WASHINGTON, DC/BOGOTÁ – De wetenschap is duidelijk: om de meest schadelijke effecten van de klimaatverandering te vermijden, moet de wereld rond 2050 een netto-nuluitstoot van broeikasgassen bereiken. Dit betekent dat de door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies tot het laagst mogelijke niveau moeten worden teruggebracht, en dat de resterende emissies moeten worden gecompenseerd door permanent een gelijkwaardige hoeveelheid broeikasgassen uit de atmosfeer te verwijderen. Daarna moet de wereld ervoor zorgen dat er meer broeikasgassen worden verwijderd dan er worden uitgestoten.
Het bereiken van ʻnetto nulʼ zal een fundamentele transformatie vergen van de mondiale energie- en industriële systemen, het vervoer en de infrastructuur, alsmede van de landbouw, de bosbouw en het landgebruik. De komende tien tot vijftien jaar zijn cruciaal. Hoewel de wereld tal van ambitieuze klimaatdoelstellingen voor de langere termijn heeft, ontbreekt het aan strategieën om de juiste investeringen en beleidsmaatregelen op hun plaats te krijgen.
Bovendien moet een doeltreffende en duurzame emissiereductie ook bijdragen aan een brede economische ontwikkeling, onder meer door de bescherming van werknemers, plaatselijke gemeenschappen en mensenrechten. De wereld moet niet netto nul bereiken ten koste van kwetsbare groepen, maar op een manier die een rechtvaardige transitie voor hen garandeert.
Het goede nieuws is dat veel landen, leiders uit het bedrijfsleven en beleggers de handen uit de mouwen beginnen te steken. In juni 2021 hebben 31 landen en de Europese Unie zich formeel verbonden tot netto-nul-doelstellingen, en ruim honderd landen hebben zoiets voorgesteld of overwegen het. Bijna vijftienhonderd grote bedrijven hebben wetenschappelijk onderbouwde emissiedoelstellingen vastgesteld. En honderdzestig banken, vermogensbeheerders en vermogensbezitters – met een gezamenlijke portefeuille van meer dan zeventig biljoen dollar – hebben toegezegd om tegen 2050 een netto-nuluitstoot te realiseren.
De uitdaging bestaat er nu in om de toezeggingen voor nuluitstoot na te komen met duidelijke trajecten en controleerbare tussentijdse doelstellingen. Een effectieve strategie, zoals de strategie die wordt aanbevolen door de Carbon Pricing Leadership Coalition Task Force on Net Zero van de Wereldbank – waarin nationale regeringen, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld zijn vertegenwoordigd, en die mede door ons wordt voorgezeten –, moet robuuste waarborgen bevatten om verantwoording en transparantie te garanderen.
De taskforce onderstreept hoe het beprijzen van koolstof kan helpen om de inspanningen van de overheid en de particuliere sector het ambitieniveau te geven dat nodig is om netto nul te bereiken. Hoewel koolstofbeprijzing – onder meer via emissiehandelssystemen (ETS), koolstofbelastingen en internationale koolstofmarkten – geen wondermiddel is, kan het wel een krachtig instrument zijn om een groene transitie te bevorderen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Ons panel heeft verschillende factoren geïdentificeerd die doeltreffende inspanningen om netto-nul-doelstellingen te bereiken kunnen stimuleren. De eerste factor is planning en transparantie. Duidelijk omschreven doelstellingen voor de korte en middellange termijn (5-15 jaar) zijn nodig om de vereiste specifieke sectorale en technologische veranderingen te identificeren en te prioriteren, en om onmiddellijke actie en investeringen aan te sturen. Overheden en de particuliere sector moeten ook elk afzonderlijke doelstellingen voor emissiereductie en koolstofverwijdering vaststellen. Dit zou de verantwoordingsplicht versterken, doordat elk onderdeel kan worden geëvalueerd, terwijl een gecombineerde voortgangsmeting ontoereikende inspanningen om emissies te verminderen zou kunnen verhullen.
