NEW YORK – Het woord van de week is, helaas, Omicron. Met alweer een nieuwe COVID-19-variant die de krantenkoppen domineert, is de wereldwijde aandacht voor klimaatproblemen na de COP26-conferentie van vorige maand snel aan het vervagen. De mensheid heeft immers de neiging zich te concentreren op de meest directe bedreiging.
Toch kan onze reactie op de pandemie een routekaart bieden voor de aanpak van de klimaatverandering. In beide crises is sprake van een klassieke tragedie van de commons (het gemeenschappelijke), die zich voordoet wanneer individuen persoonlijk gewin boven het welzijn van de samenleving stellen. Toch heeft de wereldwijde reactie op COVID-19 aangetoond dat een aantal onwaarschijnlijke partijen, met gevaar voor hun individuele belangen, de handen ineen kon slaan om de ontwikkeling, het testen en de distributie (althans in de rijke wereld) van succesvolle vaccins te versnellen. De klimaatcrisis vraagt om een soortgelijke aanpak. Om kapitaal in te zetten teneinde de opwarming van de aarde tegen te gaan, moeten ongewone partners uit de financiële wereld, de technologie, het activisme voor sociale rechtvaardigheid en daarbuiten op één lijn worden gebracht.
Kapitaal is, samen met overheid en religie, een van de drie grote hefbomen voor verandering in de geschiedenis geweest. Het heeft de macht om de koers van hele beschavingen te veranderen. Vele decennia lang hebben de kapitaalstromen een eenvoudige regel gevolgd die werd gedefinieerd door de Nobelprijswinnaar voor de economie Milton Friedman: het enige dat telt is het rendement voor de aandeelhouders. Maar de blijvende levensvatbaarheid van deze stelregel wordt in twijfel getrokken door ongekende bosbranden, steeds frequentere en steeds ernstigere overstromingen, steeds zichtbaarder sociale ongelijkheden, en andere zorgwekkende problemen.
Er is nu groeiende steun voor het idee dat kapitaal voor meer dan alleen financieel rendement moet worden gebruikt, zoals blijkt uit de explosieve belangstelling voor ESG-normen (milieu, maatschappij en bestuur) voor ondernemingen.
Het is goed nieuws dat beleggers meer transparantie beginnen te eisen in de manier waarop bedrijven hun ESG-dynamiek beheren, en dat directieleden en raden van bestuur relevante gegevens beginnen bij te houden om aan hun beleggers te rapporteren. Je kunt niet veranderen wat je niet meet.
Maar de ESG-beweging heeft zich vooral gericht op beursgenoteerde bedrijven. Dat is begrijpelijk, want bij dergelijke bedrijven kunnen individuele aandeelhouders het gedrag beïnvloeden, zoals het hedgefonds Engine No. 1 onlangs aantoonde met zijn succesvolle campagne om voorstanders van een koolstofarme economie in de raad van bestuur van ExxonMobil te krijgen. Het probleem is dat er vandaag de dag minder dan vijftigduizend beursgenoteerde ondernemingen in de wereld zijn, vergeleken met meer dan 200 miljoen ondernemingen in particulier bezit. Als we de hefboom van het kapitaal effectief willen gebruiken, moeten we er ook de particuliere bedrijven bij betrekken.
Niet alleen vertegenwoordigen particuliere ondernemingen de overgrote meerderheid van de werkgelegenheid en een groot deel van het mondiale bbp, maar zij zijn het ook van wie de beursgenoteerde bedrijven afhankelijk zijn voor hun belangrijkste inputs. De meeste van de recente toezeggingen van de Fortune 500-bedrijven dat zij een netto-nul-uitstoot willen bereiken, zullen weinig betekenis hebben zolang er niet meer duidelijkheid is over wat er in hun aanbodketens gebeurt.
Momenteel is er zeer weinig informatie over de ESG-metriek van niet-beursgenoteerde ondernemingen voorhanden. En veel van de gegevens die er wel zijn, zijn van slechte kwaliteit, berekend door derden die algoritmen gebruiken die niet veel meer doen dan gissen naar conclusies. Wat nog ontbreekt, is een consortiummodel waarin ongewone partners samenkomen om een probleem op te lossen dat niet door één groep kan worden aangepakt.
Gelukkig zijn er recentelijk veelbelovende pogingen geweest om dit probleem bij de kop te vatten. Zo werkt het ESG Data Convergence Project, een groep van private-equitybeheerders en investeerders in commanditaire vennootschappen onder leiding van de Carlyle Group en het California Public Employeesʼ Retirement System, aan de standaardisering van een reeks ESG-rapportagemetrieken voor private-equitybeheerders. Ook de Institutional Limited Partners Association heeft een ESG Roadmap opgesteld om best practices te identificeren voor particuliere beleggers die de ESG-inspanningen binnen hun organisaties willen bevorderen.
