DEN HAAG/WASHINGTON, DC – Nu de wereld worstelt om COVID-19 onder controle te krijgen, worden de mondiale gezondheidszorgwerkers geconfronteerd met toenemende stress – en staat de grotendeels door vrouwen geleverde kraamzorg aan grotere risicoʼs bloot dan ooit.
De huidige crisis stelt de gezondheidszorgfaciliteiten tot het uiterste op de proef, nu tekorten aan personeel en middelen de diensten onder enorme druk zetten. Schrijnende verhalen van vroedvrouwen in de frontlinie onderstrepen de zorgen over de mensenrechten, de overmatige medicalisering van bevallingen, en de toenemende onrust onder vroedvrouwen en zwangere vrouwen. Bij de inspanningen om COVID-19 aan banden te leggen is de zorg voor toekomstige moeders een lage prioriteit geworden.
Vroedvrouwen zijn van vitaal belang voor de gezondheid en de bescherming van vrouwen tijdens de bevalling. In 2017 zijn wereldwijd naar schatting 295.000 vrouwen overleden als gevolg van oorzaken die te maken hebben met de zwangerschap of de bevalling – en het merendeel van deze vrouwen kwam uit lageinkomens- en lageremiddeninkomenslanden. De meeste van deze sterfgevallen waren te voorkomen geweest. Gedurende de hele noodtoestand moeten we ervoor zorgen dat de door vroedvrouwen geleverde kraamzorg zoveel mogelijk overeind wordt gehouden.
Zoals het er nu voor staat worden vroedvrouwen in alle regioʼs geconfronteerd met tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen en andere instrumenten om de infectie onder controle te brengen, zoals desinfecteringsgel voor de handen, wat inhoudt dat ze voor pijnlijke en traumatische beslissingen komen te staan. Moeten zij de gezondheid van hun eigen gezin in de waagschaal stellen om voor vrouwen die aan het bevallen zijn te kunnen zorgen? Hoe moeten zij hulp bieden zonder persoonlijke beschermingsmiddelen, gezien het feit dat ze niet in staat zijn een veilige afstand in acht te nemen van de vrouwen die aan hun zorg zijn toevertrouwd? Is het beter om sowieso normale zorg te verlenen, zelfs als het risico bestaat dat ze hun patiënten besmetten?
Er zijn ook steeds meer aanwijzingen dat de overmedicalisering van het bevallen tijdens de pandemie is toegenomen. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt aan dat er alleen keizersnedes worden uitgevoerd als dit medisch gerechtvaardigd is, maar er zijn steeds meer zorgen onder gezondheidszorgprofessionals en de bredere mondiale gezondheidszorggemeenschap over het aantal onnodige en ongepaste procedures. Dit verontrustende patroon duidt op een verzwakking van het recht van vrouwen om geïnformeerde besluiten te nemen over hun bevalling en hun algehele gezondheid.
Waar vrouwen de ruimte krijgen om zelf te beslissen, kiezen ze er steeds vaker voor om thuis te bevallen met behulp van een vroedvrouw, of in een speciale kraamkliniek, in plaats van in een ziekenhuis. Deze verandering weerspiegelt niet alleen de angst voor COVID-19, maar ook het besef van veel vrouwen dat zij kunnen kiezen voor meer gedecentraliseerde diensten die beter in hun behoeften voorzien. In het geval van zwangerschappen met een laag risico zouden nationale overheden dit besluit moeten steunen.
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Maar het decentraliseren van het bevallen brengt zijn eigen problemen met zich mee. We moeten in het bijzonder voldoende middelen bieden om bevallingen te ondersteunen, en het werk respecteren en erkennen dat in de thuissituatie wordt uitgevoerd om de veiligheid van zwangere vrouwen te garanderen. Extra, met de pandemie samenhangende zorgen met betrekking tot de zwangerschap hebben de rol van de vroedvrouw bij het bieden van prenatale zorg zelfs nóg belangrijker gemaakt. Maar in veel gevallen worden dit soort aan huis geleverde diensten niet erkend en onderbetaald, wat zelfs tijdens de tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen zo is gebleven, waardoor vroedvrouwen en patiënten in gevaar zijn gebracht.
Velen zijn geschokt door het gebrek aan fundamentele middelen en de ontoereikende capaciteit van onze gezondheidszorgsystemen tegenover een mondiale pandemie. Maar deze tekortkomingen mogen geen verrassing zijn. Gezondheidszorgwerkers zijn overwerkt en worden onderbetaald, hebben ontoereikende trainingsmogelijkheden en zijn onderworpen aan een restrictief beleid. Vroedvrouwen worden bijvoorbeeld vaak niet erkend als gezondheidszorgwerkers in de frontlinie.
