FREETOWN – ʻHoe hoger je komt, des te minder vrouwen er zijn.ʼ Deze opmerking van Nobelprijswinnares en pionier op milieugebied Wangari Maathai weerspiegelt een realiteit die maar al te bekend is bij alle vrouwen die leidinggevende functies ambiëren, en heeft voor mij een nieuwe betekenis gekregen nu de klimaatcrisis ernstiger is geworden. Hoewel het nu al duidelijk is dat vrouwen en meisjes als gevolg van de klimaatverandering met grotere risicoʼs en zwaardere lasten zullen worden geconfronteerd, zijn zij nog steeds sterk ondervertegenwoordigd in klimaat- en milieuonderhandelingen.
In 2019 werd in het Gender Composition Report van de Verenigde Naties opgemerkt dat het aantal vrouwen dat vertegenwoordigd was in de organen van het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering (UNFCCC) niet in overeenstemming was met de inspanningen om een genderevenwicht te creëren. In reactie daarop hebben de lidstaten tijdens de VN-klimaatconferentie (COP25) in 2019 een genderactieplan aangenomen. Dit plan erkende dat ʻvolledige, zinvolle en gelijkwaardige deelname en leiderschap van vrouwen in alle aspecten van het UNFCCC-proces en in klimaatbeleid en -actie op nationaal en lokaal niveau van vitaal belang is voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen op de lange termijn.ʼ
En toch, tegen de tijd dat COP26 twee jaar later plaatsvond, was er weinig veranderd. Het Britse COP26-voorzitterschap werd overwegend door mannen geleid, en slechts elf van de 74 Afrikaanse nationale vertegenwoordigers waren vrouwen. Bovendien lijkt de VN-conventie inzake Biologische Diversiteit een soortgelijke tendens te vertonen, waarbij het aantal mannelijke onderhandelaars ongeveer zestig keer zo groot is als het aantal vrouwelijke onderhandelaars.
Het onvermogen om te zorgen voor gelijke vertegenwoordiging en deelname van vrouwen aan de inspanningen om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken is op zijn best kortzichtig en mogelijk roekeloos. Het probleem wordt ook steeds urgenter. Vorige maand zijn afgevaardigden uit de hele wereld in Genève bijeengekomen voor een van de laatste onderhandelingsrondes om het nieuwe mondiale biodiversiteitsraamwerk van de VN tot stand te brengen. Deze bijeenkomsten, die tot doel hebben sneller actie te ondernemen om het verdere verlies van soorten een halt toe te roepen en de klimaatverandering aan te pakken, zullen de komende jaren vorm geven aan de mondiale respons op beide crises.
De jongste rapporten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) hebben de omvang van deze crises aangetoond. De IPCC heeft ondubbelzinnig aangetoond dat menselijke activiteiten het aardoppervlak opwarmen, wat leidt tot snel veranderende weersystemen, verlies van biodiversiteit en een grotere onzekerheid van hulpbronnen. Tegen 2100 kan vijftig procent van de vogel- en zoogdiersoorten in Afrika verdwenen zijn. We gaan mogelijk een zesde massa-extinctie tegemoet, en als het probleem niet wordt aangepakt, zullen onze bronnen van voedsel, water en medicijnen steeds meer in gevaar komen.
Vrouwen vormen de meerderheid van de armen in de wereld en worden onevenredig zwaar getroffen door deze crises. In de ontwikkelingslanden zijn zij voor het overgrote deel verantwoordelijk voor de voorziening van voedsel en water voor hun gezinnen, en zij nemen vaak de leiding bij het verzamelen van brandstof en bij het beheer van het huishouden. Bijna de helft van de kleine boeren in de wereld, die zeventig procent van het voedsel in Afrika produceren, bestaat uit vrouwen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Vrouwen en meisjes zijn dan ook vaak de eersten die de harde realiteit van de klimaatverandering aan den lijve ondervinden. Maar als gevolg van alomtegenwoordige ongelijkheden die hun toegang tot onderwijs en gezondheidszorg beperken, een ongelijke arbeidsparticipatie en een lage vertegenwoordiging in openbare functies, hebben zij minder kans dan mannen om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen.
