ABU DHABI/BRUSSEL – Toen landen over de hele wereld vorig jaar met recordtemperaturen werden geconfronteerd, zei secretaris-generaal van de Verenigde Naties António Guterres: ‘We moeten van een jaar van brandende hitte een jaar van brandende ambitie maken.’ Maar om af te stappen van fossiele brandstoffen en de economische voordelen van de groene transitie te ontsluiten, zoals het creëren van banen en universele toegang tot schone energie, moeten leiders uit het bedrijfsleven en beleidsmakers samenwerken om de toezeggingen die zijn gedaan tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering in Dubai (COP28) om te zetten in daadwerkelijke hernieuwbare gigawatts.
COP28 markeerde een historisch keerpunt in de strijd tegen de klimaatverandering. Met de UAE Consensus als uitgangspunt beloofden de wereldleiders om af te stappen van fossiele brandstoffen en kwamen ze overeen om de hernieuwbare energiecapaciteit te verdrievoudigen tot minstens 11.000 gigawatt en de energie-efficiëntie tegen 2030 te verdubbelen.
Maar ambitie alleen is niet genoeg om deze doelstellingen te halen en de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5° Celsius. Regeringen moeten investeren in volwassen, kostenconcurrerende hernieuwbare technologieën die snel op grote schaal kunnen worden ingezet. In combinatie met langdurige energieopslag, groene waterstof en systeemoptimalisatie vormen deze technologieën de meest betrouwbare en flexibele manier om de energietransitie te versnellen.
Hernieuwbare energie zal de komende jaren ongetwijfeld het mondiale energielandschap bepalen. Zowel zonne- als windenergie zullen naar verwachting aanzienlijk groeien, terwijl waterkracht als ruggengraat zal dienen voor de flexibiliteit van het elektriciteitsnet. Daarom zijn hernieuwbare energiebronnen klaar om de dominante bron van elektriciteit in de eenentwintigste eeuw te worden.
Maar zoals in een gezamenlijk rapport van het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie (IRENA) en de Global Renewables Alliance (GRA) in de aanloop naar COP28 werd opgemerkt, is voor het verdrievoudigen van de hernieuwbare capaciteit samenwerking tussen de private en publieke sector nodig. Partnerschappen moeten zich richten op initiatieven die onmiddellijk resultaat opleveren, zoals het mobiliseren van goedkope financiering, het versnellen van vergunningsprocessen, het wegwerken van de achterstand bij de aansluiting op het elektriciteitsnet, het hervormen van de veilingmechanismen van de overheid voor projecten voor hernieuwbare energie en het diversifiëren van de wereldwijde toeleveringsketens. Een sterk engagement voor inclusiviteit en de actieve deelname van ontwikkelingseconomieën moet de kern vormen van deze inspanningen. IRENA en GRA tonen deze inzet door samen te werken aan de jaarlijkse rapporten die in opdracht van het COP28-voorzitterschap worden opgesteld om de voortgang te bewaken op weg naar de wereldwijde verdrievoudigingsdoelstelling, en om de energietransitie te vergemakkelijken.
We moeten echter sneller te werk gaan, vooral als we ervoor willen zorgen dat de vooruitgang eerlijk wordt verdeeld over de wereld. Hoewel de capaciteit voor hernieuwbare energie in 2023 met 473 gigawatt is toegenomen, hebben de economische voordelen van de energietransitie niet elk land bereikt. Opmerkelijk genoeg was 83 procent van deze toename geconcentreerd in China, de Europese Unie en de Verenigde Staten, waardoor veel landen in het Mondiale Zuiden achterbleven.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
In feite verloopt de transitie naar hernieuwbare energiebronnen in veel delen van de wereld alarmerend langzaam. Kansen om ontwikkelings- en toegangsproblemen aan te pakken in Afrika bezuiden de Sahara, waar ruim vijfhonderd miljoen mensen nog steeds geen toegang hebben tot elektriciteit, worden verkwanseld. Deze trage transitie kan grotendeels worden toegeschreven aan het gebrek aan betaalbare financiering, adequate planning en de beleids- en marktkaders die nodig zijn om de overstap naar hernieuwbare energie te ondersteunen. Het is veelzeggend dat de overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen in 2022 zijn opgelopen tot 1,3 biljoen dollar – ongeveer de jaarlijkse investering die nodig is om de capaciteit voor hernieuwbare energie tegen 2030 te verdrievoudigen.