Deze problemen zijn nóg acuter in de kraamzorg, die ook al vóór de pandemie de nodige moeite had om erkenning te verkrijgen als autonoom beroep, en de toegang veilig te stellen tot de financiering, middelen en training die daarbij horen. En nu heeft het onvermogen om te investeren in gezondheidszorgdiensten voor moeders, en in een eerlijke betaling van vrouwen voor hun bijdragen aan de gezondheidszorgsector, de mondiale respons op COVID-19 verzwakt en vrouwen een groter risico op besmetting laten lopen, vooral in de lageremiddeninkomenslanden. Daar worden traditionele hulpverleners in de kraamzorg getraind, en beschikken ze ook over fundamentele hulpmiddelen, maar worden ze niet gezien als onderdeel van de betaalde zorg. Als gevolg hiervan kunnen ze niet over adequate beschermingsmiddelen beschikken en kunnen zij het zich niet veroorloven te stoppen met werken tijdens een pandemie.
Om de kraamzorg veilig te houden, en vroedvrouwen in staat te stellen op de vrouw gerichte zorg te blijven leveren, moeten overheden, internationale donoragentschappen en filantropische organisaties voorrang geven aan de financiering van de gezondheidszorgdiensten voor moeders. Hiertoe behoort ook het ondersteunen van de op de gemeenschap gebaseerde zorg, die cruciaal is in een tijd dat op faciliteiten gebaseerde diensten afnemen. Zonder dergelijke hulp zullen vroedvrouwen moeite hebben de meest kwetsbaren te bereiken.
De internationale gemeenschap moet de vrouwelijke gezondheidszorgwerkers steunen en rechtstreeks financiële middelen aanreiken aan organisaties die vroedvrouwen vertegenwoordigen, als de verstrekkers van fundamentele gezondheidszorgdiensten aan moeders. We moeten erop vertrouwen dat de vrouwen die in het centrum staan van de levering van gezondheidszorgdiensten deze financiering zullen gebruiken zoals zij dat nodig achten, en zullen investeren in de bescherming en de middelen die zij nodig hebben om de aanhoudende veiligheid van onze gemeenschappen te kunnen garanderen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In betting that the economic fallout from his sweeping new tariffs will be worth the gains in border security, US President Donald Trump is gambling with America’s long-term influence and prosperity. In the future, more countries will have even stronger reasons to try to reduce their reliance on the United States.
thinks Donald Trump's trade policies will undermine the very goals they aim to achieve.
While America’s AI industry arguably needed shaking up, the news of a Chinese startup beating Big Tech at its own game raises some difficult questions. Fortunately, if US tech leaders and policymakers can take the right lessons from DeepSeek's success, we could all end up better for it.
considers what an apparent Chinese breakthrough means for the US tech industry, and innovation more broadly.
DEN HAAG/WASHINGTON, DC – Nu de wereld worstelt om COVID-19 onder controle te krijgen, worden de mondiale gezondheidszorgwerkers geconfronteerd met toenemende stress – en staat de grotendeels door vrouwen geleverde kraamzorg aan grotere risicoʼs bloot dan ooit.
De huidige crisis stelt de gezondheidszorgfaciliteiten tot het uiterste op de proef, nu tekorten aan personeel en middelen de diensten onder enorme druk zetten. Schrijnende verhalen van vroedvrouwen in de frontlinie onderstrepen de zorgen over de mensenrechten, de overmatige medicalisering van bevallingen, en de toenemende onrust onder vroedvrouwen en zwangere vrouwen. Bij de inspanningen om COVID-19 aan banden te leggen is de zorg voor toekomstige moeders een lage prioriteit geworden.
Vroedvrouwen zijn van vitaal belang voor de gezondheid en de bescherming van vrouwen tijdens de bevalling. In 2017 zijn wereldwijd naar schatting 295.000 vrouwen overleden als gevolg van oorzaken die te maken hebben met de zwangerschap of de bevalling – en het merendeel van deze vrouwen kwam uit lageinkomens- en lageremiddeninkomenslanden. De meeste van deze sterfgevallen waren te voorkomen geweest. Gedurende de hele noodtoestand moeten we ervoor zorgen dat de door vroedvrouwen geleverde kraamzorg zoveel mogelijk overeind wordt gehouden.
Zoals het er nu voor staat worden vroedvrouwen in alle regioʼs geconfronteerd met tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen en andere instrumenten om de infectie onder controle te brengen, zoals desinfecteringsgel voor de handen, wat inhoudt dat ze voor pijnlijke en traumatische beslissingen komen te staan. Moeten zij de gezondheid van hun eigen gezin in de waagschaal stellen om voor vrouwen die aan het bevallen zijn te kunnen zorgen? Hoe moeten zij hulp bieden zonder persoonlijke beschermingsmiddelen, gezien het feit dat ze niet in staat zijn een veilige afstand in acht te nemen van de vrouwen die aan hun zorg zijn toevertrouwd? Is het beter om sowieso normale zorg te verlenen, zelfs als het risico bestaat dat ze hun patiënten besmetten?
