hollingworth2_Mario TamaGetty Images_USpovertyhomeless Mario Tama/Getty Images

Het ʻSpoetnik-momentʼ voor de armoede in de wereld

WASHINGTON DC – Sinds het aantreden van de huidige regering in het Witte Huis verworden gesprekken over de internationale ontwikkelingshulp dikwijls tot een gemeenschappelijke klaagzang. Het is een soort treurlied geworden, zelfs voor optimisten.

Dit treurlied kent vele verzen. Het begint met een ʻAmerika Firstʼ-benadering die is geresulteerd in een grote vermindering van de gewone ontwikkelingshulp. Hoewel er sprake is geweest van aanhoudende financiering van de noodhulp, in het bijzonder in het geval van geopolitieke conflicten en als middel om islamitisch extremisme tegen te gaan, is de steun voor hulp die van oudsher werd gebruikt voor langetermijnprogrammaʼs – schoon drinkwater, volksgezondheid, financiële insluiting en landbouw – verminderd. En de gewone ontwikkelingshulp die nog steeds bestaat wordt almaar trager ter beschikking gesteld.

Bovendien besteden donoren in de Verenigde Staten meer geld aan binnenlandse doelen zoals de immigratie en het bestrijden van het wapengeweld, en zal naar schatting alleen al $10 mrd worden uitgegeven aan reclame in de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen dit jaar. En nu heeft de COVID-19-pandemie daar nog eens een gigantische nieuwe financiële domper aan toegevoegd. De nationale en persoonlijke financiën staan onder druk, de grenzen zijn gesloten en de nationalistische ideeën zijn verhard.

https://prosyn.org/dvb7aKQnl