HELSINKI/N’DJAMENA – Vrouwen hebben eeuwenlang het leven op onze planeet gecultiveerd en gevoed. Maar terwijl de wereld geniet van de vruchten van hun arbeid, hebben ze vaak geen zeggenschap of controle over het land dat ze bewerken.
Om het nog erger te maken hebben de twee dreigingen van droogte en woestijnvorming – versterkt door de klimaatverandering – de hoeveelheid bruikbaar land verminderd, waardoor zowel de bestaansmiddelen als de voedselproductie in gevaar komen. Bovendien erodeert niet-duurzame landbouwgrond honderd keer sneller dan natuurlijke processen kunnen herstellen. De Verenigde Naties hebben veertig procent van het land in de wereld geclassificeerd als verslechterd.
Landdegradatie is een enorm probleem, maar de oplossing ligt bij de mensen die het meest betrokken zijn bij de bescherming van deze waardevolle hulpbron: vrouwen. Als ze de kans krijgen, zijn vrouwen verantwoordelijke rentmeesters die hun uitgebreide kennis en vaardigheden gebruiken om het land in hun bezit te beschermen en te herstellen. Ze hebben ook bewezen in staat te zijn om veerkracht op te bouwen tegen droogtes, die steeds heviger worden en vaker voorkomen naarmate de temperaturen stijgen.
Op dit moment krijgen vrouwen zelden zulke kansen. Discriminerende praktijken zoals inadequate grondbezitsystemen, beperkte toegang tot kredieten, ongelijke beloning, weinig beslissingsautonomie, en seksueel en gendergerelateerd geweld verhinderen hun actieve deelname aan landbeheer.
In Tsjaad sluit de regering veel vrouwen en meisjes uit van de toewijzing van land, waardoor ze met een onzekere pacht achterblijven. Gendernormen die de bijdragen van vrouwen onderwaarderen, versterken hun precaire positie. De veelgebruikte uitdrukking ‘Mara sakit’ (‘Ze is maar een vrouw’) illustreert deze seksistische dynamiek.
Het probleem reikt veel verder dan één land. Ondanks het feit dat ze bijna de helft van de landbouwberoepsbevolking in de wereld uitmaken en tot tachtig procent van het voedsel in de ontwikkelingslanden produceren, bezitten vrouwen wereldwijd minder dan een vijfde van het land. Ruim honderd regeringen blijven vrouwen het recht ontzeggen om het eigendom van hun echtgenoot te erven.
Deze onevenwichtige situatie, in combinatie met de steeds erger wordende klimaatcrisis, leidt ertoe dat vrouwelijke landarbeiders het meest te lijden hebben onder landdegradatie. Ze lijden onder voedsel- en waterschaarste en worden vaak gedwongen om te migreren, wat bijdraagt aan genderongelijkheid en de uiting daarvan in geweld tegen en discriminatie van vrouwen en meisjes. Inheemse vrouwen en meisjes, mensen met een handicap en vrouwelijke mensenrechtenactivisten zijn bijzonder kwetsbaar in dergelijke omstandigheden.
Gefrustreerd door hun gebrek aan zeggenschap in de besluitvorming zijn vrouwen in sommige landen begonnen te vechten voor hun landrechten. Sierra Leone heeft bijvoorbeeld onlangs een nieuwe wet aangenomen die vrouwen het recht geeft om land te bezitten, te pachten of te kopen.
In Tanzania verdienen vrouwen die sterkere landrechten hebben gekregen tot 3,8 keer meer inkomen en hebben ze ook vaker individuele spaartegoeden. Dit benadrukt een belangrijk bijproduct van gelijke landrechten: economische zekerheid voor vrouwen en meisjes. Vrouwen meer zeggenschap geven in landbeheer kan een kettingreactie teweegbrengen op het gezinsinkomen, de voedselzekerheid en de investeringen in onderwijs en gezondheid van de kinderen.
Gelijke landrechten kunnen ook de voedselzekerheid verhogen, omdat vrouwen meer investeren in landbouwtechnologie en hun inheemse traditionele kennis gebruiken, wat leidt tot hogere opbrengsten. Als vrouwelijke boeren toegang zouden hebben tot hetzelfde niveau van middelen als mannen, zou het aantal ondervoede mensen in de wereld met maar liefst honderd- tot honderdvijftig miljoen mensen kunnen dalen.
