ABU DHABI – Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie leveren essentiële diensten – van het toedienen van inentingen tot het verzamelen van de noodzakelijke data om te kunnen anticiperen op de uitbraak van ziekten – waar ze het hardst nodig zijn. Deze werkers trotseren moeilijke, vaak gevaarlijke, omstandigheden om de één miljard mensen op de hele wereld te kunnen bereiken die slechts beperkte toegang tot gezondheidszorgdiensten hebben, omdat ze zich in afgelegen dorpen op het platteland bevinden of in conflictgebieden. En ze krijgen niet genoeg steun.
Het vermogen van gezondheidszorgwerkers in de frontlinie om de mondiale gezondheid te verbeteren is telkens opnieuw aangetoond. Begin deze eeuw hebben Rwanda en Ethiopië bijvoorbeeld duizenden van dergelijke werkers gerecruteerd en getraind om de strijd aan te binden tegen malaria, door gemeenschappen te onderrichten over preventie en detectie, door hulpmiddelen als muskietennetten te distribueren en door behandelingen te verstrekken. Als gevolg daarvan is het aantal malariagevallen in beide landen tussen 2000 en 2015 met 75% gedaald.
Toch blijft de wereld voortdurend de mogelijkheden en bijdragen van gezondheidszorgwerkers in de frontlinie onderschatten. Dit ondermijnt niet alleen hun vermogen om hun werk naar behoren te doen, maar stelt ze ook bloot aan aanzienlijke risico's. De wijdverbreide desinformatie over inentingen bevordert bijvoorbeeld de aanslagen tegen degenen die ze toedienen.
Neem Pakistan, waar geestelijken en militanten van de harde lijn de inentingsprogramma's tegen polio zien als westerse trucs om moslims te bespioneren en steriliseren. In april dit jaar vielen gewapende strijders een team gezondheidswerkers aan, waarbij een van hen omkwam en een ander ernstig gewond raakte. Op dezelfde manier wordt in Nigeria de militante islamistische beweging Boko Haram – die heeft beweerd dat het polio-vaccin kan leiden tot onvruchtbaarheid en botbreuken – verdacht van een aanval in 2013 op een team vaccinatiemedewerkers, waarbij negen mensen omkwamen.
Dergelijke omstandigheden ontmoedigen ervaren mensen om zich aan te sluiten bij de gelederen van de gezondheidszorgwerkers in de frontlinie. De Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwt dat er in 2030 een tekort zal zijn van 18 miljoen gezondheidszorgwerkers, waarbij de lage- en middeninkomenslanden bijzonder hard getroffen zullen worden.
Zonder genoeg gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zal de wereld niet in staat zijn om tegen 2030 de doelstelling van het uitroeien van malaria, tuberculose en veronachtzaamde tropische ziekten te verwezenlijken – deel van Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG) 3 van de Verenigde Naties. De belofte uit 2018 van de 53 leiders van de landen van het Gemenebest om de malaria-last tegen 2023 te zullen halveren zal dan ook buiten bereik blijven. Doordat de systemen voor de primaire gezondheidszorg verlamd raken zal een tekort aan gezondheidszorgwerkers in de frontlinie feitelijk de in het verleden geboekte vooruitgang ongedaan kunnen maken, met name in arme en gemarginaliseerde gemeenschappen.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Gelukkig begint de internationale gemeenschap dit te beseffen. In mei heeft de Wereldgezondheidsassemblee (WHA) drie resoluties aangenomen: over universele gezondheidszorg (die zich richt op gezondheidszorgwerkers op gemeenschapsniveau), primaire gezondheidszorg en de High-Level Meeting on Universal Health Coverage van volgende maand.
Bovendien heeft de WHO, in de coulissen van de WHA, samen met de International Pharmaceutical Federation een bijeenkomst georganiseerd om de tekorten bij de gezondheidszorgwerkers aan te pakken, waarbij zes belangrijke berichten de wereld in werden gestuurd om dergelijke inspanningen richting te geven. De eerste daarvan gaat over het bevorderen van de samenwerking tussen beroepsverenigingen van gezondheidszorgwerkers, teneinde een multisectorale strategie te mobiliseren.
Dergelijke samenwerking is dringend gewenst. Maar om toereikende financiering te kunnen garanderen zullen verdere stappen ondernomen moeten worden. In het verleden hebben grote donoren als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een aanzienlijke rol gespeeld bij het aansturen van de vooruitgang op het gebied van de mondiale gezondheid, zowel rechtstreeks als via het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis, and Malaria. Hun werk werd aangevuld door niet-gouvernementele donoren zoals de Bill & Melinda Gates Foundation, het Carter Center, en Zijne Koninklijke Hoogheid sjeik Mohammed bin Zayed, kroonprins van Abu Dhabi. Recenter heeft de particuliere sector zijn bijdragen ook verhoogd; sommige farmaceutische bedrijven hebben bijvoorbeeld vaccins en medicijnen gedoneerd.
