loh3_AFP via Getty Images_solar panels china AFP via Getty Images

Aziëʼs klimaatoptimisme

HONG KONG – Er hangt optimisme in de lucht in Azië, waar het nieuwe Regional Comprehensive Economic Partnership de vooruitzichten op een post-pandemisch herstel en een wederopleving van het multilateralisme heeft verbeterd. Nog veelbelovender is de toenemende regionale overeenstemming over de noodzaak om de klimaatverandering aan te pakken.

De recente aankondiging van China dat het land streeft naar koolstofneutraliteit in 2060 – gevolgd door toezeggingen van Japan, Zuid-Korea en Hong Kong om tegen 2050 een netto-nuluitstoot te bereiken – toont aan dat het Oost-Azië ernst is met dit probleem. Maar om echt een verschil te maken, moet het traditionele Aziatische ontwikkelingsmodel, dat de achteruitgang van het milieu lang heeft getolereerd in het belang van maximale groei, worden heroverwogen.

Hoewel Chinaʼs streven naar koolstofneutraliteit in 2060 een goed begin is, wordt nu al voorspeld dat de vraag naar elektriciteit tegen 2050 zal verdubbelen (ten opzichte van het niveau van 2017). Het land moet daarom dringend zijn inspanningen opvoeren om de energie-efficiëntie te verbeteren, groene en koolstofarme energie te omarmen, de energieopslag uit te breiden, technologieën voor koolstofafvang en -opslag in te zetten en een raamwerk voor koolstofarme verstedelijking te ontwikkelen. Veel van de benodigde technologieën zijn al beschikbaar, en Oost-Azië heeft de schaalgrootte die nodig is om de kosten ervan terug te brengen tot een niveau waarop ze op grote schaal kunnen worden toegepast.

Bovendien is er in een tijd van hoge liquiditeit (van de centrale banken) en overcapaciteit geen tekort aan financiering voor een Aziatische transitie naar een koolstofarme economie. De echte vraag is hoe de bestaande middelen het best naar de juiste projecten kunnen worden gesluisd. De rol van duurzame financiering moet aanzienlijk worden uitgebreid. Oost-Aziatische bedrijven geven nu al meer groene obligaties uit dan in het verleden, om zich aan te passen aan nieuwe beleidskaders (zoals in Hong Kong). Maar er zijn ten minste drie manieren om deze inspanningen nog meer op te schalen.

In de eerste plaats moeten beleidsmakers en anderen die invloed hebben op de sectorstandaarden het voor grote en kleine bedrijven makkelijker maken om hun groene geloofsbrieven aan beleggers te presenteren. De wereldwijde verschuiving naar uniforme koolstofrapportage is een goed begin, maar die heeft vooral betrekking op grote multinationals met de nodige capaciteit. Openbaarmakingsrichtlijnen die zowel voor grote als voor kleine ondernemingen gelden, zijn nog steeds nodig. De Sustainable and Green Exchange (STAGE) van de beurs van Hong Kong is op dit punt een stap in de goede richting.

In de tweede plaats moeten gewone beleggers de financiële instrumenten die gericht zijn op de koolstofarme economie kunnen begrijpen en er toegang toe kunnen krijgen. Het creëren van een regionale markt voor groene fondsen, initiatieven en bedrijven zou helpen, waardoor veel meer deelnemers aan de financiële markten in de mix zouden worden meegenomen.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

In de derde plaats moet Azië de financiering van zijn koolstofarme toekomst diversifiëren door zowel de obligatie- als de aandelenmarkten aan te boren en een platform te bieden dat potentiële financiers in contact kan brengen met bedrijven en projecten die voldoen aan ecologische, sociale en bestuurlijke criteria.

Maar het is belangrijk om te onthouden dat technologie alleen het probleem van de klimaatverandering niet kan overwinnen. We moeten ook de verreikende potentiële waarde van op de natuur gebaseerde oplossingen onderkennen. Bossen, gezonde bodems, mangrovebossen, zoutmoerassen, oceanen, koraalriffen en andere ecologische systemen spelen allemaal een rol bij het opslaan van koolstofdioxide uit de atmosfeer. In feite zou een derde van het mondiale CO2-probleem kunnen worden opgelost door simpelweg gezonde ecosystemen te beschermen en herbebossing te ondersteunen.

Bovendien is het beschermen van ecosystemen en het nastreven van herbebossing een ideale manier om lokale banen te creëren, die mogelijkheden bieden voor degenen die hun werk kwijt zijn door het afscheid van fossiele brandstoffen. De pandemie heeft ons laten zien dat we onze relatie met de natuur en het milieu moeten heroverwegen, zodat we meer bottom-up oplossingen kunnen bieden die gemeenschappen in staat stellen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Op mondiaal niveau zal de regering van de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden de klimaatverplichtingen van de VS nieuw leven inblazen, maar de internationale klimaatactie zou eronder kunnen lijden als de Sino-Amerikaanse betrekkingen niet verbeteren. In de tussentijd is het een goed idee om de inspanningen van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld uit te breiden, zoals die van de China-United States Exchange Foundation en het US-China Green Fund, omdat deze een meer gecoördineerd optreden mogelijk zullen maken.

Meer in het algemeen is het tijd om de huidige stand van zaken op het gebied van de klimaatsamenwerking eens goed onder de loep te nemen. Groene innovatie bloeit op veel plaatsen, maar zonder een bredere uitwisseling van gegevens en ideeën zullen té veel grassroots-projecten nooit van de grond komen. Een goede analogie is de open-sourceprogrammering. Met open digitale platforms om de samenwerking tussen niet-gouvernementele organisaties, bedrijven en overheden te vergemakkelijken, kunnen innovaties om de klimaatverandering aan te pakken worden behandeld als mondiale collectieve goederen, en beschikbaar worden gesteld voor snelle adoptie om aanbod en vraag beter op elkaar af te stemmen.

Het bereiken van koolstofneutraliteit in dertig tot veertig jaar impliceert dat de Aziatische samenlevingen een verreikende wetenschappelijke, economische, financiële, technologische en ecologische transformatie zullen moeten ondergaan. Geen enkele burger zal gespaard blijven voor de gevolgen, dus iedereen moet erbij betrokken worden. Publieke toezeggingen van overheden zijn niet genoeg.

De uitdaging is nu om ons voor te stellen wat een netto-nul-traject eigenlijk betekent voor de komende drie tot vijf jaar, zodat we kunnen beginnen onze vooruitgang in kaart te brengen. Welke beleidsmaatregelen zijn het meest urgent? Hoe moeten we onze investeringen in de juiste volgorde zetten om het grootste multiplicatoreffect te bereiken? Waar moeten we de komende drie jaar mee ophouden om het kapitaal dat in gestrande activa is blijven steken te redden en hoe kunnen we ervoor zorgen dat gevestigde belangen de veranderingen niet in de weg staan?

Sommige van deze vraagstukken zullen makkelijker op te lossen zijn dan andere. We moeten doorgaan met het bouwen van infrastructuur- en transportsystemen ter ondersteuning van koolstofarme resultaten, met het aanpassen van gebouwen voor energie-efficiëntie en een betere gezondheid binnenshuis, en met het opstellen van regels voor groen bouwen en verstedelijken. En daar moeten we nu mee beginnen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/K0Q8WMNnl