N’DJAMENA – Dit jaar is een cruciaal jaar voor de natuur. De onderhandelingen van de wereldleiders in Montreal in december zullen het lot beslechten van het Global Biodiversity Framework, een verreikende overeenkomst die de milieuagenda van de wereld voor het komende decennium zal bepalen. De toekomst van misschien wel een miljoen plant- en diersoorten staat op het spel, evenals het leven en de bestaansmiddelen van miljarden mensen.
Biodiversiteit gaat niet alleen over het tellen van bomen, vogels, vissen of insecten. Deze zijn zeker van belang, maar dat geldt ook voor het bredere evenwicht van de ecosystemen waarvan zij, wij en vele andere soorten afhankelijk zijn. Bovendien moet ʻwijʼ ook de inheemse bevolking omvatten, die een bijzonder belangrijke rol te spelen heeft in de besprekingen over het milieu.
Ik ben één van hen. Mijn volk, de Mbororo van Tsjaad, is als vele andere groepen die oude banden hebben met voorouderlijk land over de hele wereld. Wij zijn beproefde rentmeesters van veel van ʼs werelds kostbare maar slinkende natuurlijke erfgoed. De ontbossing op ons land is veel minder dan elders. De vegetatie is dikker, er is meer wild, de voedselketens zijn steviger. Waar wij wonen is de vitaliteit van de natuur nog niet uitgedoofd. Maar liefst een derde van de tropische bossen, veengebieden en mangroves in de wereld – koolstofrijke ecosystemen die goed zijn voor tachtig procent van de mondiale biodiversiteit – bevindt zich op inheems grondgebied.
Dit is geen toeval. Voor inheemse volkeren is land alles. Het is de bron van ons voedsel, onderdak en medicijnen, en de bron van onze cultuur en geschiedenis. Gedurende talloze generaties hebben we geleerd goed te leven op ons land. We weten hoe het te beschermen, hoe het te herstellen, en hoe het te dienen als zijn ingenieurs en verzorgers, niet als zijn vernietigers.
De wetenschap bevestigt al langer dat inheemse volkeren een unieke bijdrage leveren aan het welzijn van de aarde. In 2019 benadrukte de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering dat inheemse kennis essentieel is voor het beheersen van de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan. Het Intergouvernementeel Platform voor Wetenschap en Beleid inzake Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) kwam tot dezelfde conclusie met betrekking tot het behoud van de biodiversiteit. In een vervolgverslag dit jaar benadrukte het IPBES verder het belang van de bijdragen van inheemse volkeren aan het behoud van de aarde.
De toenemende erkenning van inheemse kennis in de wereld kwam ook tot uiting op de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in Glasgow vorig jaar, toen diverse landen en particuliere donoren 1,7 miljard dollar toezegden om de inspanningen van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen voor het behoud en de verdediging van het klimaat te ondersteunen. Het was een ongekende toezegging aan een wijd verspreide maar steeds meer verenigde bevolking.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, is almost here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Maar hoewel we blij zijn met de groeiende erkenning van inheemse kennis en praktijken door de wereldleiders, is er voor het vervullen van onze rentmeesterrol meer nodig dan goedkeuring. Om de meest effectieve beschermers van de natuur te kunnen blijven, moeten we het recht hebben om onze voorouderlijke gronden te bezitten – en er dus te blijven en ze te blijven beheren.
Nu inheemse volkeren meedogenloos worden verdreven – vaak met geweld – uit gebieden die wij altijd ons thuis hebben genoemd, zijn hervorming van het grondbezit en veilige landrechten absoluut cruciaal geworden. Anders zullen nederzettingen van buitenstaanders, agrarische expansie, industriële exploitatie, woestijnvorming en ziekten onze historische banden met het land waarop we leven blijven verbreken.
Overheden moeten zich ertoe verbinden land duurzamer te beheren. Het 30x30 plan om tegen het einde van dit decennium dertig procent van het land en de zee in de wereld te beschermen is een goed idee, op voorwaarde dat het wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met inheemse volkeren en lokale gemeenschappen. Dat betekent dat er moet worden gezorgd voor volledige inclusie, erkenning van onze landrechten en onze vrije, voorafgaande en geïnformeerde instemming. Wij moeten volledig vertegenwoordigd zijn aan tafel wanneer nieuwe verdragen worden gesloten en wanneer projecten voor de bescherming en het herstel van ecosystemen worden ontworpen.