Gezien de omvang van het probleem en de frequente schaarste van binnenlandse financiering moeten alle belanghebbenden hun bijdragen opvoeren. Met dat doel voor ogen moeten we beter gebruik maken van innovatieve financieringsmechanismen die particulier kapitaal kunnen mobiliseren ter ondersteuning van de creatie van weerbare gezondheidszorgsystemen en een sterke beroepsbevolking van gezondheidswerkers in de frontlinie.
Tegelijkertijd moeten er stappen worden gezet om het meest efficiënte gebruik van de financiering te garanderen. Dat betekent dat gehoor moet worden gegeven aan een andere belangrijke boodschap van de WHO-bijeenkomst in mei: “implementeer wat werkt,” van betrokkenheid van de gemeenschap tot op de mensen gerichte benaderingen.
Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zijn van cruciaal belang voor zo'n strategie. Dat is de reden dat nóg een belangrijke boodschap “het garanderen van fatsoenlijk werk” is, met deugdelijke training, eerlijke beloning, adequate steun en persoonlijke veiligheid. Deskundigen schatten dat iedere dollar die in de beroepsbevolking van de gezondheidszorgwerkers in de gemeenschap wordt geïnvesteerd $10 aan verhoogde productiviteit kan opleveren.
Het laatste stukje van de puzzel is technologie waarmee de gezondheidszorgwerkers in de frontlinie ondersteund kunnen worden. Mobiele telefonie-apps kunnen bijvoorbeeld helpen om werkers in contact te brengen met patiënten in de meest verafgelegen gebieden, zodat snellere diagnoses en gezondheidsadviezen in real time mogelijk worden. Bovendien kan digitale technologie een accurate analyse faciliteren van de data die gezondheidszorgwerkers verzamelen, waardoor de levering van diensten en de opsporing van ziekte-uitbraken wordt versneld.
Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zijn de onbezongen helden van de mondiale gezondheidszorg. Het is tijd om hun prestaties te gaan bezingen – en beleid toe te passen dat hun waarde weerspiegelt.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Recent actions by the United States may foreshadow its withdrawal from the world’s foremost multilateral institution. Paradoxically, however, the breakdown of the multilateral order the US helped establish nearly eight decades ago could serve as a catalyst for greater international cooperation.
thinks the paradigm shift in US foreign policy could end up strengthening global solidarity.
US President Donald Trump’s own words are sufficient evidence that his latest tariffs are unlawful, since they are not responses to his declared “emergency” at the southern border. But US courts are unlikely to do anything about it, further underscoring how weak America’s constitutional order has become.
sees an unlawful trade war as a window into America’s crumbling constitutional order.
By choosing to side with the aggressor in the Ukraine war, President Donald Trump’s administration has effectively driven the final nail into the coffin of US global leadership. Unless Europe fills the void – first and foremost by supporting Ukraine – it faces the prospect of more chaos and conflict in the years to come.
Log in/Register
Please log in or register to continue. Registration is free.
ABU DHABI – Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie leveren essentiële diensten – van het toedienen van inentingen tot het verzamelen van de noodzakelijke data om te kunnen anticiperen op de uitbraak van ziekten – waar ze het hardst nodig zijn. Deze werkers trotseren moeilijke, vaak gevaarlijke, omstandigheden om de één miljard mensen op de hele wereld te kunnen bereiken die slechts beperkte toegang tot gezondheidszorgdiensten hebben, omdat ze zich in afgelegen dorpen op het platteland bevinden of in conflictgebieden. En ze krijgen niet genoeg steun.
Het vermogen van gezondheidszorgwerkers in de frontlinie om de mondiale gezondheid te verbeteren is telkens opnieuw aangetoond. Begin deze eeuw hebben Rwanda en Ethiopië bijvoorbeeld duizenden van dergelijke werkers gerecruteerd en getraind om de strijd aan te binden tegen malaria, door gemeenschappen te onderrichten over preventie en detectie, door hulpmiddelen als muskietennetten te distribueren en door behandelingen te verstrekken. Als gevolg daarvan is het aantal malariagevallen in beide landen tussen 2000 en 2015 met 75% gedaald.
Toch blijft de wereld voortdurend de mogelijkheden en bijdragen van gezondheidszorgwerkers in de frontlinie onderschatten. Dit ondermijnt niet alleen hun vermogen om hun werk naar behoren te doen, maar stelt ze ook bloot aan aanzienlijke risico's. De wijdverbreide desinformatie over inentingen bevordert bijvoorbeeld de aanslagen tegen degenen die ze toedienen.
Neem Pakistan, waar geestelijken en militanten van de harde lijn de inentingsprogramma's tegen polio zien als westerse trucs om moslims te bespioneren en steriliseren. In april dit jaar vielen gewapende strijders een team gezondheidswerkers aan, waarbij een van hen omkwam en een ander ernstig gewond raakte. Op dezelfde manier wordt in Nigeria de militante islamistische beweging Boko Haram – die heeft beweerd dat het polio-vaccin kan leiden tot onvruchtbaarheid en botbreuken – verdacht van een aanval in 2013 op een team vaccinatiemedewerkers, waarbij negen mensen omkwamen.
