BAKOE – Van Bridgetown tot Nairobi en Parijs: geen enkel land is immuun voor de verergerende gevolgen van de klimaatcrisis. Elk jaar dat voorbijgaat, zijn we getuige van meer klimaatgerelateerde verwoestingen. In 2024 hebben we een aantal nieuwe records gevestigd: bosbranden in Chili hebben ruim veertienduizend huizen verwoest; extreme regenval in Brazilië heeft 478 steden verwoest en bijna twee miljoen mensen laten stranden in Bangladesh; en in juli beleefde de wereld de heetste dag ooit.
Afrika heeft slechts drie procent bijgedragen aan de historische uitstoot van broeikasgassen, maar toch heeft het continent te kampen met enkele van de ernstigste klimaatgerelateerde rampen. Deze kosten Afrika nu vijftien miljard dollar per jaar, waarbij door het klimaat veroorzaakte droogtes en overstromingen in 2023 voedselonzekerheid hebben veroorzaakt voor ruim veertig miljoen Afrikanen.
Omdat we ervan overtuigd zijn dat geen enkel land zou moeten kiezen tussen het bestrijden van de klimaatcrisis en het bestrijden van de armoede, hebben we besloten bij te dragen aan een ambitieuze hervorming van de internationale financiële architectuur. Het Paris Pact for People and the Planet, het Bridgetown Initiative en de Nairobi Declaration proberen elk een stukje van de puzzel te leveren. De huidige internationale dynamiek geeft ons hoop: veel hervormingspaden zijn geopend en sommige hebben resultaten opgeleverd. Er zijn echter nog veel meer inspanningen nodig en geen enkele optie mag over het hoofd worden gezien.
Van één belangrijk onderdeel wordt nog te weinig gebruik gemaakt: ‘solidariteitsheffingen.’ Dergelijk beleid is nodig om ervoor te zorgen dat iedereen een eerlijke bijdrage levert aan wat een wereldwijde inspanning zou moeten zijn. Er zijn delen van de economie die grotendeels niet belast worden en toch de planeet vervuilen. Dit geldt voor de zeevaart, de luchtvaart en natuurlijk de fossiele brandstoffenindustrie, die lage effectieve belastingtarieven geniet dankzij overheidssubsidies (in totaal naar schatting 7 biljoen dollar in 2022, volgens het Internationaal Monetair Fonds).
Deze heffingen kunnen een bijdrage leveren door een deel van de inkomsten toe te wijzen aan de ontwikkelingslanden. Een wereldwijde heffing van 0,1 procent op de aandelen- en obligatiehandel zou tot 418 miljard dollar per jaar kunnen opleveren. Een heffing op de scheepvaart van 100 dollar per ton kooldioxide kan 80 miljard dollar per jaar opleveren. Een heffing op de winning van fossiele brandstoffen van 5 dollar per ton CO2 zou 210 miljard dollar per jaar kunnen opleveren. Zelfs een gedeeltelijke herverdeling via solidariteitsheffingen zou een grote bron van voorspelbare klimaatfinanciering voor deze landen garanderen, en zo de stromen van officiële ontwikkelingshulp aanvullen zonder de bestaande schuldenlast te vergroten.
De voordelen zouden aanzienlijk zijn. Ondanks Afrika’s klimaatkwetsbaarheid, zijn enorme potentieel om hernieuwbare energie en cruciale mineralen te benutten, en zijn rol als mondiale koolstofput, ontvangt het continent veel minder klimaatfinanciering dan het nodig heeft. Solidariteitsheffingen zouden kunnen zorgen voor de financiering die nodig is om de groene ontwikkeling in Afrika en de rest van de wereld te bevorderen, vooral in kwetsbare lage- en middeninkomenslanden en kleine staten met weinig begrotingsruimte voor het opbouwen van veerkracht of klimaatmaatregelen.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Deze heffingen bestaan al. Ruim 30 dertig landen passen momenteel een belasting op financiële transacties toe en minstens 21 landen hebben een heffing op vliegtickets. Bovendien tonen zelfs kleinschalige initiatieven zoals de International Oil Pollution Compensation Funds de haalbaarheid aan van een internationaal herverdelingsmechanisme. Om deze modellen te repliceren en op te schalen is verdere internationale samenwerking nodig om marktontwrichtingen te beperken en een gelijk speelveld te behouden.
Daarom hebben we vorig jaar tijdens COP28 de Global Solidarity Levies Task Force opgericht. De taskforce, waarvan al dertien landen lid zijn, heeft het potentieel van heffingen op scheepvaart, luchtvaart, fossiele brandstoffen en financiële transacties onderzocht, evenals opties zoals heffingen op plastic of cryptocurrencies. Begin 2025 zullen we een handvol concrete voorstellen met strenge effectbeoordelingen openbaar maken. Deze zullen schaalbaar zijn – minstens honderd miljard dollar per jaar opbrengen – en vergezeld gaan van duidelijke beoordelingen van mogelijke externe effecten.