Tot slot hebben wij bij Novata een hoogst ongebruikelijk consortium georganiseerd van spelers die belangen behartigen die waarschijnlijk nooit eerder bij elkaar zijn gekomen. Tot de leden behoren de Ford Foundation, het Omidyar Network, S&P Global, Hamilton Lane en een breed scala aan private-equitybedrijven en beleggers in pensioenfondsen in de VS en Europa. Het vertegenwoordigt enkele van ʼs werelds toonaangevende stichtingen die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid en inclusief kapitalisme, grote spelers op het gebied van financiële gegevens en analyse, de grootste tussenpersoon op de particuliere markten, een diverse groep private-equitybedrijven die zich al lang inzet voor ESG-normen, en een reeks toonaangevende pensioenfondsen die beleggen in de private-equity activaklasse. Als onderneming van algemeen nut zal Novata particuliere ondernemingen van over de hele wereld een ESG-ʻopritʼ bieden om relevante gegevens op te sporen, op te slaan en te rapporteren.
Dit opkomende ecosysteem van partnerschappen op de particuliere markten vertegenwoordigt een nieuwe aanpak voor het verzamelen van nauwkeurige ESG-gegevens, die essentieel zijn voor het gebruik van kapitaal om enkele van onze grootste uitdagingen aan te pakken. En belangrijk is dat deze inspanningen zijn bedoeld om elkaar aan te vullen in plaats van met elkaar te concurreren om de verandering op de particuliere markten te versnellen.
In minder dan twee jaar tijd hebben we gezien hoe biotech-startups, farmaceutische bedrijven, academische instellingen, overheden, stichtingen en denktanks de handen ineen hebben geslagen om COVID-19-tests, vaccins en andere baanbrekende behandelingen te ontwikkelen en op de markt te brengen. Deze verbluffende prestatie is het resultaat van het doorbreken van traditionele organisatorische en sectorale siloʼs en herinnert ons eraan dat, wanneer we geconfronteerd worden met een onmiddellijke dreiging, uiteenlopende belangen kunnen samenkomen om een nieuwe koers uit te stippelen.
Het pad is gebaand. Nu moeten we het volgen om andere problemen van de commons aan te pakken voordat die nog tragischer worden.
Vertaling: Menno Grootveld
NEW YORK – Het woord van de week is, helaas, Omicron. Met alweer een nieuwe COVID-19-variant die de krantenkoppen domineert, is de wereldwijde aandacht voor klimaatproblemen na de COP26-conferentie van vorige maand snel aan het vervagen. De mensheid heeft immers de neiging zich te concentreren op de meest directe bedreiging.
Toch kan onze reactie op de pandemie een routekaart bieden voor de aanpak van de klimaatverandering. In beide crises is sprake van een klassieke tragedie van de commons (het gemeenschappelijke), die zich voordoet wanneer individuen persoonlijk gewin boven het welzijn van de samenleving stellen. Toch heeft de wereldwijde reactie op COVID-19 aangetoond dat een aantal onwaarschijnlijke partijen, met gevaar voor hun individuele belangen, de handen ineen kon slaan om de ontwikkeling, het testen en de distributie (althans in de rijke wereld) van succesvolle vaccins te versnellen. De klimaatcrisis vraagt om een soortgelijke aanpak. Om kapitaal in te zetten teneinde de opwarming van de aarde tegen te gaan, moeten ongewone partners uit de financiële wereld, de technologie, het activisme voor sociale rechtvaardigheid en daarbuiten op één lijn worden gebracht.
Kapitaal is, samen met overheid en religie, een van de drie grote hefbomen voor verandering in de geschiedenis geweest. Het heeft de macht om de koers van hele beschavingen te veranderen. Vele decennia lang hebben de kapitaalstromen een eenvoudige regel gevolgd die werd gedefinieerd door de Nobelprijswinnaar voor de economie Milton Friedman: het enige dat telt is het rendement voor de aandeelhouders. Maar de blijvende levensvatbaarheid van deze stelregel wordt in twijfel getrokken door ongekende bosbranden, steeds frequentere en steeds ernstigere overstromingen, steeds zichtbaarder sociale ongelijkheden, en andere zorgwekkende problemen.
Er is nu groeiende steun voor het idee dat kapitaal voor meer dan alleen financieel rendement moet worden gebruikt, zoals blijkt uit de explosieve belangstelling voor ESG-normen (milieu, maatschappij en bestuur) voor ondernemingen.
Het is goed nieuws dat beleggers meer transparantie beginnen te eisen in de manier waarop bedrijven hun ESG-dynamiek beheren, en dat directieleden en raden van bestuur relevante gegevens beginnen bij te houden om aan hun beleggers te rapporteren. Je kunt niet veranderen wat je niet meet.
