WASHINGTON, DC – Om de ontwikkeling te bevorderen en de klimaatverandering tegen te gaan, zullen opkomende economieën en ontwikkelingslanden (EMDEʼs) de komende decennia enorme bedragen moeten investeren in groene infrastructuur. Maar veel van deze landen hebben een beperkte begrotingsruimte, vooral na de schokken van de afgelopen jaren. Om in de infrastructuurbehoeften van de EMDEʼs te voorzien, moeten we dus overtollige particuliere besparingen in de geavanceerde economieën mobiliseren. De vraag is hoe.
De eerste stap om een brug te slaan tussen particuliere besparingen en infrastructuurinvesteringen in de EMDE-landen is inzicht verkrijgen in de behoeften van beleggers. Institutionele beleggers hebben, net als alle andere soorten schuld- en aandelenbeleggers, hun eigen drijfveren, beperkingen en doelstellingen, die allemaal bepalend zijn voor de toewijzing van middelen, waaronder het soort projecten (greenfield vs. brownfield) dat zij steunen, waar en in welk stadium van de projectcyclus (ontwikkeling, bouw of exploitatie). Ontoereikende risicodekking, gebrek aan gegevens en de heterogeniteit van projectstructuren, toezichtkaders en contractuele normen kunnen allemaal een belemmering vormen voor beleggingen.
De uitdaging bestaat erin ʻaantrekkelijke investeringsmogelijkhedenʼ te definiëren en beleggers daar op een meer systematische manier aan te verbinden. Centraal in deze inspanning moet staan het aanbieden van een breed scala aan goed gestructureerde beleggingsproducten, die zijn toegesneden op verschillende soorten institutionele beleggers en hun respectieve risico-rendementsprofielen. Institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen) zouden bijvoorbeeld geneigd kunnen zijn om in eerdere stadia van een project (vóór de exploitatie) deel te nemen als de herfinancieringsrisicoʼs zijn gedekt en het bouwrisico is aangepakt.
Het valutarisico vormt een andere uitdaging voor beleggers in EMDEʼs. Exportkredietinstellingen kunnen hierbij helpen, zij het vaak tegen hoge kosten.
Een gebrek aan geschikte financiële instrumenten – en de kosten en complexiteit van de beschikbare instrumenten – is nóg een potentiële belemmering voor infrastructuurinvesteringen in de EMDE-landen. Vastrentende instrumenten – waaronder obligaties (project-, gemeentelijke, subsoevereine en groene obligaties, alsmede sukuks) en leningen (directe en mede-investeringsleningen voor infrastructuurprojecten en gesyndiceerde projectleningen) – kunnen dit probleem helpen oplossen, aangezien zij een breed scala van institutionele beleggers in de EMDEʼs kunnen aanspreken.
Multilaterale financiële instellingen kunnen een belangrijke rol spelen door particulier kapitaal aan te trekken voor langetermijnprojecten die de ontwikkeling kunnen bevorderen in landen en sectoren die door de kapitaalmarkten als risicovol worden beschouwd. Door financiering, garanties of beide te verstrekken kunnen deze instellingen de risicoʼs van projecten verminderen en particuliere beleggers aantrekken. Zij kunnen ook partners bij specifieke transacties betrekken via syndicaties.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De particuliere sector beschikt op zijn beurt over een aantal instrumenten voor risicobeheer. Zo kunnen bedrijven gebruik maken van instrumenten voor risico-overdracht en kredietverbetering, waarmee momenteel door nationale en multilaterale ontwikkelingsbanken wordt geëxperimenteerd. Hiertoe behoren garanties, verzekeringspolissen en hedgingmechanismen waarbij een leverancier er tegen betaling mee instemt de concessiehouder (of zijn geldschieters) te compenseren in geval van wanbetaling of verlies als gevolg van een bepaalde omstandigheid.
Een verzekering tegen politieke risicoʼs is hier bijzonder belangrijk. Sommige sectoren – zoals telecommunicatie of elektriciteit – zijn gevoeliger voor regelgevingsvolatiliteit of de effecten van politieke druk (ook op de prijzen). Dit betekent dat beleggers in infrastructuur meer toezicht moeten uitoefenen en dat er aangepaste risicobeperkingsmechanismen nodig zijn.
De financiële structuur van een project is cruciaal. De ervaring leert dat een diverse mix van financiers voor een project – waaronder binnenlandse, internationale en multilaterale banken en eigenaars – politieke interventie kan ontmoedigen en als buffer tegen schokken kan fungeren. En net zoals strategische allianties met buitenlandse entiteiten lokale actoren bescherming bieden tegen politieke inmenging, kunnen partnerschappen met lokale bedrijven een infrastructuurbeheerder helpen het label ʻbuitenlandse beleggerʼ te overstijgen.
