MANILA – Aan het begin van de COVID-19-pandemie hebben analisten en deskundigen perspectieven geschetst over hoe de crisis de wereldeconomie zou veranderen. Velen omarmden de mogelijkheid om onze financiële systemen, toeleveringsketens en manieren van werken te hervormen. De algemene boodschap was dat de toekomst na de pandemie groener, gezonder en rechtvaardiger zou zijn.
Nu, bijna twee jaar na het begin van de pandemie, is de opwinding over het creëren van een economisch ʻnieuw normaalʼ grotendeels weggeëbd. Afgezien van incidentele lockdowns en het dragen van maskers is de wereld grotendeels teruggekeerd naar de orde van de dag. De strijd tegen de pandemie is herhaaldelijk beschreven als een ʻoorlog,ʼ maar er hebben zich geen radicale veranderingen voorgedaan die aan een mobilisatie in oorlogstijd doen denken. Integendeel, de wereldwijde reactie op de pandemie is verlopen volgens de economische normen van vóór de pandemie. Ondanks dringende verzoeken om tot een ʻvolksvaccinʼ te komen en herhaalde oproepen tot rechtvaardigheid op het gebied van vaccins, hebben de regels van de markt de vaccindistributie gedomineerd en is de farmaceutische industrie zonder enige hervorming van betekenis op de ingeslagen weg verdergegaan.
Op dezelfde manier blijven beleidsmakers doen alsof – om Greta Thunberg te parafraseren – de wereld niet in brand staat. VN-secretaris-generaal António Guterres beschreef het jongste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change als een ʻcode rood voor de mensheid.ʼ Toch zijn de huidige nationaal vastgestelde bijdragen van de landen in het kader van het klimaatverdrag van Parijs van 2015 ontoereikend om het doel van het verdrag van Parijs te verwezenlijken, namelijk het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5º Celsius boven het pre-industriële niveau.
De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP26) in Glasgow is de meest onmiddellijke beleidshefboom die beschikbaar is. Maar het internationale klimaatregime moet verder gaan dan vrijwillige toezeggingen om de emissies te beperken, en moet de belofte van de rijke landen waarmaken om de armsten en kwetsbaarsten in de wereld financieel bij te staan.
Ik ben geen econoom. Ik ben een arts die gespecialiseerd is in het nieuwe vakgebied van de ʻplanetaire gezondheid,ʼ dat zich richt op de verbanden tussen het welzijn van de mens en dat van de planeet. Het uitgangspunt is eenvoudig: om onze gezondheid te beschermen en te verbeteren moeten we de onderliggende oorzaken van menselijke ziekte en schade aan het ecosysteem tegelijkertijd aanpakken.
De huidige economie vernietigt ons welzijn. Zij heeft de menselijke vindingrijkheid ontketend, financiële rijkdom gecreëerd en miljarden mensen uit de armoede gehaald. Maar zij heeft ook ecosystemen beschadigd en de sociale ongelijkheid verergerd. In het eerste jaar van de COVID-19-crisis gingen ruim 114 miljoen banen verloren, terwijl de rijksten ter wereld 5 biljoen dollar rijker werden dan voor het begin van de pandemie. En door de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit te versnellen, brengt onze huidige economie het vermogen van toekomstige generaties om te overleven en te gedijen in gevaar. Als arts voor de planetaire gezondheid geloof ik dat de behandeling van deze ziekte economisch van aard is, en niet medisch.
Tijdens deze pandemie hebben we een dramatische toename gezien van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBMʼs) – gezichtsmaskers en -schermen, handschoenen en jassen die eruitzien als astronautenpakken. Maar om er echt bovenop te komen, hebben we ook een ander soort PBM nodig – een economie die gericht is op mensen en op de planeet. Omdat klimaatverandering en andere vormen van ecologische schade de kans op toekomstige pandemieën vergroten, zou deze PBM ons niet alleen van de huidige crisis bevrijden. Het doel dat is vastgesteld door het Independent Panel for Pandemic Preparedness and Response van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) – ervoor zorgen dat COVID-19 de laatste pandemie in haar soortis – hangt ervan af.