Maar de ESG-beweging heeft zich vooral gericht op beursgenoteerde bedrijven. Dat is begrijpelijk, want bij dergelijke bedrijven kunnen individuele aandeelhouders het gedrag beïnvloeden, zoals het hedgefonds Engine No. 1 onlangs aantoonde met zijn succesvolle campagne om voorstanders van een koolstofarme economie in de raad van bestuur van ExxonMobil te krijgen. Het probleem is dat er vandaag de dag minder dan vijftigduizend beursgenoteerde ondernemingen in de wereld zijn, vergeleken met meer dan 200 miljoen ondernemingen in particulier bezit. Als we de hefboom van het kapitaal effectief willen gebruiken, moeten we er ook de particuliere bedrijven bij betrekken.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Niet alleen vertegenwoordigen particuliere ondernemingen de overgrote meerderheid van de werkgelegenheid en een groot deel van het mondiale bbp, maar zij zijn het ook van wie de beursgenoteerde bedrijven afhankelijk zijn voor hun belangrijkste inputs. De meeste van de recente toezeggingen van de Fortune 500-bedrijven dat zij een netto-nul-uitstoot willen bereiken, zullen weinig betekenis hebben zolang er niet meer duidelijkheid is over wat er in hun aanbodketens gebeurt.
Momenteel is er zeer weinig informatie over de ESG-metriek van niet-beursgenoteerde ondernemingen voorhanden. En veel van de gegevens die er wel zijn, zijn van slechte kwaliteit, berekend door derden die algoritmen gebruiken die niet veel meer doen dan gissen naar conclusies. Wat nog ontbreekt, is een consortiummodel waarin ongewone partners samenkomen om een probleem op te lossen dat niet door één groep kan worden aangepakt.
Gelukkig zijn er recentelijk veelbelovende pogingen geweest om dit probleem bij de kop te vatten. Zo werkt het ESG Data Convergence Project, een groep van private-equitybeheerders en investeerders in commanditaire vennootschappen onder leiding van de Carlyle Group en het California Public Employeesʼ Retirement System, aan de standaardisering van een reeks ESG-rapportagemetrieken voor private-equitybeheerders. Ook de Institutional Limited Partners Association heeft een ESG Roadmap opgesteld om best practices te identificeren voor particuliere beleggers die de ESG-inspanningen binnen hun organisaties willen bevorderen.
Tot slot hebben wij bij Novata een hoogst ongebruikelijk consortium georganiseerd van spelers die belangen behartigen die waarschijnlijk nooit eerder bij elkaar zijn gekomen. Tot de leden behoren de Ford Foundation, het Omidyar Network, S&P Global, Hamilton Lane en een breed scala aan private-equitybedrijven en beleggers in pensioenfondsen in de VS en Europa. Het vertegenwoordigt enkele van ʼs werelds toonaangevende stichtingen die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid en inclusief kapitalisme, grote spelers op het gebied van financiële gegevens en analyse, de grootste tussenpersoon op de particuliere markten, een diverse groep private-equitybedrijven die zich al lang inzet voor ESG-normen, en een reeks toonaangevende pensioenfondsen die beleggen in de private-equity activaklasse. Als onderneming van algemeen nut zal Novata particuliere ondernemingen van over de hele wereld een ESG-ʻopritʼ bieden om relevante gegevens op te sporen, op te slaan en te rapporteren.
Dit opkomende ecosysteem van partnerschappen op de particuliere markten vertegenwoordigt een nieuwe aanpak voor het verzamelen van nauwkeurige ESG-gegevens, die essentieel zijn voor het gebruik van kapitaal om enkele van onze grootste uitdagingen aan te pakken. En belangrijk is dat deze inspanningen zijn bedoeld om elkaar aan te vullen in plaats van met elkaar te concurreren om de verandering op de particuliere markten te versnellen.
In minder dan twee jaar tijd hebben we gezien hoe biotech-startups, farmaceutische bedrijven, academische instellingen, overheden, stichtingen en denktanks de handen ineen hebben geslagen om COVID-19-tests, vaccins en andere baanbrekende behandelingen te ontwikkelen en op de markt te brengen. Deze verbluffende prestatie is het resultaat van het doorbreken van traditionele organisatorische en sectorale siloʼs en herinnert ons eraan dat, wanneer we geconfronteerd worden met een onmiddellijke dreiging, uiteenlopende belangen kunnen samenkomen om een nieuwe koers uit te stippelen.
Het pad is gebaand. Nu moeten we het volgen om andere problemen van de commons aan te pakken voordat die nog tragischer worden.
Vertaling: Menno Grootveld