Bij het omzetten van de huidige spaargeld- en liquiditeitsovervloed in de broodnodige investeringen in groene infrastructuur in de EMDE-landen is voor zowel de publieke als de particuliere sector een belangrijke rol weggelegd. Beleidsmakers moeten de transparantie van wettelijke kaders vergroten en politieke en regelgevende stabiliteit tot stand brengen, in het besef dat de publieke sector uiteindelijk de hoge transactiekosten zal dragen die particuliere beleggers moeten maken wanneer zij financiële middelen naar EMDEʼs sluizen.
Institutionele beleggers en andere financiële tussenpersonen, alsmede niet-bancaire financiële instellingen, wijzen vaak op het gebrek aan een pijplijn van investeringsrijpe projecten. Om hun mogelijkheden te verbeteren moet de publieke sector meer verantwoordelijkheid nemen voor het projectontwerp in situaties die worden gekenmerkt door aanzienlijke complexiteit en regelgevingsrisicoʼs, vooral wanneer de risicoʼs moeilijker van tevoren vast te stellen en te meten zijn. De kosten van dit proces kunnen grotendeels worden terugverdiend wanneer publiek-private partnerschappen (zoals concessies) tot stand komen. Planning en prioriteitstelling door de overheid is essentieel.
Maar particuliere beleggers moeten ook een actievere rol spelen, onder meer door gebruik te maken van de instrumenten voor risicobeheer waarover zij beschikken. Geavanceerde, ontwikkelde financiële markten en instrumenten zouden helpen, doordat zij de financiële actoren in staat stellen risicoʼs te nemen die in overeenstemming zijn met hun bereidheid en capaciteiten.
Het zal niet makkelijk zijn. Maar met deze bouwstenen kunnen wij de allerbelangrijkste infrastructuur aanleggen: de brug tussen de spaargelden van de ontwikkelde landen en de financieringsbehoeften van de EMDE-landen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
China’s prolonged reliance on fiscal stimulus has distorted economic incentives, fueling a housing glut, a collapse in prices, and spiraling public debt. With further stimulus off the table, the only sustainable path is for the central government to relinquish more economic power to local governments and the private sector.
argues that the country’s problems can be traced back to its response to the 2008 financial crisis.
World order is a matter of degree: it varies over time, depending on technological, political, social, and ideological factors that can affect the global distribution of power and influence norms. It can be radically altered both by broader historical trends and by a single major power's blunders.
examines the role of evolving power dynamics and norms in bringing about stable arrangements among states.
WASHINGTON, DC – Om de ontwikkeling te bevorderen en de klimaatverandering tegen te gaan, zullen opkomende economieën en ontwikkelingslanden (EMDEʼs) de komende decennia enorme bedragen moeten investeren in groene infrastructuur. Maar veel van deze landen hebben een beperkte begrotingsruimte, vooral na de schokken van de afgelopen jaren. Om in de infrastructuurbehoeften van de EMDEʼs te voorzien, moeten we dus overtollige particuliere besparingen in de geavanceerde economieën mobiliseren. De vraag is hoe.
De eerste stap om een brug te slaan tussen particuliere besparingen en infrastructuurinvesteringen in de EMDE-landen is inzicht verkrijgen in de behoeften van beleggers. Institutionele beleggers hebben, net als alle andere soorten schuld- en aandelenbeleggers, hun eigen drijfveren, beperkingen en doelstellingen, die allemaal bepalend zijn voor de toewijzing van middelen, waaronder het soort projecten (greenfield vs. brownfield) dat zij steunen, waar en in welk stadium van de projectcyclus (ontwikkeling, bouw of exploitatie). Ontoereikende risicodekking, gebrek aan gegevens en de heterogeniteit van projectstructuren, toezichtkaders en contractuele normen kunnen allemaal een belemmering vormen voor beleggingen.
De uitdaging bestaat erin ʻaantrekkelijke investeringsmogelijkhedenʼ te definiëren en beleggers daar op een meer systematische manier aan te verbinden. Centraal in deze inspanning moet staan het aanbieden van een breed scala aan goed gestructureerde beleggingsproducten, die zijn toegesneden op verschillende soorten institutionele beleggers en hun respectieve risico-rendementsprofielen. Institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen) zouden bijvoorbeeld geneigd kunnen zijn om in eerdere stadia van een project (vóór de exploitatie) deel te nemen als de herfinancieringsrisicoʼs zijn gedekt en het bouwrisico is aangepakt.