Een economie waarin de mens en de planeet centraal staan, is een economie die het welzijn van de hele aarde bevordert. Het is een economie met diep respect voor de grenzen van de planeet, zoals de temperatuurlimiet die is vastgelegd in het verdrag van Parijs. En zij zorgt ervoor dat in de dagelijkse basisbehoeften van alle mensen wordt voorzien – bijvoorbeeld door universele gezondheidszorgstelsels en herverdelend sociaal beleid. De maatstaven voor succes van deze PBM zijn niet het bruto binnenlands product of het inkomen per hoofd van de bevolking, maar het vermogen van kinderen om op te groeien en hun volledige potentieel te bereiken, of het herstel van soorten die met uitsterven worden bedreigd.
Een voorbeeld van zoʼn PBM is reeds voorgesteld door Kate Raworth. In tegenstelling tot het huidige economische model, met zijn onbegrensde vraag- en aanbodcurves, visualiseert Raworths Doughnut Economy een smalle, ʻveilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid,ʼ die de grenzen van de planeet niet overschrijdt en niet tekortschiet in het vervullen van de basisbehoeften van de samenleving.
In het begin van de pandemie heeft de stad Amsterdam zich ertoe verbonden de donut te adopteren als haar post-pandemische economische model. Sindsdien heeft de stad projecten en beleidsmaatregelen geïmplementeerd, uiteenlopend van het circulaire gebruik van materialen in de bouw tot hervormingen in de plaatselijke mode-industrie. De volgende uitdaging bestaat erin dit model toe te passen op landen met lage en middeninkomens om ervoor te zorgen dat zij in de behoeften van hun samenleving kunnen voorzien zonder de planetaire grenzen te overschrijden.
Wij zijn het ʻbeslissende decenniumʼ binnengegaan. We hebben nog maar negen jaar te gaan tot de deadlines van het verdrag van Parijs en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. We moeten deze cruciale periode gebruiken om een economie te ontwerpen die echt gericht is op mensen en op de planeet. De groeiende planetaire gezondheidsgemeenschap heeft een belangrijke rol te spelen in het creëren van een alternatief dat ons zal helpen de pandemie te overwinnen en uiteindelijk de doelen te bereiken die we ons als beschaving hebben gesteld.
Vertaling: Menno Grootveld
MANILA – Aan het begin van de COVID-19-pandemie hebben analisten en deskundigen perspectieven geschetst over hoe de crisis de wereldeconomie zou veranderen. Velen omarmden de mogelijkheid om onze financiële systemen, toeleveringsketens en manieren van werken te hervormen. De algemene boodschap was dat de toekomst na de pandemie groener, gezonder en rechtvaardiger zou zijn.
Nu, bijna twee jaar na het begin van de pandemie, is de opwinding over het creëren van een economisch ʻnieuw normaalʼ grotendeels weggeëbd. Afgezien van incidentele lockdowns en het dragen van maskers is de wereld grotendeels teruggekeerd naar de orde van de dag. De strijd tegen de pandemie is herhaaldelijk beschreven als een ʻoorlog,ʼ maar er hebben zich geen radicale veranderingen voorgedaan die aan een mobilisatie in oorlogstijd doen denken. Integendeel, de wereldwijde reactie op de pandemie is verlopen volgens de economische normen van vóór de pandemie. Ondanks dringende verzoeken om tot een ʻvolksvaccinʼ te komen en herhaalde oproepen tot rechtvaardigheid op het gebied van vaccins, hebben de regels van de markt de vaccindistributie gedomineerd en is de farmaceutische industrie zonder enige hervorming van betekenis op de ingeslagen weg verdergegaan.
Op dezelfde manier blijven beleidsmakers doen alsof – om Greta Thunberg te parafraseren – de wereld niet in brand staat. VN-secretaris-generaal António Guterres beschreef het jongste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change als een ʻcode rood voor de mensheid.ʼ Toch zijn de huidige nationaal vastgestelde bijdragen van de landen in het kader van het klimaatverdrag van Parijs van 2015 ontoereikend om het doel van het verdrag van Parijs te verwezenlijken, namelijk het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5º Celsius boven het pre-industriële niveau.
De conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP26) in Glasgow is de meest onmiddellijke beleidshefboom die beschikbaar is. Maar het internationale klimaatregime moet verder gaan dan vrijwillige toezeggingen om de emissies te beperken, en moet de belofte van de rijke landen waarmaken om de armsten en kwetsbaarsten in de wereld financieel bij te staan.