Om deze cruciale missie uit te kunnen voeren, hebben we ook toegang tot financiering nodig. Het Community Land Rights and Conservation Finance Initiative (CLARIFI), dat zich volledig richt op het snijvlak van landeigendomsrechten en door de gemeenschap geleid natuurbehoud, is een goed begin. CLARIFI vult een belangrijk gat door fondsen rechtstreeks door te sluizen naar inheemse en door gemeenschappen geleide initiatieven. Het wil tegen 2030 tien miljard dollar bijeenbrengen en de wettelijk erkende inheemse gebieden uitbreiden met vierhonderd miljoen hectare. Dit is cruciaal om ontbossing, klimaatverandering en verlies van biodiversiteit tegen te gaan. Het doel is het legale grondbezit van deze gemeenschappen uit te breiden tot ten minste vijftig procent van alle tropische bossen.
Als de wereld zich ertoe verbindt te investeren in inheemse volkeren, dan kunnen we van daaruit verdergaan. Met voldoende échte financiering – niet alleen op papier en in toespraken – kunnen wij meer dan wie ook doen om de natuur te beschermen en de biodiversiteit in de wereld te behouden.
Hoewel de voltooiing van het Global Biodiversity Framework van cruciaal belang is om de ineenstorting van ecosystemen op grote schaal te voorkomen, is het proces gestuit op vertragingen, meningsverschillen en onwil bij de belangrijkste partijen. De wereldleiders moeten de kans grijpen en een overeenkomst sluiten waarin de rechten en unieke bijdragen van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen volledig worden erkend.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In recent years, a growing chorus of academics and policymakers has sounded the alarm over the systemic dysfunction of the US tech sector. Yet, despite the high drama of congressional hearings with Big Tech CEOs and a cascade of bills promising comprehensive reforms, the results have been disappointing.
worry that in its bid to outcompete China, the US risks stifling its own potential for innovation.
N’DJAMENA – Dit jaar is een cruciaal jaar voor de natuur. De onderhandelingen van de wereldleiders in Montreal in december zullen het lot beslechten van het Global Biodiversity Framework, een verreikende overeenkomst die de milieuagenda van de wereld voor het komende decennium zal bepalen. De toekomst van misschien wel een miljoen plant- en diersoorten staat op het spel, evenals het leven en de bestaansmiddelen van miljarden mensen.
Biodiversiteit gaat niet alleen over het tellen van bomen, vogels, vissen of insecten. Deze zijn zeker van belang, maar dat geldt ook voor het bredere evenwicht van de ecosystemen waarvan zij, wij en vele andere soorten afhankelijk zijn. Bovendien moet ʻwijʼ ook de inheemse bevolking omvatten, die een bijzonder belangrijke rol te spelen heeft in de besprekingen over het milieu.
Ik ben één van hen. Mijn volk, de Mbororo van Tsjaad, is als vele andere groepen die oude banden hebben met voorouderlijk land over de hele wereld. Wij zijn beproefde rentmeesters van veel van ʼs werelds kostbare maar slinkende natuurlijke erfgoed. De ontbossing op ons land is veel minder dan elders. De vegetatie is dikker, er is meer wild, de voedselketens zijn steviger. Waar wij wonen is de vitaliteit van de natuur nog niet uitgedoofd. Maar liefst een derde van de tropische bossen, veengebieden en mangroves in de wereld – koolstofrijke ecosystemen die goed zijn voor tachtig procent van de mondiale biodiversiteit – bevindt zich op inheems grondgebied.
Dit is geen toeval. Voor inheemse volkeren is land alles. Het is de bron van ons voedsel, onderdak en medicijnen, en de bron van onze cultuur en geschiedenis. Gedurende talloze generaties hebben we geleerd goed te leven op ons land. We weten hoe het te beschermen, hoe het te herstellen, en hoe het te dienen als zijn ingenieurs en verzorgers, niet als zijn vernietigers.
