger dan eind maart 2018, terwijl de uitgaven voor diensten slechts 15 procent hoger liggen, een verschil van 23 procentpunt in relatieve groei.

De uitdaging op de middellange termijn bestond er dus in de marktprikkels te creëren om werknemers en bedrijven ertoe aan te zetten in te spelen op deze grote structurele verschuiving in de vraag. Aangezien noch de nominale lonen noch de prijzen terug zouden vallen naar hun vroegere niveau (ze zijn ‘kleverig,’ in economisch jargon), was het substantieel verlagen van de lonen en prijzen in de krimpende dienstensector geen haalbare kaart. In plaats daarvan vergde het creëren van meer aanbod in de gebieden waar de vraag toenam, loon- en prijsinflatie in de nieuw groeiende sectoren.

Het beheren van de COVID-economie vereiste dus een enorm grote – maar niet te grote – hoeveelheid inkomenssteun, evenals een prijssprong die voldoende zou zijn om de economie te helpen neer te slaan in een nieuwe beroeps- en sectorconfiguratie. Met andere woorden, de Verenigde Staten hadden wat inflatie nodig, maar niet zoveel dat de verwachting werd gewekt dat de uitbarsting van inflatie hardnekkig zou zijn.

Waar staan we vandaag? Op 4 oktober hoorden we dat de geschatte werkgelegenheid (voor seizoensinvloeden gecorrigeerd) in september op een niveau van 254.000 arbeidsplaatsengroter was dan in augustus. Bovendien werd het cijfer voor augustus met 72.000 naar boven bijgesteld, wat betekent dat er nu 326.000 meer werknemers in dienst zijn dan bij het vorige rapport. Na een stijging van 3,8 procent een jaar geleden naar 4,3 procent in juli is het werkloosheidscijfer weer gedaald naar 4,1 procent.

Ja, dit is maar één gegeven, maar het is een opmerkelijk gegeven. Bovendien hebben we onlangs ook geleerd, na herzieningen van de gegevens, dat de inkomensgroei na de pandemie aanzienlijk hoger was dan eerder werd geschat. Het reële (voor inflatie gecorrigeerde) inkomen vanaf het tweede kwartaal van 2024 is met 3,6 procent naar boven bijgesteld en het geschatte niveau van de reële productie – dat per definitie gelijk zou moeten zijn aan het reële inkomen, afgezien van een vervelende ‘statistische discrepantie’ – is met 1,3 procent naar boven bijgesteld. Dit betekent dat de geschatte productiviteitsgroei sinds het begin van 2020 met ongeveer 0,3 procentpunt per jaar naar boven zal worden bijgesteld, terwijl de reële arbeidskosten met eenzelfde bedrag naar beneden zullen worden bijgesteld.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Nadat de Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) in het voorjaar van 2022 begon met haar snelle verkrappingscyclus, maakte ik me voortdurend zorgen dat ze te ver zou gaan en de Amerikaanse economie in een onnodige en vermijdbare recessie zou storten. Marktgebaseerde indicatoren van de inflatieverwachtingen duidden er immers sterk op dat de post-pandemische inflatie ‘van voorbijgaande aard’ was. Maar er is geen recessie geweest en nu moet ik hard nadenken over waarom ik het mis had.

Is de Amerikaanse economie zo opmerkelijk sterk gebleven omdat het effect van het expansieve fiscale beleid sterker was dan ik dacht? Of komt het doordat de ‘neutrale’ rentevoet de afgelopen vijftig jaar aanzienlijk is gestegen, wat betekent dat het monetaire beleid van de Fed aanzienlijk minder restrictief en op krimp gericht is geweest dan ik dacht?

De post-pandemische economie heeft geen tekort aan zilveren randjes. De vraag is of er donkere wolken aan de horizon opdoemen. Een voor de hand liggend risico is dat de aanhoudende AI-boom een zeepbel blijkt te zijn. Hoewel er tal van veelbelovende toepassingen zijn voor AI-technologieën, is het nog niet duidelijk hoe deze zich zullen vertalen in hogere bedrijfswinsten.

Macro-economische voorspellingen belonen vaak de pessimisten. Zelfs zonder ramp duiken er bijna altijd nieuwe uitdagingen op waar we ze het minst verwachten. Voorlopig mogen we echter allemaal genieten van de zachte landing die de economie heeft gemaakt. Het herstel na de pandemie is niets minder dan buitengewoon geweest.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/J7ghYitnl