De tweede factor is de juiste plaatsing van koolstofbeprijzing binnen een breder instrumentarium voor groene ontwikkeling. Zelfs wanneer het moeilijk is om expliciete koolstofprijzen vast te stellen, moeten overheden en bedrijven bij de evaluatie van investeringsbeslissingen interne of schaduwprijzen voor koolstof bevorderen. Dit instrument is van cruciaal belang om de juiste investerings- en infrastructuurkeuzes te ondersteunen bij de uitvoering van algemene en sectorale netto-nul-strategieën.
Maar koolstofprijzen alléén volstaan niet, en er is aanvullend beleid nodig om de uitstoot in sommige sectoren te verminderen. Efficiëntienormen – bijvoorbeeld met betrekking tot energie in gebouwen of brandstof in voertuigen – kunnen doeltreffender zijn om de emissies te verlagen in sectoren die niet reageren op koolstofprijssignalen, of waar monitoring en controle van emissiebronnen moeilijk zijn. Overheidssubsidies op de korte termijn of investeringen in onderzoek en ontwikkeling kunnen geschikt zijn om technologische veranderingen te ondersteunen in sectoren waar emissiereductieopties niet beschikbaar of bijzonder duur zijn.
Overheden kunnen ook gebruik maken van aanvullende beleidsmaatregelen om eventuele negatieve effecten van koolstofbeprijzing op bepaalde groepen te verminderen en om klimaatinvesteringen en -voordelen billijk te helpen verdelen. Met de inkomsten uit koolstofheffingen of het veilen van emissierechten kunnen klimaatinvesteringen in kwetsbare gemeenschappen, jobtrainingen of geldoverdrachten ter compensatie van stijgingen van de prijzen van energie, producten en diensten worden gefinancierd.
In de derde plaats zullen de koolstofprijzen veel hoger moeten worden vastgesteld dan nu het geval is en in de loop van de tijd moeten stijgen, om de reductie en verwijdering te stimuleren die nodig zijn om tot een netto-nuluitstoot van broeikasgassen te komen. Dit geldt zowel voor het gebruik van interne koolstofbeprijzing voor de besluitvorming, als voor de koolstofprijs in het kader van een belasting of ETS in landen die van deze regelingen gebruik maken.
In de vierde plaats kunnen internationale koolstofkredietmarkten in een wereld waarin alle landen ernaar streven netto nul te bereiken, een cruciale rol spelen bij het verhogen van de ambitie van zowel kopers als verkopers. Maar overheden en bedrijven moeten eerst hun eigen emissies agressief terugdringen alvorens te kunnen investeren in reducties en verwijderingen elders. Investeringen in koolstofkredieten moeten hun emissiereductie-inspanningen aanvullen, niet vervangen.
Internationale kredietmarkten kunnen ook investeringen in transformatieve emissiereductie- en verwijderingstechnologieën in ontwikkelingslanden ondersteunen. Investeringen in credits moeten bijdragen tot de bescherming van het plaatselijke milieu en tot de buy-in van de betrokken en kwetsbare gemeenschappen.
Nieuwe modellen voor internationale koolstofmarkten, waarin deze bredere doelstellingen zijn verwerkt, beginnen het licht te zien. Een voorbeeld daarvan is de LEAF-coalitie (Lowering Emissions by Accelerating Forest finance). LEAF wordt gesteund door een aantal overheden en bedrijven, en voorziet de conventionele koolstofmarkten van extra beschermingsmechanismen aan de vraag- en aanbodzijde, onder meer ter bescherming van lokale gemeenschappen.
Ten slotte zijn rigoureuze meting, rapportage en tracering van emissiereductie en -verwijdering van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de aangegane verplichtingen worden nagekomen en de atmosfeer daadwerkelijk profiteert. Regels voor het verrekenen van via internationale koolstofmarkten gefinancierde emissiereducties en -verwijderingen met de nettoverplichtingen van de kopers moeten dubbeltelling voorkomen. Dezelfde emissies mogen niet meetellen voor de netto-nulverplichtingen van zowel kopers als verkopers.