Om dit te realiseren moeten regeringen de barrières wegnemen die vrouwen en meisjes verhinderen om land te bezitten en te erven. Meer in het algemeen moeten beleidsmakers vrouwen betrekken bij beslissingen over landbeheer, -behoud en -herstel.
Ook voor de particuliere sector is een cruciale rol weggelegd. Door de toegang tot kredieten uit te breiden kunnen financiële instellingen het bijvoorbeeld makkelijker maken voor vrouwelijke landarbeiders om de technologie en inputs te kopen die nodig zijn om de opbrengst te verbeteren, de bodem te beschermen en landdegradatie tegen te gaan.
Maar het belangrijkste werk, zoals bewustwording en campagne voeren voor verandering, komt voor rekening van lokale gemeenschappen. Campagnes zoals With Rural Women for a Chad Without Hunger hebben aangedrongen op landhervormingen en een dialoog met de autoriteiten aangemoedigd, waarbij de getroffen vrouwen centraal stonden. De resultaten in Tsjaad zijn veelbelovend: na het mobiliseren van ruim vijfentwintigduizend vrouwen in zeven provincies tussen 2017 en 2019 werd driehonderd hectare land toegewezen aan achttien vrouwengroepen.
Het VN-verdrag ter bestrijding van woestijnvorming heeft gendergelijkheid tot de kern van zijn mandaat gemaakt – en met reden. Zoals het verdrag erkent in zijn Gender Action Plan, spelen vrouwen een cruciale rol in duurzaam landbeheer. Het veiligstellen van de landrechten van vrouwen is niet alleen een goede zaak; het zal de inspanningen voor landherstel stimuleren, de veerkracht tegen droogte op de lange termijn ontwikkelen en rechtvaardigere economieën creëren. Onze planeet en de gezondheid van onze samenlevingen hangen ervan af.
Vertaling: Menno Grootveld
HELSINKI/N’DJAMENA – Vrouwen hebben eeuwenlang het leven op onze planeet gecultiveerd en gevoed. Maar terwijl de wereld geniet van de vruchten van hun arbeid, hebben ze vaak geen zeggenschap of controle over het land dat ze bewerken.
Om het nog erger te maken hebben de twee dreigingen van droogte en woestijnvorming – versterkt door de klimaatverandering – de hoeveelheid bruikbaar land verminderd, waardoor zowel de bestaansmiddelen als de voedselproductie in gevaar komen. Bovendien erodeert niet-duurzame landbouwgrond honderd keer sneller dan natuurlijke processen kunnen herstellen. De Verenigde Naties hebben veertig procent van het land in de wereld geclassificeerd als verslechterd.
Landdegradatie is een enorm probleem, maar de oplossing ligt bij de mensen die het meest betrokken zijn bij de bescherming van deze waardevolle hulpbron: vrouwen. Als ze de kans krijgen, zijn vrouwen verantwoordelijke rentmeesters die hun uitgebreide kennis en vaardigheden gebruiken om het land in hun bezit te beschermen en te herstellen. Ze hebben ook bewezen in staat te zijn om veerkracht op te bouwen tegen droogtes, die steeds heviger worden en vaker voorkomen naarmate de temperaturen stijgen.
Op dit moment krijgen vrouwen zelden zulke kansen. Discriminerende praktijken zoals inadequate grondbezitsystemen, beperkte toegang tot kredieten, ongelijke beloning, weinig beslissingsautonomie, en seksueel en gendergerelateerd geweld verhinderen hun actieve deelname aan landbeheer.
In Tsjaad sluit de regering veel vrouwen en meisjes uit van de toewijzing van land, waardoor ze met een onzekere pacht achterblijven. Gendernormen die de bijdragen van vrouwen onderwaarderen, versterken hun precaire positie. De veelgebruikte uitdrukking ‘Mara sakit’ (‘Ze is maar een vrouw’) illustreert deze seksistische dynamiek.