Het valutarisico vormt een andere uitdaging voor beleggers in EMDEʼs. Exportkredietinstellingen kunnen hierbij helpen, zij het vaak tegen hoge kosten.
Een gebrek aan geschikte financiële instrumenten – en de kosten en complexiteit van de beschikbare instrumenten – is nóg een potentiële belemmering voor infrastructuurinvesteringen in de EMDE-landen. Vastrentende instrumenten – waaronder obligaties (project-, gemeentelijke, subsoevereine en groene obligaties, alsmede sukuks) en leningen (directe en mede-investeringsleningen voor infrastructuurprojecten en gesyndiceerde projectleningen) – kunnen dit probleem helpen oplossen, aangezien zij een breed scala van institutionele beleggers in de EMDEʼs kunnen aanspreken.
Multilaterale financiële instellingen kunnen een belangrijke rol spelen door particulier kapitaal aan te trekken voor langetermijnprojecten die de ontwikkeling kunnen bevorderen in landen en sectoren die door de kapitaalmarkten als risicovol worden beschouwd. Door financiering, garanties of beide te verstrekken kunnen deze instellingen de risicoʼs van projecten verminderen en particuliere beleggers aantrekken. Zij kunnen ook partners bij specifieke transacties betrekken via syndicaties.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De particuliere sector beschikt op zijn beurt over een aantal instrumenten voor risicobeheer. Zo kunnen bedrijven gebruik maken van instrumenten voor risico-overdracht en kredietverbetering, waarmee momenteel door nationale en multilaterale ontwikkelingsbanken wordt geëxperimenteerd. Hiertoe behoren garanties, verzekeringspolissen en hedgingmechanismen waarbij een leverancier er tegen betaling mee instemt de concessiehouder (of zijn geldschieters) te compenseren in geval van wanbetaling of verlies als gevolg van een bepaalde omstandigheid.
Een verzekering tegen politieke risicoʼs is hier bijzonder belangrijk. Sommige sectoren – zoals telecommunicatie of elektriciteit – zijn gevoeliger voor regelgevingsvolatiliteit of de effecten van politieke druk (ook op de prijzen). Dit betekent dat beleggers in infrastructuur meer toezicht moeten uitoefenen en dat er aangepaste risicobeperkingsmechanismen nodig zijn.
De financiële structuur van een project is cruciaal. De ervaring leert dat een diverse mix van financiers voor een project – waaronder binnenlandse, internationale en multilaterale banken en eigenaars – politieke interventie kan ontmoedigen en als buffer tegen schokken kan fungeren. En net zoals strategische allianties met buitenlandse entiteiten lokale actoren bescherming bieden tegen politieke inmenging, kunnen partnerschappen met lokale bedrijven een infrastructuurbeheerder helpen het label ʻbuitenlandse beleggerʼ te overstijgen.
Bij het omzetten van de huidige spaargeld- en liquiditeitsovervloed in de broodnodige investeringen in groene infrastructuur in de EMDE-landen is voor zowel de publieke als de particuliere sector een belangrijke rol weggelegd. Beleidsmakers moeten de transparantie van wettelijke kaders vergroten en politieke en regelgevende stabiliteit tot stand brengen, in het besef dat de publieke sector uiteindelijk de hoge transactiekosten zal dragen die particuliere beleggers moeten maken wanneer zij financiële middelen naar EMDEʼs sluizen.
Institutionele beleggers en andere financiële tussenpersonen, alsmede niet-bancaire financiële instellingen, wijzen vaak op het gebrek aan een pijplijn van investeringsrijpe projecten. Om hun mogelijkheden te verbeteren moet de publieke sector meer verantwoordelijkheid nemen voor het projectontwerp in situaties die worden gekenmerkt door aanzienlijke complexiteit en regelgevingsrisicoʼs, vooral wanneer de risicoʼs moeilijker van tevoren vast te stellen en te meten zijn. De kosten van dit proces kunnen grotendeels worden terugverdiend wanneer publiek-private partnerschappen (zoals concessies) tot stand komen. Planning en prioriteitstelling door de overheid is essentieel.
Maar particuliere beleggers moeten ook een actievere rol spelen, onder meer door gebruik te maken van de instrumenten voor risicobeheer waarover zij beschikken. Geavanceerde, ontwikkelde financiële markten en instrumenten zouden helpen, doordat zij de financiële actoren in staat stellen risicoʼs te nemen die in overeenstemming zijn met hun bereidheid en capaciteiten.
Het zal niet makkelijk zijn. Maar met deze bouwstenen kunnen wij de allerbelangrijkste infrastructuur aanleggen: de brug tussen de spaargelden van de ontwikkelde landen en de financieringsbehoeften van de EMDE-landen.
Vertaling: Menno Grootveld