mettler2_Christopher FurlongGetty Images_wind farm ocean Christopher Furlong/Getty Images

Europa’s groene kans

BRUSSEL ‒ De COVID-19-crisis presenteert Europa met een uitzonderlijke kans om een nieuw tijdperk van economische groei in te luiden. Wanneer de particuliere sector en regeringen van de Europese Unie samen zullen werken aan gedurfd en innovatief beleid voor op de korte termijn kunnen ze niet alleen de huidige crisis bestrijden maar ook stabiele bedrijfsinvesteringen stimuleren en goede banen creëren tot ver in de toekomst.   

De EU zet een stap in de goede richting met €750 miljard aan nieuwe stimuleringsuitgaven als onderdeel van het Next Generation EU-initiatief. Een derde daarvan is bestemd voor projecten op het gebied van klimaatverandering, met inbegrip van onderzoek naar koolstofarme oplossingen. Naarmate deze fondsen hun weg vinden richting de reële economie zullen ze het begrip van hoe klimaatgerelateerde investeringen onze leef- en werkgemeenschappen positief kunnen beïnvloeden verdiepen. 

Om een maximale impact te garanderen bracht Capgemini Invent onlangs ‘Fit for Net-Zero’ uit, een economische analyse van de huidige beschikbare investeringskansen die de eerste in zijn soort is. In opdracht van Breakthrough Energy, een netwerk van door filantroop Bill Gates gesteunde klimaatgerichte instellingen en initiatieven, identificeert het rapport 55 koolstofarme, reële projecten door heel Europa die rijp voor investeringen zijn.

Elk project is gericht op schaalvergroting van nieuwe technologieën en zakenmodellen die Europa zullen helpen om in 2050 netto-nuluitstoot van broeikasgassen te realiseren, en al deze projecten bevinden zich in een van de vijf cruciale sectoren: energie, industrie, infrastructuur, transport en landbouw. Bovendien bevindt ieder project zich momenteel op een ander niveau van ontwikkeling en representeren ze het gehele spectrum van de innovatiecyclus, van vroege demonstratiefases tot de laatste fase voor toepassing, wat de risico's helpt te diversifiëren. Tezamen hebben deze projecten de potentie om de Europese economie te revitaliseren en te transformeren.

Volgens ons rapport kan het ontwikkelen en realiseren van deze projecten een marktpotentieel van €12,9 biljoen creëren, 12,7 miljoen banen voeden, en de EU helpen tegen het midden van deze eeuw haar ambitieuze uitstootdoelen te behalen. Om zo’n buitengewone impact te bewerkstelligen vergt ieder project zijn eigen specifieke mix van creativiteit uit de particuliere sector en kapitaalinvesteringen in aanvulling op overheidssubsidies en een goed afgestemd beleidskader vanuit de EU en haar 27 lidstaten.

Hoe zien deze innovatieve projecten eruit en welk beleid is nodig om ze te ondersteunen? Neem bijvoorbeeld drijvende offshore-windplatforms. De ondiepe zeeën aan de Europese kust staan al propvol windturbines. Maar tot voor kort was het ontwikkelen van windparken in diep water, waar zich 80 % van het Europese potentieel voor het opwekken van offshore-windenergie bevindt, veel te kostbaar. Door tot het jaar 2030 honderd grootschalige drijvende windparken in de Oostzee, Noordzee en de Atlantische Oceaan aan te leggen kunnen we beginnen dit enorme potentieel te ontsluiten en de productie van hernieuwbare energie in landen als Portugal, Zweden en Estland snel op te schalen. 

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Op het beleidsfront kunnen programma’s als Horizon Europa, het voornaamste financieringsinstrument voor onderzoek en innovatie van de EU, de vooruitgang in het ontwerp van de wieken versnellen, en uiteindelijk de kosten van turbines die niet permanent vast op de zeebodem hoeven te staan terugbrengen.

Een ander veelbelovend investeringsterrein is ‘Landbouw 4.0’. In de Europese landbouwsector blijft het gebruik van digitale technologieën momenteel achter bij wat er in andere belangrijke industrieën gebeurt, dit als gevolg van margebeperkingen voor landbouwapparatuur en een relatief gebrek aan investeringscapaciteit.   

Als landbouwers, tech-bedrijven, universiteiten en andere partijen samenwerken om optimale manieren om landbouwtechnologie in te zetten te vinden – zoals satellietbeelden, robotica en blockchain ‒ zouden ze tegen 2050 een markt van €10 miljard kunnen creëren die tevens de uitstoot vermindert. Door de landbouw volledig naar het digitale tijdperk te tillen kunnen we de sector aantrekkelijker maken voor een jongere generatie landbouwers die de efficiency van hoe we ons fruit en groente verbouwen, ons vee fokken, en landbouwgrond en bos beheren willen maximaliseren.

Tot slot liggen er veel kansen in het renoveren van publieke gebouwen. Scholen, ziekenhuizen en andere openbare voorzieningen zijn voor elke gemeenschap van vitaal belang, maar in Europa behoren ze vaak tot de oudste en minst energiezuinige vormen van infrastructuur. Kort samengevat zijn gebouwen in Europa verantwoordelijk voor 40 % van het energieverbruik binnen de EU. 

Met behulp van nieuwe digitale ontwerptechnieken kan de renovatie van publieke gebouwen in Europa met de allernieuwste materialen zoals aerogel-isolatie en vacuümglasramen (die beter isoleren en tegelijk meer natuurlijk licht doorlaten) de uitstoot van broeikasgassen drastisch verlagen, de energiekosten van de overheid terugbrengen, en 660.000 lokale banen opleveren. Beleidsmaatregelen om de renovatiegraad door de hele EU met tenminste 3 % per jaar te verhogen omvatten de net aangekondigde Renovation Wave, investeringen in de ontwikkeling van de beroepsbevolking, en maatregelen om waardeketens in de bouw koolstofvrij te maken.

Zelfs met al hun potentieel vormen deze drie investeringsgebieden nog slechts een fractie van wat er allemaal mogelijk is in Europa. Andere projecten op onze lijst omvatten megafabrieken voor de productie van lithium-ion-batterijen, nieuwe vormen van stadsmobiliteit zoals autonoom deelvervoer, insecteneiwitten om de uitstoot van veestapels te verlagen, en ‘groene waterstof’ om de uitstoot van de circa 500 staalfabrieken in Europa terug te brengen.

We weten dat het realiseren van een koolstofvrije toekomst innovatie vereist. Het nu aanwijzen van deze projecten is het laatste piketpaaltje op onze weg naar een netto-nuluitstoot in 2050 en Europa tot wereldleider te maken op de markt van klimaattechnologie waar de wereld steeds meer op leunen zal.

Terwijl de herstelfondsen van de EU die geoormerkt zijn voor de bestrijding van klimaatverandering de economie in beginnen te stromen moeten we verzekeren dat politieke en industriële leiders op alle niveaus zich op een nuchter, gecoördineerd beleid zullen richten dat koolstofarm onderzoek en innovatie stimuleert en adequaat ondersteunt. Het ontwikkelen en opschalen van nieuwe technologieën is lastig. Of beter gezegd: het kost tijd, die we niet meer te verliezen hebben. 

Vertaling: Melle Trap

https://prosyn.org/0TmLKgcnl