Het herstel na de pandemie biedt een zeldzame kans om de klimaatmaatregelen te versnellen. De wereld kan terugbouwen op een manier die niet alleen de wereldeconomie snel transformeert en koolstofvrij maakt, maar ook welvaart, veerkracht en veel meer gelijkheid bevordert.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
WASHINGTON, DC/BOGOTÁ – De wetenschap is duidelijk: om de meest schadelijke effecten van de klimaatverandering te vermijden, moet de wereld rond 2050 een netto-nuluitstoot van broeikasgassen bereiken. Dit betekent dat de door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies tot het laagst mogelijke niveau moeten worden teruggebracht, en dat de resterende emissies moeten worden gecompenseerd door permanent een gelijkwaardige hoeveelheid broeikasgassen uit de atmosfeer te verwijderen. Daarna moet de wereld ervoor zorgen dat er meer broeikasgassen worden verwijderd dan er worden uitgestoten.
Het bereiken van ʻnetto nulʼ zal een fundamentele transformatie vergen van de mondiale energie- en industriële systemen, het vervoer en de infrastructuur, alsmede van de landbouw, de bosbouw en het landgebruik. De komende tien tot vijftien jaar zijn cruciaal. Hoewel de wereld tal van ambitieuze klimaatdoelstellingen voor de langere termijn heeft, ontbreekt het aan strategieën om de juiste investeringen en beleidsmaatregelen op hun plaats te krijgen.
Bovendien moet een doeltreffende en duurzame emissiereductie ook bijdragen aan een brede economische ontwikkeling, onder meer door de bescherming van werknemers, plaatselijke gemeenschappen en mensenrechten. De wereld moet niet netto nul bereiken ten koste van kwetsbare groepen, maar op een manier die een rechtvaardige transitie voor hen garandeert.
Het goede nieuws is dat veel landen, leiders uit het bedrijfsleven en beleggers de handen uit de mouwen beginnen te steken. In juni 2021 hebben 31 landen en de Europese Unie zich formeel verbonden tot netto-nul-doelstellingen, en ruim honderd landen hebben zoiets voorgesteld of overwegen het. Bijna vijftienhonderd grote bedrijven hebben wetenschappelijk onderbouwde emissiedoelstellingen vastgesteld. En honderdzestig banken, vermogensbeheerders en vermogensbezitters – met een gezamenlijke portefeuille van meer dan zeventig biljoen dollar – hebben toegezegd om tegen 2050 een netto-nuluitstoot te realiseren.
De uitdaging bestaat er nu in om de toezeggingen voor nuluitstoot na te komen met duidelijke trajecten en controleerbare tussentijdse doelstellingen. Een effectieve strategie, zoals de strategie die wordt aanbevolen door de Carbon Pricing Leadership Coalition Task Force on Net Zero van de Wereldbank – waarin nationale regeringen, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld zijn vertegenwoordigd, en die mede door ons wordt voorgezeten –, moet robuuste waarborgen bevatten om verantwoording en transparantie te garanderen.
De taskforce onderstreept hoe het beprijzen van koolstof kan helpen om de inspanningen van de overheid en de particuliere sector het ambitieniveau te geven dat nodig is om netto nul te bereiken. Hoewel koolstofbeprijzing – onder meer via emissiehandelssystemen (ETS), koolstofbelastingen en internationale koolstofmarkten – geen wondermiddel is, kan het wel een krachtig instrument zijn om een groene transitie te bevorderen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Ons panel heeft verschillende factoren geïdentificeerd die doeltreffende inspanningen om netto-nul-doelstellingen te bereiken kunnen stimuleren. De eerste factor is planning en transparantie. Duidelijk omschreven doelstellingen voor de korte en middellange termijn (5-15 jaar) zijn nodig om de vereiste specifieke sectorale en technologische veranderingen te identificeren en te prioriteren, en om onmiddellijke actie en investeringen aan te sturen. Overheden en de particuliere sector moeten ook elk afzonderlijke doelstellingen voor emissiereductie en koolstofverwijdering vaststellen. Dit zou de verantwoordingsplicht versterken, doordat elk onderdeel kan worden geëvalueerd, terwijl een gecombineerde voortgangsmeting ontoereikende inspanningen om emissies te verminderen zou kunnen verhullen.