Dergelijke omstandigheden ontmoedigen ervaren mensen om zich aan te sluiten bij de gelederen van de gezondheidszorgwerkers in de frontlinie. De Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwt dat er in 2030 een tekort zal zijn van 18 miljoen gezondheidszorgwerkers, waarbij de lage- en middeninkomenslanden bijzonder hard getroffen zullen worden.
Zonder genoeg gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zal de wereld niet in staat zijn om tegen 2030 de doelstelling van het uitroeien van malaria, tuberculose en veronachtzaamde tropische ziekten te verwezenlijken – deel van Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG) 3 van de Verenigde Naties. De belofte uit 2018 van de 53 leiders van de landen van het Gemenebest om de malaria-last tegen 2023 te zullen halveren zal dan ook buiten bereik blijven. Doordat de systemen voor de primaire gezondheidszorg verlamd raken zal een tekort aan gezondheidszorgwerkers in de frontlinie feitelijk de in het verleden geboekte vooruitgang ongedaan kunnen maken, met name in arme en gemarginaliseerde gemeenschappen.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Gelukkig begint de internationale gemeenschap dit te beseffen. In mei heeft de Wereldgezondheidsassemblee (WHA) drie resoluties aangenomen: over universele gezondheidszorg (die zich richt op gezondheidszorgwerkers op gemeenschapsniveau), primaire gezondheidszorg en de High-Level Meeting on Universal Health Coverage van volgende maand.
Bovendien heeft de WHO, in de coulissen van de WHA, samen met de International Pharmaceutical Federation een bijeenkomst georganiseerd om de tekorten bij de gezondheidszorgwerkers aan te pakken, waarbij zes belangrijke berichten de wereld in werden gestuurd om dergelijke inspanningen richting te geven. De eerste daarvan gaat over het bevorderen van de samenwerking tussen beroepsverenigingen van gezondheidszorgwerkers, teneinde een multisectorale strategie te mobiliseren.
Dergelijke samenwerking is dringend gewenst. Maar om toereikende financiering te kunnen garanderen zullen verdere stappen ondernomen moeten worden. In het verleden hebben grote donoren als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een aanzienlijke rol gespeeld bij het aansturen van de vooruitgang op het gebied van de mondiale gezondheid, zowel rechtstreeks als via het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis, and Malaria. Hun werk werd aangevuld door niet-gouvernementele donoren zoals de Bill & Melinda Gates Foundation, het Carter Center, en Zijne Koninklijke Hoogheid sjeik Mohammed bin Zayed, kroonprins van Abu Dhabi. Recenter heeft de particuliere sector zijn bijdragen ook verhoogd; sommige farmaceutische bedrijven hebben bijvoorbeeld vaccins en medicijnen gedoneerd.
Gezien de omvang van het probleem en de frequente schaarste van binnenlandse financiering moeten alle belanghebbenden hun bijdragen opvoeren. Met dat doel voor ogen moeten we beter gebruik maken van innovatieve financieringsmechanismen die particulier kapitaal kunnen mobiliseren ter ondersteuning van de creatie van weerbare gezondheidszorgsystemen en een sterke beroepsbevolking van gezondheidswerkers in de frontlinie.
Tegelijkertijd moeten er stappen worden gezet om het meest efficiënte gebruik van de financiering te garanderen. Dat betekent dat gehoor moet worden gegeven aan een andere belangrijke boodschap van de WHO-bijeenkomst in mei: “implementeer wat werkt,” van betrokkenheid van de gemeenschap tot op de mensen gerichte benaderingen.
Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zijn van cruciaal belang voor zo'n strategie. Dat is de reden dat nóg een belangrijke boodschap “het garanderen van fatsoenlijk werk” is, met deugdelijke training, eerlijke beloning, adequate steun en persoonlijke veiligheid. Deskundigen schatten dat iedere dollar die in de beroepsbevolking van de gezondheidszorgwerkers in de gemeenschap wordt geïnvesteerd $10 aan verhoogde productiviteit kan opleveren.
Het laatste stukje van de puzzel is technologie waarmee de gezondheidszorgwerkers in de frontlinie ondersteund kunnen worden. Mobiele telefonie-apps kunnen bijvoorbeeld helpen om werkers in contact te brengen met patiënten in de meest verafgelegen gebieden, zodat snellere diagnoses en gezondheidsadviezen in real time mogelijk worden. Bovendien kan digitale technologie een accurate analyse faciliteren van de data die gezondheidszorgwerkers verzamelen, waardoor de levering van diensten en de opsporing van ziekte-uitbraken wordt versneld.
Gezondheidszorgwerkers in de frontlinie zijn de onbezongen helden van de mondiale gezondheidszorg. Het is tijd om hun prestaties te gaan bezingen – en beleid toe te passen dat hun waarde weerspiegelt.
Vertaling: Menno Grootveld