Als de afgelopen twee jaar ons iets hebben geleerd, dan is het wel dat vrouwelijk leiderschap van cruciaal belang is in tumultueuze tijden. Volgens een recente studie in 194 landen was de onmiddellijke reactie op de COVID-19-pandemie systematisch beter in landen met vrouwelijke leiders. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat ʻeen vrouwelijke vertegenwoordiging landen ertoe aanzet een rigoureuzer klimaatveranderingsbeleid te voerenʼ en dat een hoge mate van vrouwelijke vertegenwoordiging in het parlement het waarschijnlijker maakt dat een land internationale milieuverdragen zal ratificeren.
Vrouwen brengen niet alleen ambitie, maar ook verschillende perspectieven en ervaringen mee naar de tafel. Als gevolg daarvan leiden hun bijdragen uiteindelijk tot een meer genuanceerd en inclusief milieubeleid.
In Afrika is het belang van vrouwelijk leiderschap in de strijd tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies voor iedereen die kijkt duidelijk. In Nigeria heeft minister van Milieu Sharon Ikeazor gepleit voor de High Ambition Coalition for Nature and People en erop aangedrongen dat subsidies voor fossiele brandstoffen worden vervangen door investeringen in een duurzame, koolstofarme ontwikkeling. In Rwanda heeft minister van Milieu Jeanne dʼArc Mujawamariya lof geoogst voor haar inspanningen voor het behoud van het regenwoud. In Tsjaad blijft de milieuactivist Hindou Oumarou Ibrahim zich bij het hoogste niveau van de VN inzetten voor de lokale gemeenschappen en inheemse volkeren van Afrika. En hier in Freetown planten we in drie regenseizoenen een miljoen bomen om klimaatbestendigheid en groene banen te bevorderen.
Al deze vrouwen, inclusief ikzelf, hebben zich ingezet voor ʻ30x30,ʼ de wereldwijde campagne om dertig procent van het aardoppervlak tegen 2030 te beschermen. Het bereiken van deze doelstelling zou verdere vernietiging van ecosystemen voorkomen, en de inspanning zou kunnen leiden tot de allereerste wereldwijde overeenkomst om de vernietiging van de natuur een halt toe te roepen.
Nog veel meer vrouwen pakken het verlies aan biodiversiteit en de klimaatverandering aan, waaronder inheemse vrouwen die hun unieke kennis van het land gebruiken om duurzamer te boeren en kwetsbare ecosystemen te beschermen, en aspirant-politici die zich inzetten voor geïntegreerde beleidsplatforms waarin reproductieve gezondheid, onderwijs en milieubescherming met elkaar worden verbonden. Degenen die al leidende posities bekleden, moeten ervoor zorgen dat deze vrouwen een kans krijgen om een bijdrage te leveren.
Er is veel veranderd sinds 2004, toen Maathai de Nobelprijs voor de Vrede won voor haar bijdragen aan duurzame ontwikkeling, democratie en vrede. De emissies zijn sterk gestegen, en extreme weersomstandigheden komen steeds vaker voor en worden steeds heviger. Maar veel is ook hetzelfde gebleven: vrouwen worden nog steeds uitgesloten van leidinggevende posities, en de wereld betaalt daar nog steeds de prijs voor.
