BRASÍLIA – Reactionair populisme is tegenwoordig het grootste obstakel om de klimaatverandering aan te pakken. Nu regelrechte ontkenning van de klimaatverandering niet langer een optie is, hebben populistische politici zich steeds meer gepositioneerd als twijfelaars en vertragers van de klimaatactie, en deze nieuwe aanpak blijkt heel verraderlijk te zijn. Het Intergovernmental Panel on Climate Change waarschuwt dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen binnen drie jaar zijn hoogtepunt zal moeten bereiken om de doelstelling van 1,5° Celsius van het verdrag van Parijs binnen bereik te houden.
Bovengenoemde trend is omkeerbaar, maar wel hardnekkig. Na de ontmanteling door de voormalige Amerikaanse president Donald Trump van Amerikaʼs klimaatverbintenissen is de regering Biden erin geslaagd om ondanks aanzienlijke tegenwind baanbrekende klimaatwetgeving door te voeren. Maar er blijven mogelijkheden bestaan voor populistische klimaatbedervers. Uit een recente studie in Natureblijkt dat de meeste Amerikanen, ook al zijn er landelijk veel meer voorstanders van klimaatbeleid dan tegenstanders, denken dat het tegenovergestelde waar is. Gezien deze ʻvalse sociale realiteitʼ belooft de klimaatwetgeving een wig te worden bij de tussentijdse Congres-verkiezingen van november.
Misschien nog belangrijker is Brazilië, waar het reactionair populisme onder president Jair Bolsonaro dreigt te normaliseren. Het is geen toeval dat Steve Bannon, de voormalige hoofdstrateeg van Trump, de verkiezingen in Brazilië ziet als een keerpunt voor het internationale systeem: in zijn woorden de ʻop een na belangrijkste verkiezing ter wereld.ʼ Bannon-achtige tactieken hebben de afgelopen jaren in veel landen de overhand gekregen en het publieke debat over onderwerpen als immigratie, reproductieve rechten en vaccins vergiftigd.
Er zijn meerdere redenen waarom klimaatactie een bijzonder aantrekkelijk doelwit is voor aspirant- en zittende autoritaire heersers, maar geen daarvan heeft iets te maken met het klimaat zelf. De eerste reden is de vermeende kostprijs. Hoewel het koolstofvrij maken van de economie en het inbouwen van meer veerkracht uiteindelijk veel goedkoper zullen zijn dan de kosten van een op hol geslagen klimaatcrisis, zullen dergelijke uitgaven altijd blootstaan aan aanvallen van politieke opportunisten.
Bovendien zullen populisten beleid dat gericht is op internationale akkoorden zoals het klimaatverdrag van Parijs van 2015 besmeuren als het afstand doen van soevereiniteit. Het is geen verrassing dat Brexit-architect Nigel Farage nu pleit voor een referendum over de belofte van het Verenigd Koninkrijk om tot netto-nul-emissies te komen.
Een simplistische opvatting van nationale soevereiniteit ligt ook ten grondslag aan Bolsonaroʼs weigering om het Amazonegebied in internationale fora te bespreken, ook al is de rol van dat gebied als koolstofopslagplaats van cruciaal belang voor de rest van de wereld. Bolsonaroʼs onvermogen om criminele activiteiten in het Amazonegebied te bestrijden heeft de moedwillige vernietiging van de Braziliaanse bossen, rivieren en mensen (waaronder inheemse groepen, milieuactivisten en journalisten) mogelijk gemaakt. Net als voor andere rechtse populisten komt ʻsoevereiniteitʼ voor hem neer op het opeisen van rechten, maar ook op het ontkennen van de verantwoordelijkheden die daarbij horen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Uit cynisme of naïviteit weigeren populisten te erkennen dat sterkere nationale grenzen onze grootste problemen niet kunnen oplossen. Dat geldt evenzeer voor de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies als voor de energie- en voedselcrises van dit jaar, COVID-19 en de toenemende schuldennood. Als gevolg daarvan zouden klimaatactie en reactionair populisme nog tientallen jaren met elkaar verstrengeld kunnen blijven, te midden van klimaatontwrichting, toenemende ongelijkheid en een sociaal contract dat overal rafelt.
Volgens een recent onderzoek in vijfentwintig landen over een periode van ruim tien jaar hebben rechts-populistische partijen een consequent negatief effect gehad op de klimaatambitie, waardoor de internationale doelstellingen nog moeilijker te halen zijn. Als gastheer van de Earth Summit van 1992 had Brazilië vroeger een reputatie als toonaangevende consensusbouwer bij multilaterale onderhandelingen, maar in een paar jaar tijd is het land geassocieerd geraakt met diplomatieke wispelturigheid en milieuvernietiging.
Als we de steeds ontwrichtender gevolgen van de klimaatverandering willen beheersen, zal collectieve intelligentie het moeten winnen van populistische verdeeld- en heerstactieken en desinformatie. Sommige landen wijzen al de weg. In Australië hebben de kiezers bijvoorbeeld een conservatieve regering afgezet die een van de meest hardnekkige klimaatachterblijvers van de G20 was geworden. En in Slovenië werd een populistische premier een tweede opeenvolgende termijn ontzegd toen zijn partij werd verslagen door de ecologische partij Freedom Movement.
