folke2_JOAO LAETAFP via Getty Images_deforestation JOAO LAET/AFP via Getty Images

De toekomst van de mensheid staat op het spel

STOCKHOLM – Tijdens de recente G7-top in Cornwall omschreef Sir David Attenborough de beslissingen die de rijkste landen ter wereld momenteel moeten nemen als ʻde belangrijkste in de geschiedenis van de mensheid.ʼ Hij heeft gelijk. De top werd gehouden tegen een achtergrond van crises, waaronder de pandemie, klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, toenemende ongelijkheid en een ʻinfodemieʼ van desinformatie.

Deze uitdagingen hebben van dit decennium een beslissend decennium voor wereldwijde actie gemaakt. Hoewel we blij zijn met de nieuwe toezegging van de G7 om de uitstoot van kooldioxide te halveren en ʻnatuurpositiefʼ te worden door het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 om te keren, vormen deze stappen het minimum van wat van de rijkste landen op aarde wordt verlangd.

Zoals 126 Nobelprijswinnaars in een recente oproep tot actie opmerken: ʻDe toekomst van al het leven op deze planeet, mensen en onze samenlevingen inbegrepen, vereist dat wij effectieve rentmeesters van het wereldwijde gemeengoed worden.ʼ Deze consensus kwam naar voren tijdens de allereerste Nobelprijs-top ʻOnze planeet, onze toekomst,ʼ die eind april door onze organisaties gezamenlijk werd georganiseerd. Nobelprijswinnaars en andere deskundigen uit de hele wereld kwamen bijeen om de risicoʼs van onze hyperverbonden wereld te beoordelen. In een tijdperk dat wordt gekenmerkt door versnelling, schaalvergroting en systemische schokken, onderzochten wij wat er nu en in de komende jaren kan worden bereikt om de wereld op een duurzamer pad te brengen.

De uitdaging is even ontmoedigend als eenvoudig. Als we dit decennium geen transformationele actie ondernemen, nemen we een kolossaal risico met de toekomst van de mensheid. Collectief slagen we er tot nu toe niet in sociale en ecologische weerbaarheid op waarde te schatten, doordat we grootschalige, onomkeerbare veranderingen in de biosfeer van de aarde toestaan. Gezien wat er op het spel staat, moeten de ambities van de regeringen op de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in november in Glasgow in verhouding staan tot de omvang en de urgentie van de uitdaging.

We stevenen af op gevaarlijke omslagpunten. Dat weten we niet alleen dankzij wetenschappelijke theorieën en complexe vergelijkingen die door computermodellen worden ondersteund, maar ook uit wat we met onze eigen ogen kunnen zien. Grote delen van de ijskappen van Antarctica en Groenland smelten. Belangrijke opslagplaatsen van koolstof in de wortels, stammen en bodem van het Amazonewoud en in permafrostgebieden worden op dit moment zwakker en mogelijk instabiel. De Atlantische Meridionale Omwentelingscirculatie, die de warmte wereldwijd herverdeelt, is aan het vertragen.

Tegelijkertijd wordt de politiek van veel landen gedestabiliseerd door grote sociale en economische ongelijkheid en de toegenomen verspreiding van desinformatie. Aangezien dit proces nu volledig geïndustrialiseerd is via digitale technologieën en platforms, vormt de infodemie een bedreiging voor ons vermogen om effectief te reageren op mondiale crises.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De bijeenkomst ʻOnze planeet, onze toekomstʼ heeft duidelijk gemaakt dat er meer in wetenschap moet worden geïnvesteerd, zodat wij de wereld kunnen begrijpen en innovatie kunnen stimuleren die van maatschappelijk nut is. De COVID-19-vaccins werden in recordtijd ontwikkeld, omdat we al meer dan tien jaar hadden geïnvesteerd in fundamenteel onderzoek naar boodschapper-RNA en immunogenen. De regeringen van de G7 hebben zich er nu toe verbonden te streven naar nauwere internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Maar we zullen ook nieuwe bedrijfsmodellen moeten onderzoeken om het delen van wetenschappelijke kennis en investeringen in fundamenteel onderzoek op te voeren.

Internationale netwerken van wetenschappelijke instellingen zullen ook meer investeringen nodig hebben. Universiteiten moeten concepten van planetair rentmeesterschap in hun curricula opnemen. En in het onderwijs voor alle leeftijden moet sterk de nadruk worden gelegd op de aard van bewijzen en de wetenschappelijke methode, om te helpen groepsimmuniteit op te bouwen tegen leugens en desinformatie die door speciale belangengroepen en partijdige media worden verspreid.

Het einde van het tijdperk van de fossiele brandstoffen brengt een monumentale economische transformatie met zich mee, die reeds in gang gezet is. Maar zonder economische dynamiek zullen we niet de vooruitgang boeken die we nodig hebben. Hoewel de G7-landen te kennen hebben gegeven dat zij geleidelijk aan een einde willen maken aan het gebruik van steenkool, hebben de meeste landen nog geen duidelijke datum en strategie vastgesteld om dat te doen. Met een snel slinkend koolstofbudget is dergelijk getreuzel niet verenigbaar met het behoud van klimaatstabiliteit op of onder de 1,5°C opwarming ten opzichte van het pre-industriële niveau.

Ten slotte moeten alle landen erkennen dat de toenemende ongelijkheid tussen rijk en arm ressentiment en wantrouwen voedt en de sociale contracten ondermijnt die nodig zijn voor moeilijke, collectieve besluitvorming op de langere termijn. Om deze risicoʼs te beperken, moeten we het bbp aanvullen met andere maatstaven die het welzijn van mens en natuur beter weergeven. De leiders van vandaag moeten doortastend zijn bij het dienen van de ultieme expressie van rechtvaardigheid: het recht van komende generaties op een leefbare biosfeer.

Het voortbestaan van de mensheid op de langere termijn hangt af van de beslissingen die we nú nemen. De wereldleiders die dit jaar bijeenkomen op de G7, de G20 en de topconferenties over biodiversiteit en klimaat moeten denken in termen van eeuwen en generaties, niet in termen van jaren of maanden. Net als bij de Nobelprijs moeten zij zich laten leiden door één vraag: wat is de grootste winst voor de mensheid?

Carl Folke, Science Director van het Stockholm Resilience Centre en directeur van het Beijer Institute of Ecological Economics van de Royal Swedish Academy of Sciences, en Richard J. Roberts, een Nobelprijswinnaar en Chief Scientific Officer van New England Biolabs, hebben aan dit commentaar bijgedragen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/vntzdI8nl