Nu de slotonderhandelingen over het nieuwe Global Biodiversity Framework worden voortgezet en de VN-conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD COP15), dit jaar in het Chinese Kunming, naderbij komt, is het onze plicht deze tekortkomingen aan te pakken. Als we niet meer vrouwen aan de onderhandelingstafel krijgen, is een klimaatramp vrijwel zeker gegarandeerd.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
FREETOWN – ʻHoe hoger je komt, des te minder vrouwen er zijn.ʼ Deze opmerking van Nobelprijswinnares en pionier op milieugebied Wangari Maathai weerspiegelt een realiteit die maar al te bekend is bij alle vrouwen die leidinggevende functies ambiëren, en heeft voor mij een nieuwe betekenis gekregen nu de klimaatcrisis ernstiger is geworden. Hoewel het nu al duidelijk is dat vrouwen en meisjes als gevolg van de klimaatverandering met grotere risicoʼs en zwaardere lasten zullen worden geconfronteerd, zijn zij nog steeds sterk ondervertegenwoordigd in klimaat- en milieuonderhandelingen.
In 2019 werd in het Gender Composition Report van de Verenigde Naties opgemerkt dat het aantal vrouwen dat vertegenwoordigd was in de organen van het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering (UNFCCC) niet in overeenstemming was met de inspanningen om een genderevenwicht te creëren. In reactie daarop hebben de lidstaten tijdens de VN-klimaatconferentie (COP25) in 2019 een genderactieplan aangenomen. Dit plan erkende dat ʻvolledige, zinvolle en gelijkwaardige deelname en leiderschap van vrouwen in alle aspecten van het UNFCCC-proces en in klimaatbeleid en -actie op nationaal en lokaal niveau van vitaal belang is voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen op de lange termijn.ʼ
En toch, tegen de tijd dat COP26 twee jaar later plaatsvond, was er weinig veranderd. Het Britse COP26-voorzitterschap werd overwegend door mannen geleid, en slechts elf van de 74 Afrikaanse nationale vertegenwoordigers waren vrouwen. Bovendien lijkt de VN-conventie inzake Biologische Diversiteit een soortgelijke tendens te vertonen, waarbij het aantal mannelijke onderhandelaars ongeveer zestig keer zo groot is als het aantal vrouwelijke onderhandelaars.
Het onvermogen om te zorgen voor gelijke vertegenwoordiging en deelname van vrouwen aan de inspanningen om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken is op zijn best kortzichtig en mogelijk roekeloos. Het probleem wordt ook steeds urgenter. Vorige maand zijn afgevaardigden uit de hele wereld in Genève bijeengekomen voor een van de laatste onderhandelingsrondes om het nieuwe mondiale biodiversiteitsraamwerk van de VN tot stand te brengen. Deze bijeenkomsten, die tot doel hebben sneller actie te ondernemen om het verdere verlies van soorten een halt toe te roepen en de klimaatverandering aan te pakken, zullen de komende jaren vorm geven aan de mondiale respons op beide crises.
De jongste rapporten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) hebben de omvang van deze crises aangetoond. De IPCC heeft ondubbelzinnig aangetoond dat menselijke activiteiten het aardoppervlak opwarmen, wat leidt tot snel veranderende weersystemen, verlies van biodiversiteit en een grotere onzekerheid van hulpbronnen. Tegen 2100 kan vijftig procent van de vogel- en zoogdiersoorten in Afrika verdwenen zijn. We gaan mogelijk een zesde massa-extinctie tegemoet, en als het probleem niet wordt aangepakt, zullen onze bronnen van voedsel, water en medicijnen steeds meer in gevaar komen.
Vrouwen vormen de meerderheid van de armen in de wereld en worden onevenredig zwaar getroffen door deze crises. In de ontwikkelingslanden zijn zij voor het overgrote deel verantwoordelijk voor de voorziening van voedsel en water voor hun gezinnen, en zij nemen vaak de leiding bij het verzamelen van brandstof en bij het beheer van het huishouden. Bijna de helft van de kleine boeren in de wereld, die zeventig procent van het voedsel in Afrika produceren, bestaat uit vrouwen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Vrouwen en meisjes zijn dan ook vaak de eersten die de harde realiteit van de klimaatverandering aan den lijve ondervinden. Maar als gevolg van alomtegenwoordige ongelijkheden die hun toegang tot onderwijs en gezondheidszorg beperken, een ongelijke arbeidsparticipatie en een lage vertegenwoordiging in openbare functies, hebben zij minder kans dan mannen om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen.
