kraemer1_westend61_getty images_africa money Westend61/Getty Images

Afrikaanse landen hoeven niet bang te zijn voor een bankroet

FRANKFURT – Sinds het begin van de COVID-19-crisis hangt het schrikbeeld van een staatsbankroet boven de ontwikkelingseconomieën. Veel overheden zijn zó bang om de toegang tot de markt te verliezen dat ze niet bereid zijn om de problemen met de houdbaarheid van hun schuldenlast aan te pakken. Maar een heldere blik op de gevolgen van de COVID-19-crisis, in samenhang met de budgettaire en financiële realiteit voor lage-inkomenslanden, toont een ʻnieuw normaal,ʼ waarin een tijdig staatsbankroet zeker niet het slechtst denkbare scenario is.

Volgens schattingen van de Wereldbank bevindt de helft van de armste landen ter wereld zich nu in schuldennood of dreigt daar binnenkort in verzeild te raken. In het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika is de solvabiliteit dit jaar bijvoorbeeld aanzienlijk verslechterd, na zes jaar van geleidelijke verzwakking als gevolg van de dalende grondstoffenprijzen in de wereld. Angola, Ghana en Nigeria besteden bijna de helft van hun overheidsinkomsten aan rentebetalingen. Voor de negentien Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara die zij beoordeelt schat S&P Global Ratings dat tweederde van alle rentebetalingen naar particuliere crediteuren gaat.

Intussen voorspelt het Internationale Monetaire Fonds dat de COVID-19-crisis een decennium van vooruitgang op het gebied van armoedebestrijding teniet zal doen, met blijvende gevolgen die de ontwikkelingsvooruitzichten van lage-inkomenslanden aanzienlijk zullen belemmeren. Dit zou alleen al om humanitaire redenen onaanvaardbaar moeten zijn, en nóg meer in het licht van de duurzaamheids- en ontwikkelingsdoelstellingen op de langere termijn.

https://prosyn.org/EH97St6nl