upton2_Peter Macdiarmid_Getty Images_pollution Peter Macdiarmid/Getty Images

De werkelijke kosten van de luchtverontreiniging

PARIJS – De luchtverontreiniging kost mensen jaren van hun leven. Zij brengt substantiële pijn en lijden teweeg, evenzeer onder ouders als onder kinderen. En zij schaadt de voedselproductie, in een tijd dat we meer mensen dan ooit moeten voeden. Dit is niet louter een economische kwestie, maar ook een morele.

Luchtverontreiniging kan zowel binnenshuis als buitenshuis worden geproduceerd. Voor de armste gezinnen is de smog van kolen- of mestgestookte kookstellen binnenshuis het ernstigste probleem. Naarmate economieën zich ontwikkelen en gaan elektrificeren, motoriseren en urbaniseren weegt de luchtverontreiniging buitenshuis het zwaarst.

Schonere technologieën zijn beschikbaar, met het potentieel om de luchtkwaliteit aanzienlijk te verbeteren. Maar beleidsmakers hebben de neiging zich kortzichtig op de kosten van actie te richten in plaats van op de kosten van nietsdoen. Nu de economische groei en de stijgende vraag naar energie op het punt staan een gestage toename van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen te veroorzaken, alsmede van de concentraties van stofdeeltjes en ozon de komende decennia, is deze aanpak onhoudbaar geworden.

In een nieuw rapport van de OESO, The Economic Consequences of Outdoor Air Pollution, wordt geschat dat de luchtverontreiniging buitenshuis tot 2060 jaarlijks voor 6 tot 9 miljoen voortijdige sterfgevallen zal zorgen, tegen drie miljoen in 2010. Dat komt erop neer dat er iedere 4 tot 5 seconden iemand doodgaat. Cumulatief zullen er de komende 45 jaar ruim 200 miljoen mensen voortijdig sterven als gevolg van de luchtverontreiniging.

Er zullen ook meer met de verontreiniging samenhangende ziekten komen. De nieuwe bronchitisgevallen bij kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot 12 zullen naar verwachting stijgen van 12 miljoen vandaag de dag naar 36 miljoen per jaar in 2060. Voor volwassenen voorspellen we tien miljoen nieuwe gevallen per jaar tegen 2060, tegen 3,5 miljoen vandaag de dag. Kinderen krijgen ook steeds vaker astma. Dit alles zal zich vertalen in meer met de verontreiniging samenhangende ziekenhuisopnames, die naar verwachting van 3,6 miljoen in 2010 zullen stijgen naar 11 miljoen in 2060.

Deze gezondheidsproblemen zullen zich concentreren in dichtbevolkte gebieden met hoge concentraties stofdeeltjes, vooral in steden in China en India. Per hoofd van de bevolking staat het sterftecijfer ook op het punt hoge niveaus te bereiken in Oost-Europa, de Kaukasus-regio en andere delen van Azië, zoals Zuid-Korea, waar de vergrijzende bevolking zeer kwetsbaar is voor luchtverontreiniging.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De impact van de luchtverontreiniging wordt dikwijls besproken in dollartermen. In 2060 zouden 3,75 miljard werkdagen per jaar verloren kunnen gaan als gevolg van de negatieve gevolgen voor de gezondheid van vieze lucht – wat economen het “onnut van ziekte” noemen. De rechtstreekse marktinvloed van deze verontreiniging, in termen van lagere productiviteit per werknemer, hogere gezondheidszorgkosten en kleinere oogsten, kunnen in 2060 jaarlijks hoger uitvallen dan 1% van het bbp, of $2,6 bln.

Hoe hoog ze echter ook zijn, deze dollarcijfers weerspiegelen de werkelijke kosten van de luchtverontreiniging niet. De voortijdige sterfgevallen als gevolg van het inademen van kleine stofdeeltjes en giftige gassen, en de pijn en het lijden als gevolg van ademhalingsstoornissen of hart- en vaatziekten, hebben geen marktprijs. Evenmin als de ervaring van het voortdurend moeten inademen van onwelriekende lucht, of het dwingen van kinderen om mondkapjes te dragen als ze gaan buitenspelen. Deze lasten wegen veel zwaarder op mensen dan enig prijskaartje kan uitdrukken.

Niettemin blijft het een feit dat beleidsmakers eerder op harde cijfers reageren dan op abstracte ervaringen. De OESO heeft dus talloze economische onderzoeken naar de luchtverontreiniging bestudeerd om te kwantificeren wat de gezondheid van mensen hen waard is.

Gemiddeld zijn mensen bereid ongeveer $30 te betalen om hun jaarlijkse risico op voortijdig overlijden te verminderen met 1 op de 100.000. Gebruikmakend van algemeen aanvaarde technieken werden deze cijfers omgezet in een totaalwaarde van voortijdige sterfgevallen als gevolg van de luchtverontreiniging buitenshuis, zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in het OESO-rapport Mortality Risk Valuation in Environment, Health and Transport Policies.

Op grond van deze maatstaf zouden de mondiale kosten van voortijdige sterfgevallen als gevolg van de luchtverontreiniging buitenshuis in 2060 een verbijsterende $18 tot 25 bln per jaar bereiken. Dit is geen “echt” geld, omdat de kosten niet gerelateerd zijn aan markttransacties. Maar het weerspiegelt de waarde die mensen hechten aan hun zeer “reële” levens – en de waarde die zij hechten aan beleid dat hen zou helpen zeer “reële” sterfgevallen uit te stellen.

Het is tijd dat regeringen ophouden zich druk te maken over de kosten van inspanningen om de luchtverontreiniging te beperken en zich zorgen gaan maken over de veel hogere kosten die gemoeid zijn met het onbelemmerd laten continueren ervan. De levens van hun burgers bevinden zich in hun handen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/8D0tvU3nl