Een cruciale eerste stap in de richting van meer publiek-private samenwerking bij het nastreven van de ambitieuze doelstellingen van COP28 is het hervormen van de mondiale financiële architectuur. Afrika is bijvoorbeeld goed voor zeventien procent van de wereldbevolking, maar heeft de afgelopen twintig jaar minder dan twee procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie ontvangen. Het ontwikkelen van industriële clusters en het initiëren van subsidieprogramma’s kan ook helpen bij het creëren van een omgeving die bevorderlijk is voor innovatie en privaat-publieke partnerschappen.
Recente toezeggingen van wereldleiders bieden een sprankje hoop. Zo hebben de Afrikaanse leiders op de Afrikaanse klimaattop in Nairobi in september 2023 toegezegd om de hernieuwbare capaciteit van het continent te verhogen naar ten minste 300 gigawatt in 2030. Deze inspanning is gericht op het terugdringen van de energiearmoede en het bevorderen van het wereldwijde aanbod van kosteneffectieve schone energie die geschikt is voor industrieel gebruik.
In de woorden van de Keniaanse president William Ruto, een van de belangrijkste pleitbezorgers van het akkoord van Nairobi, is de huidige energiecrisis ‘een waarschuwing dat fossiele brandstoffen het tegenovergestelde zijn van vrijheid, en toch is de wereld eraan geketend geraakt. We moeten ons bevrijden van die ketenen.’ Daarom heeft Ruto het Accelerated Partnership for Renewables in Africa opgericht, een door Afrika geleid internationaal samenwerkingsverband van regeringen en belanghebbenden, met als doel de inzet van hernieuwbare energie te versnellen, de toegang te vergroten, de groene industrialisatie te bevorderen, en de economische en maatschappelijke veerkracht te versterken.
Regeringen en bedrijfsleiders moeten het huidige politieke momentum benutten om de samenwerking tussen beleidsmakers en particuliere investeerders te bevorderen. Terwijl regeringen geschikte beleids- en marktkaders ontwikkelen om de transitie naar hernieuwbare energie te vergemakkelijken, staat de privésector – die historisch gezien verantwoordelijk is voor 86 procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie – klaar om het voortouw te nemen. Samen kunnen we een schone, veilige en rechtvaardige energietoekomst realiseren. Maar om deze visie te verwezenlijken, zullen we snel moeten handelen.
Francesco La Camera is directeur-generaal van het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie. Bruce Douglas is CEO van de Global Renewables Alliance.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
ABU DHABI/BRUSSEL – Toen landen over de hele wereld vorig jaar met recordtemperaturen werden geconfronteerd, zei secretaris-generaal van de Verenigde Naties António Guterres: ‘We moeten van een jaar van brandende hitte een jaar van brandende ambitie maken.’ Maar om af te stappen van fossiele brandstoffen en de economische voordelen van de groene transitie te ontsluiten, zoals het creëren van banen en universele toegang tot schone energie, moeten leiders uit het bedrijfsleven en beleidsmakers samenwerken om de toezeggingen die zijn gedaan tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering in Dubai (COP28) om te zetten in daadwerkelijke hernieuwbare gigawatts.
COP28 markeerde een historisch keerpunt in de strijd tegen de klimaatverandering. Met de UAE Consensus als uitgangspunt beloofden de wereldleiders om af te stappen van fossiele brandstoffen en kwamen ze overeen om de hernieuwbare energiecapaciteit te verdrievoudigen tot minstens 11.000 gigawatt en de energie-efficiëntie tegen 2030 te verdubbelen.
Maar ambitie alleen is niet genoeg om deze doelstellingen te halen en de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5° Celsius. Regeringen moeten investeren in volwassen, kostenconcurrerende hernieuwbare technologieën die snel op grote schaal kunnen worden ingezet. In combinatie met langdurige energieopslag, groene waterstof en systeemoptimalisatie vormen deze technologieën de meest betrouwbare en flexibele manier om de energietransitie te versnellen.
Hernieuwbare energie zal de komende jaren ongetwijfeld het mondiale energielandschap bepalen. Zowel zonne- als windenergie zullen naar verwachting aanzienlijk groeien, terwijl waterkracht als ruggengraat zal dienen voor de flexibiliteit van het elektriciteitsnet. Daarom zijn hernieuwbare energiebronnen klaar om de dominante bron van elektriciteit in de eenentwintigste eeuw te worden.