In de aanloop naar COP30 in Belém, Brazilië, volgend jaar, is politiek leiderschap essentieel voor het succes van het initiatief. COP29 deze maand biedt de juiste gelegenheid om onze opties te bespreken en op koers te komen voor succes. Ons plan is om een speciaal evenement te organiseren voor staatshoofden en regeringsleiders om verdere steun te verzamelen voor onze solidariteitscoalitie. Dit is een cruciale kans om ervoor te zorgen dat de New Collective Quantified Goal on Climate Finance van de Verenigde Naties solidariteitsheffingen omvat en klimaatfinancieringsstromen op gang brengt die zowel ambitieus als rechtvaardig zijn.
Als het gaat om aanvullende financieringsbronnen, verwijzen deskundigen vaak naar ‘innovatieve financiering.’ In het geval van mondiale solidariteitsheffingen is de enige vereiste innovatie ambitieus leiderschap in voldoende landen. Laat de tiende verjaardag van het klimaatverdrag van Parijs volgend jaar herinnerd worden als het moment waarop we als wereldgemeenschap samenkwamen om solidariteitsheffingen in te voeren, die de financiële instrumenten bieden die nodig zijn om de grote uitdaging van onze tijd aan te gaan. In de aanloop naar COP29 roepen we alle regeringen op om zich bij onze coalitie aan te sluiten en verwelkomen we de steun van het maatschappelijk middenveld, leiders uit het bedrijfsleven en multilaterale instellingen.
De auteurs zijn medevoorzitters van de Global Solidarity Levies Task Force.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
With German voters clearly demanding comprehensive change, the far right has been capitalizing on the public's discontent and benefiting from broader global political trends. If the country's democratic parties cannot deliver, they may soon find that they are no longer the mainstream.
explains why the outcome may decide whether the political “firewall” against the far right can hold.
The Russian and (now) American vision of "peace" in Ukraine would be no peace at all. The immediate task for Europe is not only to navigate Donald’s Trump unilateral pursuit of a settlement, but also to ensure that any deal does not increase the likelihood of an even wider war.
sees a Korea-style armistice with security guarantees as the only viable option in Ukraine.
Rather than engage in lengthy discussions to pry concessions from Russia, US President Donald Trump seems committed to giving the Kremlin whatever it wants to end the Ukraine war. But rewarding the aggressor and punishing the victim would amount to setting the stage for the next war.
warns that by punishing the victim, the US is setting up Europe for another war.
Within his first month back in the White House, Donald Trump has upended US foreign policy and launched an all-out assault on the country’s constitutional order. With US institutions bowing or buckling as the administration takes executive power to unprecedented extremes, the establishment of an authoritarian regime cannot be ruled out.
The rapid advance of AI might create the illusion that we have created a form of algorithmic intelligence capable of understanding us as deeply as we understand one another. But these systems will always lack the essential qualities of human intelligence.
explains why even cutting-edge innovations are not immune to the world’s inherent unpredictability.
BAKOE – Van Bridgetown tot Nairobi en Parijs: geen enkel land is immuun voor de verergerende gevolgen van de klimaatcrisis. Elk jaar dat voorbijgaat, zijn we getuige van meer klimaatgerelateerde verwoestingen. In 2024 hebben we een aantal nieuwe records gevestigd: bosbranden in Chili hebben ruim veertienduizend huizen verwoest; extreme regenval in Brazilië heeft 478 steden verwoest en bijna twee miljoen mensen laten stranden in Bangladesh; en in juli beleefde de wereld de heetste dag ooit.
Afrika heeft slechts drie procent bijgedragen aan de historische uitstoot van broeikasgassen, maar toch heeft het continent te kampen met enkele van de ernstigste klimaatgerelateerde rampen. Deze kosten Afrika nu vijftien miljard dollar per jaar, waarbij door het klimaat veroorzaakte droogtes en overstromingen in 2023 voedselonzekerheid hebben veroorzaakt voor ruim veertig miljoen Afrikanen.
Omdat we ervan overtuigd zijn dat geen enkel land zou moeten kiezen tussen het bestrijden van de klimaatcrisis en het bestrijden van de armoede, hebben we besloten bij te dragen aan een ambitieuze hervorming van de internationale financiële architectuur. Het Paris Pact for People and the Planet, het Bridgetown Initiative en de Nairobi Declaration proberen elk een stukje van de puzzel te leveren. De huidige internationale dynamiek geeft ons hoop: veel hervormingspaden zijn geopend en sommige hebben resultaten opgeleverd. Er zijn echter nog veel meer inspanningen nodig en geen enkele optie mag over het hoofd worden gezien.