Zou eenzelfde boodschap in Brazilië kunnen aanslaan? Uit recente peilingen blijkt dat 81 procent van de Brazilianen wil dat de presidentskandidaten het Amazonegebied beschermen, en 65 procent vindt die bescherming belangrijk voor de economische ontwikkeling. Ruim negentig procent weet dat het klimaat verandert, en ruim 75 procent schrijft dit toe aan menselijke activiteiten.
Net als in veel landen in de wereld hebben sociale bewegingen in Brazilië zich op ongekende schaal georganiseerd. Groepen uit het Amazonegebied – vooral die welke traditionele gemeenschappen, vrouwen en jongeren vertegenwoordigen – gaan voorop in de strijd, en anderen, waaronder spelers uit de financiële en particuliere sector, hebben zich bij hen aangesloten.
Bolsonaro blijft echter vijandig staan tegenover klimaatambities en schildert alle milieuzorgen af als een sinistere creatie van schimmige internationale belangen. De ironie is natuurlijk dat de huidige ʻantiglobalistischeʼ populisten steunen op hun eigen goed gefinancierde transnationale netwerk van propagandisten, donateurs en fellow-travelers. Zoals uit een recent onderzoek van de New York Timesblijkt, hebben Hongaarse energiebedrijven die hebben geprofiteerd van de verkoop van Russische olie, massaal geld doorgesluisd naar politiek georiënteerde liefdadigheidsinstellingen, waarna het geld vervolgens terechtkomt bij conservatieve omroepen en opinieleiders in de Verenigde Staten.
Een internationaal systeem dat wordt ondermijnd door populistische prioriteiten zou rampzalig zijn voor open samenlevingen en een effectief klimaatbeleid. Degenen onder ons die geloven in de wetenschap, de wijsheid van lokale gemeenschappen en de kracht van diplomatie moeten zich bewust worden van de dreiging. Als populisme wordt genormaliseerd, zal het doeltreffende klimaatmaatregelen doen ontsporen, net nu ze het meest nodig zijn. Het venster om catastrofale gevolgen te voorkomen sluit zich. Klimaatbeleid is het meest uitnodigende doelwit van populisten geworden; de rest van ons moet tot de meest geduchte tegenstanders van de populisten gaan behoren.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
BRASÍLIA – Reactionair populisme is tegenwoordig het grootste obstakel om de klimaatverandering aan te pakken. Nu regelrechte ontkenning van de klimaatverandering niet langer een optie is, hebben populistische politici zich steeds meer gepositioneerd als twijfelaars en vertragers van de klimaatactie, en deze nieuwe aanpak blijkt heel verraderlijk te zijn. Het Intergovernmental Panel on Climate Change waarschuwt dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen binnen drie jaar zijn hoogtepunt zal moeten bereiken om de doelstelling van 1,5° Celsius van het verdrag van Parijs binnen bereik te houden.
Bovengenoemde trend is omkeerbaar, maar wel hardnekkig. Na de ontmanteling door de voormalige Amerikaanse president Donald Trump van Amerikaʼs klimaatverbintenissen is de regering Biden erin geslaagd om ondanks aanzienlijke tegenwind baanbrekende klimaatwetgeving door te voeren. Maar er blijven mogelijkheden bestaan voor populistische klimaatbedervers. Uit een recente studie in Natureblijkt dat de meeste Amerikanen, ook al zijn er landelijk veel meer voorstanders van klimaatbeleid dan tegenstanders, denken dat het tegenovergestelde waar is. Gezien deze ʻvalse sociale realiteitʼ belooft de klimaatwetgeving een wig te worden bij de tussentijdse Congres-verkiezingen van november.
Misschien nog belangrijker is Brazilië, waar het reactionair populisme onder president Jair Bolsonaro dreigt te normaliseren. Het is geen toeval dat Steve Bannon, de voormalige hoofdstrateeg van Trump, de verkiezingen in Brazilië ziet als een keerpunt voor het internationale systeem: in zijn woorden de ʻop een na belangrijkste verkiezing ter wereld.ʼ Bannon-achtige tactieken hebben de afgelopen jaren in veel landen de overhand gekregen en het publieke debat over onderwerpen als immigratie, reproductieve rechten en vaccins vergiftigd.
Er zijn meerdere redenen waarom klimaatactie een bijzonder aantrekkelijk doelwit is voor aspirant- en zittende autoritaire heersers, maar geen daarvan heeft iets te maken met het klimaat zelf. De eerste reden is de vermeende kostprijs. Hoewel het koolstofvrij maken van de economie en het inbouwen van meer veerkracht uiteindelijk veel goedkoper zullen zijn dan de kosten van een op hol geslagen klimaatcrisis, zullen dergelijke uitgaven altijd blootstaan aan aanvallen van politieke opportunisten.