Maar zoals in een gezamenlijk rapport van het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie (IRENA) en de Global Renewables Alliance (GRA) in de aanloop naar COP28 werd opgemerkt, is voor het verdrievoudigen van de hernieuwbare capaciteit samenwerking tussen de private en publieke sector nodig. Partnerschappen moeten zich richten op initiatieven die onmiddellijk resultaat opleveren, zoals het mobiliseren van goedkope financiering, het versnellen van vergunningsprocessen, het wegwerken van de achterstand bij de aansluiting op het elektriciteitsnet, het hervormen van de veilingmechanismen van de overheid voor projecten voor hernieuwbare energie en het diversifiëren van de wereldwijde toeleveringsketens. Een sterk engagement voor inclusiviteit en de actieve deelname van ontwikkelingseconomieën moet de kern vormen van deze inspanningen. IRENA en GRA tonen deze inzet door samen te werken aan de jaarlijkse rapporten die in opdracht van het COP28-voorzitterschap worden opgesteld om de voortgang te bewaken op weg naar de wereldwijde verdrievoudigingsdoelstelling, en om de energietransitie te vergemakkelijken.
We moeten echter sneller te werk gaan, vooral als we ervoor willen zorgen dat de vooruitgang eerlijk wordt verdeeld over de wereld. Hoewel de capaciteit voor hernieuwbare energie in 2023 met 473 gigawatt is toegenomen, hebben de economische voordelen van de energietransitie niet elk land bereikt. Opmerkelijk genoeg was 83 procent van deze toename geconcentreerd in China, de Europese Unie en de Verenigde Staten, waardoor veel landen in het Mondiale Zuiden achterbleven.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
In feite verloopt de transitie naar hernieuwbare energiebronnen in veel delen van de wereld alarmerend langzaam. Kansen om ontwikkelings- en toegangsproblemen aan te pakken in Afrika bezuiden de Sahara, waar ruim vijfhonderd miljoen mensen nog steeds geen toegang hebben tot elektriciteit, worden verkwanseld. Deze trage transitie kan grotendeels worden toegeschreven aan het gebrek aan betaalbare financiering, adequate planning en de beleids- en marktkaders die nodig zijn om de overstap naar hernieuwbare energie te ondersteunen. Het is veelzeggend dat de overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen in 2022 zijn opgelopen tot 1,3 biljoen dollar – ongeveer de jaarlijkse investering die nodig is om de capaciteit voor hernieuwbare energie tegen 2030 te verdrievoudigen.
Een cruciale eerste stap in de richting van meer publiek-private samenwerking bij het nastreven van de ambitieuze doelstellingen van COP28 is het hervormen van de mondiale financiële architectuur. Afrika is bijvoorbeeld goed voor zeventien procent van de wereldbevolking, maar heeft de afgelopen twintig jaar minder dan twee procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie ontvangen. Het ontwikkelen van industriële clusters en het initiëren van subsidieprogramma’s kan ook helpen bij het creëren van een omgeving die bevorderlijk is voor innovatie en privaat-publieke partnerschappen.
Recente toezeggingen van wereldleiders bieden een sprankje hoop. Zo hebben de Afrikaanse leiders op de Afrikaanse klimaattop in Nairobi in september 2023 toegezegd om de hernieuwbare capaciteit van het continent te verhogen naar ten minste 300 gigawatt in 2030. Deze inspanning is gericht op het terugdringen van de energiearmoede en het bevorderen van het wereldwijde aanbod van kosteneffectieve schone energie die geschikt is voor industrieel gebruik.
In de woorden van de Keniaanse president William Ruto, een van de belangrijkste pleitbezorgers van het akkoord van Nairobi, is de huidige energiecrisis ‘een waarschuwing dat fossiele brandstoffen het tegenovergestelde zijn van vrijheid, en toch is de wereld eraan geketend geraakt. We moeten ons bevrijden van die ketenen.’ Daarom heeft Ruto het Accelerated Partnership for Renewables in Africa opgericht, een door Afrika geleid internationaal samenwerkingsverband van regeringen en belanghebbenden, met als doel de inzet van hernieuwbare energie te versnellen, de toegang te vergroten, de groene industrialisatie te bevorderen, en de economische en maatschappelijke veerkracht te versterken.
Regeringen en bedrijfsleiders moeten het huidige politieke momentum benutten om de samenwerking tussen beleidsmakers en particuliere investeerders te bevorderen. Terwijl regeringen geschikte beleids- en marktkaders ontwikkelen om de transitie naar hernieuwbare energie te vergemakkelijken, staat de privésector – die historisch gezien verantwoordelijk is voor 86 procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie – klaar om het voortouw te nemen. Samen kunnen we een schone, veilige en rechtvaardige energietoekomst realiseren. Maar om deze visie te verwezenlijken, zullen we snel moeten handelen.
Francesco La Camera is directeur-generaal van het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie. Bruce Douglas is CEO van de Global Renewables Alliance.