De wetenschap bevestigt al langer dat inheemse volkeren een unieke bijdrage leveren aan het welzijn van de aarde. In 2019 benadrukte de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering dat inheemse kennis essentieel is voor het beheersen van de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan. Het Intergouvernementeel Platform voor Wetenschap en Beleid inzake Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) kwam tot dezelfde conclusie met betrekking tot het behoud van de biodiversiteit. In een vervolgverslag dit jaar benadrukte het IPBES verder het belang van de bijdragen van inheemse volkeren aan het behoud van de aarde.
De toenemende erkenning van inheemse kennis in de wereld kwam ook tot uiting op de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in Glasgow vorig jaar, toen diverse landen en particuliere donoren 1,7 miljard dollar toezegden om de inspanningen van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen voor het behoud en de verdediging van het klimaat te ondersteunen. Het was een ongekende toezegging aan een wijd verspreide maar steeds meer verenigde bevolking.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, is almost here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Maar hoewel we blij zijn met de groeiende erkenning van inheemse kennis en praktijken door de wereldleiders, is er voor het vervullen van onze rentmeesterrol meer nodig dan goedkeuring. Om de meest effectieve beschermers van de natuur te kunnen blijven, moeten we het recht hebben om onze voorouderlijke gronden te bezitten – en er dus te blijven en ze te blijven beheren.
Nu inheemse volkeren meedogenloos worden verdreven – vaak met geweld – uit gebieden die wij altijd ons thuis hebben genoemd, zijn hervorming van het grondbezit en veilige landrechten absoluut cruciaal geworden. Anders zullen nederzettingen van buitenstaanders, agrarische expansie, industriële exploitatie, woestijnvorming en ziekten onze historische banden met het land waarop we leven blijven verbreken.
Overheden moeten zich ertoe verbinden land duurzamer te beheren. Het 30x30 plan om tegen het einde van dit decennium dertig procent van het land en de zee in de wereld te beschermen is een goed idee, op voorwaarde dat het wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met inheemse volkeren en lokale gemeenschappen. Dat betekent dat er moet worden gezorgd voor volledige inclusie, erkenning van onze landrechten en onze vrije, voorafgaande en geïnformeerde instemming. Wij moeten volledig vertegenwoordigd zijn aan tafel wanneer nieuwe verdragen worden gesloten en wanneer projecten voor de bescherming en het herstel van ecosystemen worden ontworpen.
Om deze cruciale missie uit te kunnen voeren, hebben we ook toegang tot financiering nodig. Het Community Land Rights and Conservation Finance Initiative (CLARIFI), dat zich volledig richt op het snijvlak van landeigendomsrechten en door de gemeenschap geleid natuurbehoud, is een goed begin. CLARIFI vult een belangrijk gat door fondsen rechtstreeks door te sluizen naar inheemse en door gemeenschappen geleide initiatieven. Het wil tegen 2030 tien miljard dollar bijeenbrengen en de wettelijk erkende inheemse gebieden uitbreiden met vierhonderd miljoen hectare. Dit is cruciaal om ontbossing, klimaatverandering en verlies van biodiversiteit tegen te gaan. Het doel is het legale grondbezit van deze gemeenschappen uit te breiden tot ten minste vijftig procent van alle tropische bossen.
Als de wereld zich ertoe verbindt te investeren in inheemse volkeren, dan kunnen we van daaruit verdergaan. Met voldoende échte financiering – niet alleen op papier en in toespraken – kunnen wij meer dan wie ook doen om de natuur te beschermen en de biodiversiteit in de wereld te behouden.
Hoewel de voltooiing van het Global Biodiversity Framework van cruciaal belang is om de ineenstorting van ecosystemen op grote schaal te voorkomen, is het proces gestuit op vertragingen, meningsverschillen en onwil bij de belangrijkste partijen. De wereldleiders moeten de kans grijpen en een overeenkomst sluiten waarin de rechten en unieke bijdragen van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen volledig worden erkend.
Vertaling: Menno Grootveld