Bovendien zullen populisten beleid dat gericht is op internationale akkoorden zoals het klimaatverdrag van Parijs van 2015 besmeuren als het afstand doen van soevereiniteit. Het is geen verrassing dat Brexit-architect Nigel Farage nu pleit voor een referendum over de belofte van het Verenigd Koninkrijk om tot netto-nul-emissies te komen.
Een simplistische opvatting van nationale soevereiniteit ligt ook ten grondslag aan Bolsonaroʼs weigering om het Amazonegebied in internationale fora te bespreken, ook al is de rol van dat gebied als koolstofopslagplaats van cruciaal belang voor de rest van de wereld. Bolsonaroʼs onvermogen om criminele activiteiten in het Amazonegebied te bestrijden heeft de moedwillige vernietiging van de Braziliaanse bossen, rivieren en mensen (waaronder inheemse groepen, milieuactivisten en journalisten) mogelijk gemaakt. Net als voor andere rechtse populisten komt ʻsoevereiniteitʼ voor hem neer op het opeisen van rechten, maar ook op het ontkennen van de verantwoordelijkheden die daarbij horen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Uit cynisme of naïviteit weigeren populisten te erkennen dat sterkere nationale grenzen onze grootste problemen niet kunnen oplossen. Dat geldt evenzeer voor de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies als voor de energie- en voedselcrises van dit jaar, COVID-19 en de toenemende schuldennood. Als gevolg daarvan zouden klimaatactie en reactionair populisme nog tientallen jaren met elkaar verstrengeld kunnen blijven, te midden van klimaatontwrichting, toenemende ongelijkheid en een sociaal contract dat overal rafelt.
Volgens een recent onderzoek in vijfentwintig landen over een periode van ruim tien jaar hebben rechts-populistische partijen een consequent negatief effect gehad op de klimaatambitie, waardoor de internationale doelstellingen nog moeilijker te halen zijn. Als gastheer van de Earth Summit van 1992 had Brazilië vroeger een reputatie als toonaangevende consensusbouwer bij multilaterale onderhandelingen, maar in een paar jaar tijd is het land geassocieerd geraakt met diplomatieke wispelturigheid en milieuvernietiging.
Als we de steeds ontwrichtender gevolgen van de klimaatverandering willen beheersen, zal collectieve intelligentie het moeten winnen van populistische verdeeld- en heerstactieken en desinformatie. Sommige landen wijzen al de weg. In Australië hebben de kiezers bijvoorbeeld een conservatieve regering afgezet die een van de meest hardnekkige klimaatachterblijvers van de G20 was geworden. En in Slovenië werd een populistische premier een tweede opeenvolgende termijn ontzegd toen zijn partij werd verslagen door de ecologische partij Freedom Movement.
Zou eenzelfde boodschap in Brazilië kunnen aanslaan? Uit recente peilingen blijkt dat 81 procent van de Brazilianen wil dat de presidentskandidaten het Amazonegebied beschermen, en 65 procent vindt die bescherming belangrijk voor de economische ontwikkeling. Ruim negentig procent weet dat het klimaat verandert, en ruim 75 procent schrijft dit toe aan menselijke activiteiten.
Net als in veel landen in de wereld hebben sociale bewegingen in Brazilië zich op ongekende schaal georganiseerd. Groepen uit het Amazonegebied – vooral die welke traditionele gemeenschappen, vrouwen en jongeren vertegenwoordigen – gaan voorop in de strijd, en anderen, waaronder spelers uit de financiële en particuliere sector, hebben zich bij hen aangesloten.
Bolsonaro blijft echter vijandig staan tegenover klimaatambities en schildert alle milieuzorgen af als een sinistere creatie van schimmige internationale belangen. De ironie is natuurlijk dat de huidige ʻantiglobalistischeʼ populisten steunen op hun eigen goed gefinancierde transnationale netwerk van propagandisten, donateurs en fellow-travelers. Zoals uit een recent onderzoek van de New York Timesblijkt, hebben Hongaarse energiebedrijven die hebben geprofiteerd van de verkoop van Russische olie, massaal geld doorgesluisd naar politiek georiënteerde liefdadigheidsinstellingen, waarna het geld vervolgens terechtkomt bij conservatieve omroepen en opinieleiders in de Verenigde Staten.
Een internationaal systeem dat wordt ondermijnd door populistische prioriteiten zou rampzalig zijn voor open samenlevingen en een effectief klimaatbeleid. Degenen onder ons die geloven in de wetenschap, de wijsheid van lokale gemeenschappen en de kracht van diplomatie moeten zich bewust worden van de dreiging. Als populisme wordt genormaliseerd, zal het doeltreffende klimaatmaatregelen doen ontsporen, net nu ze het meest nodig zijn. Het venster om catastrofale gevolgen te voorkomen sluit zich. Klimaatbeleid is het meest uitnodigende doelwit van populisten geworden; de rest van ons moet tot de meest geduchte tegenstanders van de populisten gaan behoren.
Vertaling: Menno Grootveld