Het probleem reikt veel verder dan één land. Ondanks het feit dat ze bijna de helft van de landbouwberoepsbevolking in de wereld uitmaken en tot tachtig procent van het voedsel in de ontwikkelingslanden produceren, bezitten vrouwen wereldwijd minder dan een vijfde van het land. Ruim honderd regeringen blijven vrouwen het recht ontzeggen om het eigendom van hun echtgenoot te erven.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Deze onevenwichtige situatie, in combinatie met de steeds erger wordende klimaatcrisis, leidt ertoe dat vrouwelijke landarbeiders het meest te lijden hebben onder landdegradatie. Ze lijden onder voedsel- en waterschaarste en worden vaak gedwongen om te migreren, wat bijdraagt aan genderongelijkheid en de uiting daarvan in geweld tegen en discriminatie van vrouwen en meisjes. Inheemse vrouwen en meisjes, mensen met een handicap en vrouwelijke mensenrechtenactivisten zijn bijzonder kwetsbaar in dergelijke omstandigheden.
Gefrustreerd door hun gebrek aan zeggenschap in de besluitvorming zijn vrouwen in sommige landen begonnen te vechten voor hun landrechten. Sierra Leone heeft bijvoorbeeld onlangs een nieuwe wet aangenomen die vrouwen het recht geeft om land te bezitten, te pachten of te kopen.
In Tanzania verdienen vrouwen die sterkere landrechten hebben gekregen tot 3,8 keer meer inkomen en hebben ze ook vaker individuele spaartegoeden. Dit benadrukt een belangrijk bijproduct van gelijke landrechten: economische zekerheid voor vrouwen en meisjes. Vrouwen meer zeggenschap geven in landbeheer kan een kettingreactie teweegbrengen op het gezinsinkomen, de voedselzekerheid en de investeringen in onderwijs en gezondheid van de kinderen.
Gelijke landrechten kunnen ook de voedselzekerheid verhogen, omdat vrouwen meer investeren in landbouwtechnologie en hun inheemse traditionele kennis gebruiken, wat leidt tot hogere opbrengsten. Als vrouwelijke boeren toegang zouden hebben tot hetzelfde niveau van middelen als mannen, zou het aantal ondervoede mensen in de wereld met maar liefst honderd- tot honderdvijftig miljoen mensen kunnen dalen.
Om dit te realiseren moeten regeringen de barrières wegnemen die vrouwen en meisjes verhinderen om land te bezitten en te erven. Meer in het algemeen moeten beleidsmakers vrouwen betrekken bij beslissingen over landbeheer, -behoud en -herstel.
Ook voor de particuliere sector is een cruciale rol weggelegd. Door de toegang tot kredieten uit te breiden kunnen financiële instellingen het bijvoorbeeld makkelijker maken voor vrouwelijke landarbeiders om de technologie en inputs te kopen die nodig zijn om de opbrengst te verbeteren, de bodem te beschermen en landdegradatie tegen te gaan.
Maar het belangrijkste werk, zoals bewustwording en campagne voeren voor verandering, komt voor rekening van lokale gemeenschappen. Campagnes zoals With Rural Women for a Chad Without Hunger hebben aangedrongen op landhervormingen en een dialoog met de autoriteiten aangemoedigd, waarbij de getroffen vrouwen centraal stonden. De resultaten in Tsjaad zijn veelbelovend: na het mobiliseren van ruim vijfentwintigduizend vrouwen in zeven provincies tussen 2017 en 2019 werd driehonderd hectare land toegewezen aan achttien vrouwengroepen.
Het VN-verdrag ter bestrijding van woestijnvorming heeft gendergelijkheid tot de kern van zijn mandaat gemaakt – en met reden. Zoals het verdrag erkent in zijn Gender Action Plan, spelen vrouwen een cruciale rol in duurzaam landbeheer. Het veiligstellen van de landrechten van vrouwen is niet alleen een goede zaak; het zal de inspanningen voor landherstel stimuleren, de veerkracht tegen droogte op de lange termijn ontwikkelen en rechtvaardigere economieën creëren. Onze planeet en de gezondheid van onze samenlevingen hangen ervan af.
Vertaling: Menno Grootveld