Van één belangrijk onderdeel wordt nog te weinig gebruik gemaakt: ‘solidariteitsheffingen.’ Dergelijk beleid is nodig om ervoor te zorgen dat iedereen een eerlijke bijdrage levert aan wat een wereldwijde inspanning zou moeten zijn. Er zijn delen van de economie die grotendeels niet belast worden en toch de planeet vervuilen. Dit geldt voor de zeevaart, de luchtvaart en natuurlijk de fossiele brandstoffenindustrie, die lage effectieve belastingtarieven geniet dankzij overheidssubsidies (in totaal naar schatting 7 biljoen dollar in 2022, volgens het Internationaal Monetair Fonds).
Deze heffingen kunnen een bijdrage leveren door een deel van de inkomsten toe te wijzen aan de ontwikkelingslanden. Een wereldwijde heffing van 0,1 procent op de aandelen- en obligatiehandel zou tot 418 miljard dollar per jaar kunnen opleveren. Een heffing op de scheepvaart van 100 dollar per ton kooldioxide kan 80 miljard dollar per jaar opleveren. Een heffing op de winning van fossiele brandstoffen van 5 dollar per ton CO2 zou 210 miljard dollar per jaar kunnen opleveren. Zelfs een gedeeltelijke herverdeling via solidariteitsheffingen zou een grote bron van voorspelbare klimaatfinanciering voor deze landen garanderen, en zo de stromen van officiële ontwikkelingshulp aanvullen zonder de bestaande schuldenlast te vergroten.
De voordelen zouden aanzienlijk zijn. Ondanks Afrika’s klimaatkwetsbaarheid, zijn enorme potentieel om hernieuwbare energie en cruciale mineralen te benutten, en zijn rol als mondiale koolstofput, ontvangt het continent veel minder klimaatfinanciering dan het nodig heeft. Solidariteitsheffingen zouden kunnen zorgen voor de financiering die nodig is om de groene ontwikkeling in Afrika en de rest van de wereld te bevorderen, vooral in kwetsbare lage- en middeninkomenslanden en kleine staten met weinig begrotingsruimte voor het opbouwen van veerkracht of klimaatmaatregelen.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Deze heffingen bestaan al. Ruim 30 dertig landen passen momenteel een belasting op financiële transacties toe en minstens 21 landen hebben een heffing op vliegtickets. Bovendien tonen zelfs kleinschalige initiatieven zoals de International Oil Pollution Compensation Funds de haalbaarheid aan van een internationaal herverdelingsmechanisme. Om deze modellen te repliceren en op te schalen is verdere internationale samenwerking nodig om marktontwrichtingen te beperken en een gelijk speelveld te behouden.
Daarom hebben we vorig jaar tijdens COP28 de Global Solidarity Levies Task Force opgericht. De taskforce, waarvan al dertien landen lid zijn, heeft het potentieel van heffingen op scheepvaart, luchtvaart, fossiele brandstoffen en financiële transacties onderzocht, evenals opties zoals heffingen op plastic of cryptocurrencies. Begin 2025 zullen we een handvol concrete voorstellen met strenge effectbeoordelingen openbaar maken. Deze zullen schaalbaar zijn – minstens honderd miljard dollar per jaar opbrengen – en vergezeld gaan van duidelijke beoordelingen van mogelijke externe effecten.
In de aanloop naar COP30 in Belém, Brazilië, volgend jaar, is politiek leiderschap essentieel voor het succes van het initiatief. COP29 deze maand biedt de juiste gelegenheid om onze opties te bespreken en op koers te komen voor succes. Ons plan is om een speciaal evenement te organiseren voor staatshoofden en regeringsleiders om verdere steun te verzamelen voor onze solidariteitscoalitie. Dit is een cruciale kans om ervoor te zorgen dat de New Collective Quantified Goal on Climate Finance van de Verenigde Naties solidariteitsheffingen omvat en klimaatfinancieringsstromen op gang brengt die zowel ambitieus als rechtvaardig zijn.
Als het gaat om aanvullende financieringsbronnen, verwijzen deskundigen vaak naar ‘innovatieve financiering.’ In het geval van mondiale solidariteitsheffingen is de enige vereiste innovatie ambitieus leiderschap in voldoende landen. Laat de tiende verjaardag van het klimaatverdrag van Parijs volgend jaar herinnerd worden als het moment waarop we als wereldgemeenschap samenkwamen om solidariteitsheffingen in te voeren, die de financiële instrumenten bieden die nodig zijn om de grote uitdaging van onze tijd aan te gaan. In de aanloop naar COP29 roepen we alle regeringen op om zich bij onze coalitie aan te sluiten en verwelkomen we de steun van het maatschappelijk middenveld, leiders uit het bedrijfsleven en multilaterale instellingen.
De auteurs zijn medevoorzitters van de Global Solidarity Levies Task Force.
Vertaling: Menno Grootveld