Ik ben geen econoom. Ik ben een arts die gespecialiseerd is in het nieuwe vakgebied van de ʻplanetaire gezondheid,ʼ dat zich richt op de verbanden tussen het welzijn van de mens en dat van de planeet. Het uitgangspunt is eenvoudig: om onze gezondheid te beschermen en te verbeteren moeten we de onderliggende oorzaken van menselijke ziekte en schade aan het ecosysteem tegelijkertijd aanpakken.
De huidige economie vernietigt ons welzijn. Zij heeft de menselijke vindingrijkheid ontketend, financiële rijkdom gecreëerd en miljarden mensen uit de armoede gehaald. Maar zij heeft ook ecosystemen beschadigd en de sociale ongelijkheid verergerd. In het eerste jaar van de COVID-19-crisis gingen ruim 114 miljoen banen verloren, terwijl de rijksten ter wereld 5 biljoen dollar rijker werden dan voor het begin van de pandemie. En door de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit te versnellen, brengt onze huidige economie het vermogen van toekomstige generaties om te overleven en te gedijen in gevaar. Als arts voor de planetaire gezondheid geloof ik dat de behandeling van deze ziekte economisch van aard is, en niet medisch.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Tijdens deze pandemie hebben we een dramatische toename gezien van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBMʼs) – gezichtsmaskers en -schermen, handschoenen en jassen die eruitzien als astronautenpakken. Maar om er echt bovenop te komen, hebben we ook een ander soort PBM nodig – een economie die gericht is op mensen en op de planeet. Omdat klimaatverandering en andere vormen van ecologische schade de kans op toekomstige pandemieën vergroten, zou deze PBM ons niet alleen van de huidige crisis bevrijden. Het doel dat is vastgesteld door het Independent Panel for Pandemic Preparedness and Response van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) – ervoor zorgen dat COVID-19 de laatste pandemie in haar soortis – hangt ervan af.
Een economie waarin de mens en de planeet centraal staan, is een economie die het welzijn van de hele aarde bevordert. Het is een economie met diep respect voor de grenzen van de planeet, zoals de temperatuurlimiet die is vastgelegd in het verdrag van Parijs. En zij zorgt ervoor dat in de dagelijkse basisbehoeften van alle mensen wordt voorzien – bijvoorbeeld door universele gezondheidszorgstelsels en herverdelend sociaal beleid. De maatstaven voor succes van deze PBM zijn niet het bruto binnenlands product of het inkomen per hoofd van de bevolking, maar het vermogen van kinderen om op te groeien en hun volledige potentieel te bereiken, of het herstel van soorten die met uitsterven worden bedreigd.
Een voorbeeld van zoʼn PBM is reeds voorgesteld door Kate Raworth. In tegenstelling tot het huidige economische model, met zijn onbegrensde vraag- en aanbodcurves, visualiseert Raworths Doughnut Economy een smalle, ʻveilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid,ʼ die de grenzen van de planeet niet overschrijdt en niet tekortschiet in het vervullen van de basisbehoeften van de samenleving.
In het begin van de pandemie heeft de stad Amsterdam zich ertoe verbonden de donut te adopteren als haar post-pandemische economische model. Sindsdien heeft de stad projecten en beleidsmaatregelen geïmplementeerd, uiteenlopend van het circulaire gebruik van materialen in de bouw tot hervormingen in de plaatselijke mode-industrie. De volgende uitdaging bestaat erin dit model toe te passen op landen met lage en middeninkomens om ervoor te zorgen dat zij in de behoeften van hun samenleving kunnen voorzien zonder de planetaire grenzen te overschrijden.
Wij zijn het ʻbeslissende decenniumʼ binnengegaan. We hebben nog maar negen jaar te gaan tot de deadlines van het verdrag van Parijs en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. We moeten deze cruciale periode gebruiken om een economie te ontwerpen die echt gericht is op mensen en op de planeet. De groeiende planetaire gezondheidsgemeenschap heeft een belangrijke rol te spelen in het creëren van een alternatief dat ons zal helpen de pandemie te overwinnen en uiteindelijk de doelen te bereiken die we ons als beschaving hebben gesteld.
Vertaling: Menno Grootveld