Als de afgelopen twee jaar ons iets hebben geleerd, dan is het wel dat vrouwelijk leiderschap van cruciaal belang is in tumultueuze tijden. Volgens een recente studie in 194 landen was de onmiddellijke reactie op de COVID-19-pandemie systematisch beter in landen met vrouwelijke leiders. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat ʻeen vrouwelijke vertegenwoordiging landen ertoe aanzet een rigoureuzer klimaatveranderingsbeleid te voerenʼ en dat een hoge mate van vrouwelijke vertegenwoordiging in het parlement het waarschijnlijker maakt dat een land internationale milieuverdragen zal ratificeren.
Vrouwen brengen niet alleen ambitie, maar ook verschillende perspectieven en ervaringen mee naar de tafel. Als gevolg daarvan leiden hun bijdragen uiteindelijk tot een meer genuanceerd en inclusief milieubeleid.
In Afrika is het belang van vrouwelijk leiderschap in de strijd tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies voor iedereen die kijkt duidelijk. In Nigeria heeft minister van Milieu Sharon Ikeazor gepleit voor de High Ambition Coalition for Nature and People en erop aangedrongen dat subsidies voor fossiele brandstoffen worden vervangen door investeringen in een duurzame, koolstofarme ontwikkeling. In Rwanda heeft minister van Milieu Jeanne dʼArc Mujawamariya lof geoogst voor haar inspanningen voor het behoud van het regenwoud. In Tsjaad blijft de milieuactivist Hindou Oumarou Ibrahim zich bij het hoogste niveau van de VN inzetten voor de lokale gemeenschappen en inheemse volkeren van Afrika. En hier in Freetown planten we in drie regenseizoenen een miljoen bomen om klimaatbestendigheid en groene banen te bevorderen.
Al deze vrouwen, inclusief ikzelf, hebben zich ingezet voor ʻ30x30,ʼ de wereldwijde campagne om dertig procent van het aardoppervlak tegen 2030 te beschermen. Het bereiken van deze doelstelling zou verdere vernietiging van ecosystemen voorkomen, en de inspanning zou kunnen leiden tot de allereerste wereldwijde overeenkomst om de vernietiging van de natuur een halt toe te roepen.
Nog veel meer vrouwen pakken het verlies aan biodiversiteit en de klimaatverandering aan, waaronder inheemse vrouwen die hun unieke kennis van het land gebruiken om duurzamer te boeren en kwetsbare ecosystemen te beschermen, en aspirant-politici die zich inzetten voor geïntegreerde beleidsplatforms waarin reproductieve gezondheid, onderwijs en milieubescherming met elkaar worden verbonden. Degenen die al leidende posities bekleden, moeten ervoor zorgen dat deze vrouwen een kans krijgen om een bijdrage te leveren.
Er is veel veranderd sinds 2004, toen Maathai de Nobelprijs voor de Vrede won voor haar bijdragen aan duurzame ontwikkeling, democratie en vrede. De emissies zijn sterk gestegen, en extreme weersomstandigheden komen steeds vaker voor en worden steeds heviger. Maar veel is ook hetzelfde gebleven: vrouwen worden nog steeds uitgesloten van leidinggevende posities, en de wereld betaalt daar nog steeds de prijs voor.
Nu de slotonderhandelingen over het nieuwe Global Biodiversity Framework worden voortgezet en de VN-conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD COP15), dit jaar in het Chinese Kunming, naderbij komt, is het onze plicht deze tekortkomingen aan te pakken. Als we niet meer vrouwen aan de onderhandelingstafel krijgen, is een klimaatramp vrijwel zeker gegarandeerd.
Vertaling: Menno Grootveld