pissarides3_gettyimages_datapersonmap Getty Images

Laten we de technologische revolutie niet te grabbel gooien

LONDEN – De publieke discussie over de gevolgen van automatisering en kunstmatige intelligentie (AI) concentreert zich dikwijls op de productiviteitswinst voor bedrijven en de economie enerzijds en op de mogelijke nadelen voor werknemers anderzijds. Maar er is ook een cruciale derde dimensie die niet over het hoofd mag worden gezien: de impact van nieuwe technologieën op het welzijn.

Van oudsher heeft technologische innovatie positieve gevolgen gehad voor het welzijn, die zich ver uitstrekken tot voorbij datgene wat wordt gemeten met behulp van standaardinstrumenten als het bbp. Vaccinaties, nieuwe farmaceutica en medische innovaties als röntgenfotografie en MRI's hebben de menselijke gezondheid enorm verbeterd en de levensduur verlengd. Vandaag de dag kennen zelfs landen met de laagste levensverwachting ter wereld gemiddeld een langere levensduur dan de landen met de hoogste levensverwachting rond het jaar 1800. Bovendien is ongeveer een derde van de productiviteitswinst van nieuwe technologieën de afgelopen eeuw omgezet in kortere arbeidstijden, in de vorm van langere betaalde vakanties en een bijna-halvering van de werkweek in sommige geavanceerde landen.

Nu een nieuwe generatie technologieën wordt omarmd, is het de vraag of zich soortgelijke voordelen voor het welzijn zullen voordoen, of dat de angst voor technologische werkloosheid nieuwe bronnen van stress zal creëren, waardoor het consumentenvertrouwen en de uitgaven worden ondermijnd.

Bij het zoeken naar antwoorden op zulke vragen, moet je je op twee beslissende factoren concentreren. De eerste is het potentieel van innovatie om het welzijn te verbeteren. Met name AI kan de levenskwaliteit van mensen aanzienlijk verhogen, door de productiviteit op te voeren, te voorzien in nieuwe producten en diensten, en nieuwe markten te openen. Uit onderzoek van McKinsey & Company naar de huidige digitale transformatie blijkt dat AI-applicaties dat nu al doen en ook zullen blijven doen.

Bovendien zullen de bedrijven die AI inzetten met als doel het aanjagen van de innovatie, en niet zozeer het vervangen van arbeid en het terugdringen van de kosten, waarschijnlijk het meest succesvol zijn; als zij uitbreiden, zullen zij nieuwe werknemers in dienst nemen. In de gezondheidszorg heeft AI bijvoorbeeld betere en vroegere diagnoses mogelijk gemaakt van levensbedreigende ziekten als kanker, evenals gepersonaliseerde behandelingen.

De tweede doorslaggevende factor is de aanpak van bedrijven en overheden als het aankomt op het beheer van de komst van nieuwe technologieën. AI werpt belangrijke ethische vragen op, met name op gebieden als de genomica en het gebruik van persoonsgegevens; de noodzaak om nieuwe vaardigheden te verwerven die nodig zijn om slimme machines te bedienen kan leiden tot stress en ontevredenheid. De migratie van werkers door sectoren heen kan een bron van aanzienlijke fricties zijn, nog verscherpt door sectorale mismatches, mobiliteitsbeperkingen en de kosten (zowel in tijd als in geld) van het aanleren van nieuwe vaardigheden.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De wrijvingen op de arbeidsmarkt die worden veroorzaakt door de hedendaagse nieuwe technologieën kunnen segmenten van de beroepsbevolking raken die in het verleden immuun waren voor dergelijke risico's. Om grote ontwrichtingen te vermijden moeten beleidsmakers zich richten op het aanbieden van grootschalige trainingsprogramma's om werknemers “robot-proof”-vaardigheden bij te brengen en de flexibiliteit van de arbeidsmarkt zeker te stellen.

Door het inzetten van nieuwe technologieën te richten op innovaties die het welzijn bevorderen, en door de arbeidsmarkteffecten van technologische diffusie in goede banen te leiden, kunnen we niet alleen de productiviteit en de inkomens een impuls geven, maar ook de levensduur verlengen, wat op zichzelf weer tot een hoger bbp kan leiden.

Het berekenen van de vermoedelijke gevolgen van welzijnsverhogende innovaties is een complexe aangelegenheid. Bij onze eigen schattingen zijn we uitgegaan van methoden van welzijnskwantificatie die zijn ontwikkeld door de economen Charles Jones en Peter Klenow van de Stanford Universiteit, en van andere methoden die zijn opgedoken in het domein van het welzijnsonderzoek. Met gebruikmaking van een schematisch constant risico-vermijdingsmodel als benchmark zien we dat de Verenigde Staten en Europa welzijnswinst kunnen ontlenen aan AI en andere nieuwe technologieën, die verder gaan dan de winst die computers en eerdere vormen van automatisering de afgelopen decennia hebben opgeleverd. Anderzijds kunnen, als de technologische transitie niet naar behoren wordt begeleid, de VS en Europa te maken krijgen met een tragere inkomensgroei, grotere ongelijkheid, hogere werkloosheid en teruggang op het gebied van de vrije tijd, gezondheid en levensduur.

Eén opvallende bevinding van ons onderzoek is dat de dreiging voor de inkomens en de werkgelegenheid aanwezig is in alle waarschijnlijke scenario's, wat betekent dat dit niet kan worden weggewoven of genegeerd. Als de voorzienbare negatieve gevolgen van het overstappen op een geautomatiseerde kenniseconomie niet worden aangepakt, kunnen veel potentiële voordelen over de balk gegooid worden. Beleidsmakers moeten zich voorbereiden op een herscholingsprogramma met de omvang van de 1944 GI Bill in de VS.

Overheden spelen vandaag de dag een cruciale rol bij het aanbieden van onderwijs en het herinrichten van curricula om technische vaardigheden en de digitale geletterdheid te benadrukken. Zij kunnen de overheidsuitgaven ook gebruiken om de innovatiekosten voor het bedrijfsleven terug te dringen, en de technologische ontwikkeling in te zetten voor productieve doeleinden via aanbestedingen en open markten.

Maar de leiders uit het bedrijfsleven moeten de uitdaging ook willen aangaan. Als bedrijven een aanpak van “verlicht eigenbelang” omarmen met betrekking tot AI en automatisering – wat we “technologische sociale verantwoordelijkheid” noemen – kunnen ze voordelen genereren, zowel voor de samenleving als geheel als voor hun eigen bedrijfsresultaat. Productievere werknemers kunnen immers hogere lonen ontvangen, waardoor de vraag naar producten en diensten een impuls krijgt. Om te kunnen profiteren van de verreikende voordelen van digitale technologieën, AI en automatisering zullen we een zorgvuldig evenwicht moeten zien te vinden, door zowel de innovatie te koesteren als de vaardigheden te bevorderen die nodig zijn om de vruchten ervan te kunnen plukken.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/drktk3Qnl