Er zijn ook steeds meer aanwijzingen dat de overmedicalisering van het bevallen tijdens de pandemie is toegenomen. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt aan dat er alleen keizersnedes worden uitgevoerd als dit medisch gerechtvaardigd is, maar er zijn steeds meer zorgen onder gezondheidszorgprofessionals en de bredere mondiale gezondheidszorggemeenschap over het aantal onnodige en ongepaste procedures. Dit verontrustende patroon duidt op een verzwakking van het recht van vrouwen om geïnformeerde besluiten te nemen over hun bevalling en hun algehele gezondheid.
Waar vrouwen de ruimte krijgen om zelf te beslissen, kiezen ze er steeds vaker voor om thuis te bevallen met behulp van een vroedvrouw, of in een speciale kraamkliniek, in plaats van in een ziekenhuis. Deze verandering weerspiegelt niet alleen de angst voor COVID-19, maar ook het besef van veel vrouwen dat zij kunnen kiezen voor meer gedecentraliseerde diensten die beter in hun behoeften voorzien. In het geval van zwangerschappen met een laag risico zouden nationale overheden dit besluit moeten steunen.
PS Events: AI Action Summit 2025
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Maar het decentraliseren van het bevallen brengt zijn eigen problemen met zich mee. We moeten in het bijzonder voldoende middelen bieden om bevallingen te ondersteunen, en het werk respecteren en erkennen dat in de thuissituatie wordt uitgevoerd om de veiligheid van zwangere vrouwen te garanderen. Extra, met de pandemie samenhangende zorgen met betrekking tot de zwangerschap hebben de rol van de vroedvrouw bij het bieden van prenatale zorg zelfs nóg belangrijker gemaakt. Maar in veel gevallen worden dit soort aan huis geleverde diensten niet erkend en onderbetaald, wat zelfs tijdens de tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen zo is gebleven, waardoor vroedvrouwen en patiënten in gevaar zijn gebracht.
Velen zijn geschokt door het gebrek aan fundamentele middelen en de ontoereikende capaciteit van onze gezondheidszorgsystemen tegenover een mondiale pandemie. Maar deze tekortkomingen mogen geen verrassing zijn. Gezondheidszorgwerkers zijn overwerkt en worden onderbetaald, hebben ontoereikende trainingsmogelijkheden en zijn onderworpen aan een restrictief beleid. Vroedvrouwen worden bijvoorbeeld vaak niet erkend als gezondheidszorgwerkers in de frontlinie.
Deze problemen zijn nóg acuter in de kraamzorg, die ook al vóór de pandemie de nodige moeite had om erkenning te verkrijgen als autonoom beroep, en de toegang veilig te stellen tot de financiering, middelen en training die daarbij horen. En nu heeft het onvermogen om te investeren in gezondheidszorgdiensten voor moeders, en in een eerlijke betaling van vrouwen voor hun bijdragen aan de gezondheidszorgsector, de mondiale respons op COVID-19 verzwakt en vrouwen een groter risico op besmetting laten lopen, vooral in de lageremiddeninkomenslanden. Daar worden traditionele hulpverleners in de kraamzorg getraind, en beschikken ze ook over fundamentele hulpmiddelen, maar worden ze niet gezien als onderdeel van de betaalde zorg. Als gevolg hiervan kunnen ze niet over adequate beschermingsmiddelen beschikken en kunnen zij het zich niet veroorloven te stoppen met werken tijdens een pandemie.
Om de kraamzorg veilig te houden, en vroedvrouwen in staat te stellen op de vrouw gerichte zorg te blijven leveren, moeten overheden, internationale donoragentschappen en filantropische organisaties voorrang geven aan de financiering van de gezondheidszorgdiensten voor moeders. Hiertoe behoort ook het ondersteunen van de op de gemeenschap gebaseerde zorg, die cruciaal is in een tijd dat op faciliteiten gebaseerde diensten afnemen. Zonder dergelijke hulp zullen vroedvrouwen moeite hebben de meest kwetsbaren te bereiken.
De internationale gemeenschap moet de vrouwelijke gezondheidszorgwerkers steunen en rechtstreeks financiële middelen aanreiken aan organisaties die vroedvrouwen vertegenwoordigen, als de verstrekkers van fundamentele gezondheidszorgdiensten aan moeders. We moeten erop vertrouwen dat de vrouwen die in het centrum staan van de levering van gezondheidszorgdiensten deze financiering zullen gebruiken zoals zij dat nodig achten, en zullen investeren in de bescherming en de middelen die zij nodig hebben om de aanhoudende veiligheid van onze gemeenschappen te kunnen garanderen.
Vertaling: Menno Grootveld