De tweede factor is de juiste plaatsing van koolstofbeprijzing binnen een breder instrumentarium voor groene ontwikkeling. Zelfs wanneer het moeilijk is om expliciete koolstofprijzen vast te stellen, moeten overheden en bedrijven bij de evaluatie van investeringsbeslissingen interne of schaduwprijzen voor koolstof bevorderen. Dit instrument is van cruciaal belang om de juiste investerings- en infrastructuurkeuzes te ondersteunen bij de uitvoering van algemene en sectorale netto-nul-strategieën.
Maar koolstofprijzen alléén volstaan niet, en er is aanvullend beleid nodig om de uitstoot in sommige sectoren te verminderen. Efficiëntienormen – bijvoorbeeld met betrekking tot energie in gebouwen of brandstof in voertuigen – kunnen doeltreffender zijn om de emissies te verlagen in sectoren die niet reageren op koolstofprijssignalen, of waar monitoring en controle van emissiebronnen moeilijk zijn. Overheidssubsidies op de korte termijn of investeringen in onderzoek en ontwikkeling kunnen geschikt zijn om technologische veranderingen te ondersteunen in sectoren waar emissiereductieopties niet beschikbaar of bijzonder duur zijn.
Overheden kunnen ook gebruik maken van aanvullende beleidsmaatregelen om eventuele negatieve effecten van koolstofbeprijzing op bepaalde groepen te verminderen en om klimaatinvesteringen en -voordelen billijk te helpen verdelen. Met de inkomsten uit koolstofheffingen of het veilen van emissierechten kunnen klimaatinvesteringen in kwetsbare gemeenschappen, jobtrainingen of geldoverdrachten ter compensatie van stijgingen van de prijzen van energie, producten en diensten worden gefinancierd.
In de derde plaats zullen de koolstofprijzen veel hoger moeten worden vastgesteld dan nu het geval is en in de loop van de tijd moeten stijgen, om de reductie en verwijdering te stimuleren die nodig zijn om tot een netto-nuluitstoot van broeikasgassen te komen. Dit geldt zowel voor het gebruik van interne koolstofbeprijzing voor de besluitvorming, als voor de koolstofprijs in het kader van een belasting of ETS in landen die van deze regelingen gebruik maken.
In de vierde plaats kunnen internationale koolstofkredietmarkten in een wereld waarin alle landen ernaar streven netto nul te bereiken, een cruciale rol spelen bij het verhogen van de ambitie van zowel kopers als verkopers. Maar overheden en bedrijven moeten eerst hun eigen emissies agressief terugdringen alvorens te kunnen investeren in reducties en verwijderingen elders. Investeringen in koolstofkredieten moeten hun emissiereductie-inspanningen aanvullen, niet vervangen.
Internationale kredietmarkten kunnen ook investeringen in transformatieve emissiereductie- en verwijderingstechnologieën in ontwikkelingslanden ondersteunen. Investeringen in credits moeten bijdragen tot de bescherming van het plaatselijke milieu en tot de buy-in van de betrokken en kwetsbare gemeenschappen.
Nieuwe modellen voor internationale koolstofmarkten, waarin deze bredere doelstellingen zijn verwerkt, beginnen het licht te zien. Een voorbeeld daarvan is de LEAF-coalitie (Lowering Emissions by Accelerating Forest finance). LEAF wordt gesteund door een aantal overheden en bedrijven, en voorziet de conventionele koolstofmarkten van extra beschermingsmechanismen aan de vraag- en aanbodzijde, onder meer ter bescherming van lokale gemeenschappen.
Ten slotte zijn rigoureuze meting, rapportage en tracering van emissiereductie en -verwijdering van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de aangegane verplichtingen worden nagekomen en de atmosfeer daadwerkelijk profiteert. Regels voor het verrekenen van via internationale koolstofmarkten gefinancierde emissiereducties en -verwijderingen met de nettoverplichtingen van de kopers moeten dubbeltelling voorkomen. Dezelfde emissies mogen niet meetellen voor de netto-nulverplichtingen van zowel kopers als verkopers.
Het herstel na de pandemie biedt een zeldzame kans om de klimaatmaatregelen te versnellen. De wereld kan terugbouwen op een manier die niet alleen de wereldeconomie snel transformeert en koolstofvrij maakt, maar ook welvaart, veerkracht en veel meer gelijkheid bevordert.
Vertaling: Menno Grootveld